Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 18 september 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 17 september 2017 om 12.22 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex, NO-ZW georienteerd vlak lagedrukgebied ligt boven de
Noordzee met de kern boven de Duitse Bocht. Een eveneens NO-ZW
georienteerde zwakke occlusie ligt om 09 UTC boven de Noordzee en
schampt daarbij de Wadden. De occlusie trekt als gevolg van een zwakke
(noord)oostelijke hoogtestroming maar heel langzaam (zuid)westwaarts. Op
500 hPa trekt een kleinschalig hoogtelaag, 09 UTC net zuidoost van ons
land, noordwaarts. Zondagavond of maandagnacht wordt dit systeem het
sturende hoogtelaag in de omgeving van Hamburg. Rondom dit laag wordt
aanhoudend onstabiele lucht aangevoerd met een westelijke stroming. Het
laag aan de grond komt komende nacht en morgen overdag over het noorden
van ons land te liggen.

MODELBEOORDELING:
De grootschalige verschillen tussen de modellen zijn klein. Wel zijn er
kleinschalige, maar relevante verschillen in de modeluitvoer die worden
veroorzaakt door complexe structuren in de bovenlucht die wat
verschillend in de modellen zitten. In de Hirlam uitvoer ontstaat
vanmiddag en vanavond een kleinschalige lagedrukkern boven de Duitse
Bocht die langzaam ZW-waarts trekt en waardoor het noordelijk deel van
de occlusie nu al boven het noorden van het land zou moeten activeren,
hetgeen nog niet zichtbaar is in de waarnemingen. In de overige
modeluitvoer gebeurt dit later, westelijker en is de ontwikkeling veel
minder uitgesproken. Er zijn dus nogal wat onzekerheden, ook in de
bewolking en neerslag, hetgeen wordt veroorzaakt door de verschillende
mate van weergave van de occlusie, waarbij de Hirlam-modeluitvoer en in
mindere mate de EC-modeluitvoer zoals altijd meer stratiforme bewolking
en neerslag laat zien, hetgeen momenteel het beste op de actualiteit
aansluit.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Hirlam laat maandagmiddag boven de zuidelijke Noordzee een 5-6 Bft zien
aan de westflank van het laag, overige modellen komen met een 4-5 Bft.

BEWOLKING:
Bij de occlusie boven de Noordzee veel geclusterde convectieve bewolking
met daartussen ook wat stratiforme bewolking, Sc/Ac. Onzekere factor is
in hoeverre de occlusie vandaag boven het noorden opnieuw activeert,
Hirlam lijkt voor vanmiddag wat te enthousiast boven het noorden van het
land. In de middag boven land vorming van cumuliforme bewolking en Cb's
tot maximaal FL300, in de avond grotendeels oplossend, dit zien we ook
maandagmiddag. Maandagochtend bij oplossende mist ook tijdelijk stratus,
de modellen laten in het oosten en zuidoosten ook turbulentiestratus
zien.

NEERSLAG:
Vanmiddag boven land SBCAPE van 400-700 J/kg, met nog altijd zwakke
windschering wederom single cell. Boven de Noordzee komt lokaal onweer
voor mogelijk, vanmiddag ook lokaal boven land. Hirlam laat veel meer
stratiforme neerslag boven het NW en N zien, dit als gevolg van het
opnieuw activeren van de occlusie boven het noorden (forcering door
hoogtelaag), vooralsnog zien we dit niet terug op de radarbeelden. Vanaf
komende nacht kunnen de buien vanaf de Noordzee met een aanlandige
stroming ook weer het land op trekken. Maandag overdag zien we opnieuw
buien, de CAPE-waarden liggen met 700-1000 J/kg wat hoger dan vandaag,
kans op onweer blijft dus aanwezig. Aandachtspunt is nog wel de
hoeveelheid neerslag, in het zuidwestelijk kustgebied is er vanaf
komende nacht al een toevoer van buien, daar zou tot en met maandagavond
10-20 mm kunnen vallen, zeer lokaal mogelijk meer. Volgens Hirlam zou
maandag overdag ook in het noorden veel neerslag kunnen vallen wanneer
de (deel stratiforme) neerslag daar rondom het stationaire laag langzaam
blijft rondtollen.

ZICHT:
Komende nacht in opklaringen lokaal weer mist of mistbanken, al lijkt
dit de door de aanwezigheid van meer bewolking op minder uitgebreide
schaal te zijn dan afgelopen nacht.

TEMPERATUUR:
Amplitude van de temperatuur is in de polaire lucht bij weinig wind wat
groter dan de modellen suggereren, in wat bredere opklaringen minima van
lokaal 5 graden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI