Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-10-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 10 oktober 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 09 oktober 2017 om 00.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een occlusie lag om 23 UTC van Limburg naar Noord-Holland, trekt
langzaam oostwaarts en bereikt het oosten in de vroege ochtend. De
occlusie markeert de grens tussen droge lucht ten noordoosten (Td 5 C)
en vochtige lucht ten zuidwesten ervan (Td 11 C). In een westelijke
stroming vervolgens bevinden zich in de aanvoerrichting zwakke frontale
restanten die lastig te analyseren zijn. Vanavond bereikt een occlusie
de westkust en verlaat in de nacht naar dinsdag het oosten. Een
warmtefront bereikt dinsdagochtend het westen en ligt dinsdagmiddag
langs de oostgrens. Bijbehorend koufront ligt dan boven het noordwesten
van de FIR, maar door een volgende stabiele golf in het koufront bereikt
het koufront het land niet. Een groot deel van de FIR verblijft de
komende 48 uur dus in de vochtige lucht.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de vorming van mist(banken) in opklaringen in de nacht
naar maandag. In de occlusieband zijn enkele opklaringen mogelijk en
juist daar lijken de mistkansen het grootst. Gezien de te verwachten
grilligheid van de bewolking is de locatie ook vannacht waarschijnlijk
moeilijk te verwachten. Beide Harmonies hebben actueel wel te weinig
bewolking bij de occlusie. Volgende nacht zijn de mistkansen beperkt,
alle modellen geven dan indicatie voor vorming van (lage) stratus.
Vooral Hirlam doet dat, maar die heeft te weinig SC-bewolking en te
sterke afkoeling in de onderste laag van de atmosfeer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Dinsdagochtend na passage warmtefront 6 Bft vooral in de noordelijke
kustdistricten. Harmonie komt lokaal met 7 Bft wat verder buitengaats.

BEWOLKING:
SC/CU-bewolking met bij de occlusie enkele TCU's (toppen rond FL100).
Komende nacht is er kans op mist/stratus in de nabijheid van de
occlusie, in de modellen is er een duidelijke indicatie dat deze enige
dikte kan hebben en pas in de loop van de ochtend oplost. Overdag wordt
de onstabiliteitsdiepte net wat dieper en de progtemps laten dan met
name in het noordoosten een CB toe (toppen FL130), boven zee mogelijk
tot FL150. Bij de occlusie die maandagavond ons land bereikt kan St
voorkomen. De lucht is dan vochtiger en in de nacht kan er meer St
ontstaan, Hirlam is wellicht te enthousiast omdat deze aanvankelijk
brede opklaringen berekent achter de occlusie. Dinsdag opnieuw grote
stratuskansen bij het volgende frontale systeem, vooral nabij het
warmtefront. Een ingebedde TCU is niet uitgesloten. Condities verbeteren
in de noordelijke helft van de FIR op zee wel duidelijk ten noorden van
het golvende koufront.

NEERSLAG:
Enkele lichte/matige buien nabij en achter de occlusie, ten noordoosten
van de occlusie blijft het droog. Op de volgende occlusie (nacht naar
dinsdag) en bij het frontale systeem (dinsdag overdag) af en toe
(mot)regen met kans op een ingebedde bui.

ZICHT:
Aandachtspunt vannacht is dus de eventuele mist. Ten noordoosten van de
occlusie is de lucht droog en ontstaat slechts een ondiepe mistbank. Als
er gaten in de wolkenband bij de occlusie ontstaan kan dikkere mist
ontstaan. Kwestie van nowcasten. Verder moet bij een bui rekening worden
gehouden met matige tot slechte zichten, een groot deel van de neerslag
wordt door coalescentie gevormd. In de nacht naar dinsdag nevelige
condities, kans op mist is klein gezien wind en bewolking. Dinsdag
overdag bij het warmtefront weer nevel en mogelijk slechte zichten als
gevolg van motregen. Overigens komt het noordelijke deel van de FIR
boven zee even in de polaire lucht met goede zichtcondities.

TEMPERATUUR:
Minima vallen in het oosten nog iets lager uit dan in de modellen,
ontkoppeling wat sterker. Twente zit tegen grondvorst aan.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI