Guidance modelbeoordeling voor Nederland

07-10-2017 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 08 oktober 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 07 oktober 2017 om 05.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied nabij Schotland trekt via Denemarken naar de
Baltische Staten. Bijbehorend occluderend frontaal systeem bereikt
vanochtend het westen en verlaat aan het begin van de nacht naar zondag
het zuidoosten. De analyse van dit systeem niet eenvoudig, de jet zorgt
voor transport van bewolking en neerslag al voor het front uit en het
koufront is nauwelijks zichtbaar. Het warmtefront op hoogte lijkt
actueel het westen binnen te trekken. Het grondwarmtefront ligt om 12
UTC boven het midden (Td circa 11 C), het koufront passeert ergens in de
loop van de middag/avond. Je ziet hierop de wind geleidelijk ruimen,
maar erachter lijkt een soort valse warme sector aanwezig. Op het
koufront loopt ook nog een kortgolvige hoogtetrog in. De drogere lucht
bevindt zich achter een occlusie die zondagochtend van noord naar zuid
passeert, maar zondagmiddag wat boven het zuiden blijft slepen en later
op zondag in het westen van het land weer binnenkomt.

MODELBEOORDELING:
Net als in de vorige run is Hirlam wat eerder met de frontale neerslag
dan de overige modellen. Deze neerslag heeft te maken met het
hoogtewarmtefront. Gezien de radarbeelden lijkt dit juist te zijn, in de
waarnemingen bereiken deze neerslagecho's niet altijd de grond. Dit komt
overeen met het feit dat het model onderweg te weinig neerslag verdampt.
Toch gaan we in de ochtend al uit van wat lichte regen, de andere
modellen genereren te weinig of geen neerslag of laten te veel verdampen
in de nog aanwezige droge laag rond 6000 vt. Overigens vormt Hirlam door
het vochtiger profiel en doorvallende neerslag al voor het warmtefront
uit de eerste stratusbewolking, de andere modellen doen dit pas nabij
het occluderende front. Moeilijk te zeggen of dit daadwerkelijk gaat
gebeuren, is echter niet onrealistisch. Timing van de diverse fronten
redelijk op een lijn, Hirlam is iets vlotter met de doorkomst van de
occlusie zondagnacht/ochtend.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na passage warmtefront 7 Bft in alle kustdistricten. Na doorkomst van
het koufront en de occlusie afnemend, maar in de noordelijke
kustdistricten nog aanhoudend tot het einde van zaterdagavond. Daarna
verder afnemend, 6 Bft houdt naar verwachting nog aan tot
zondagochtend.

BEWOLKING:
Vanuit het westen steeds dikkere wordende frontale bewolking. Nabij het
occluderende frontale systeem (warmtefront+koufront) grote
stratuskansen, de vraag is even of er a.g.v. doorvallende neerslag
(Hirlam-scenario) ook al St voor het front uit ontstaat. Kans op < 500
vt gering i.v.m. de stevige wind. Bij het koufront destabiliseert de
onderste FL100 a.g.v. een inkomende hoogtetrog. Enkele ingebedde TCU/CB
zijn dan mogelijk met toppen rond FL100. Achter het koufront Cu/TCu,
mogelijk een enkele CB, toppen FL120. Bij de occlusie Sc en eveneens
enkele TCu's. Toppen FL100 (bovenluchten warmen stroomopwaarts van de
hoogtetrog alweer op). Noord van de occlusie Cu/Sc. Er zijn wel
indicaties dat ook na passage van het frontale systeem EHBK last blijven
houden van St, vanwege stuw.

NEERSLAG:
Op nadering van het frontale systeem lokaal lichte regen, bij het
occluderende frontale systeem perioden met regen. Bij het koufront ook
enkele ingebedde buien. Erachter buien. Bij de occlusie regen en buien.
Noord van de occlusie vrijwel overal droog.

ZICHT:
De neerslag heeft invloed op het zicht, maar vooral voor en bij het
warmtefront. Daarna zorgt de wind dat de zichtverslechteringen beperkt
blijven.

TEMPERATUUR:
-



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI