Guidance modelbeoordeling voor Nederland

16-09-2017 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 17 september 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 16 september 2017 om 05.48 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een grootschalige, NNO-ZZW georienteerde (hoogte)trog boven het
Noordzeegebied is aanvankelijk min of meer stationair. Een occlusie ligt
03 UTC van het westen van Groningen naar Zeeland. Dit systeem trekt
vanwege de zwakke gradient nog maar heel langzaam verder oostwaarts, en
lijkt overdag ongeveer op een lijn Emmen-Woensdrecht tot stilstand te
komen en steeds meer aan structuur te verliezen. Ten westen van de
occlusie blijft op of nabij de kust een trog min of meer de gehele dag
aanwezig. In de middag lijkt de convergentie zone langzaam iets verder
het land op te komen. Later op zaterdag en in de nacht naar zondag lijkt
de occlusie door de wat gekrompen hoogtestroming weer iets westwaarts te
bewegen.
Een kleinschalig hoogtelaag boven het NW van Frankrijk trekt via
Luxemburg en het westen van Duitsland cyclonaal O-N waarts op zondag.
Zaterdagavond ontstaat boven Engeland een volgend hoogtelaag dat
ZO-waarts naar Frankrijk trekt. Uiteindelijk ontstaat een groot en
complex hoogtelaag boven ons aandachtsgebied.

MODELBEOORDELING:
Onzekere factor is hoever de occlusie het land op komt. Hirlam lijkt nog
het meest oostelijk te komen. Het lijkt erop dat dat model de
stratiforme neerslag het beste te pakken heeft. In de de
neerslagpatronen zie we verschillen ontstaan. Door de trage treksnelheid
kan het weerbeeld van plaats tot plaats bovendien sterk verschillen.
Alle modellen hebben een sterk convectief signaal in de loop van de
nacht en ochtend op de kust en een in activiteit afnemende occlusie die
langzaam het land op trekt. Overdag zien we de verschillen toenemen. Op
dagelijkse gang zien we in de middag enige opleving. Locatie wisselt
sterk per model. Initiatie lijkt toch met name op kleinschalige
convergentiegebieden in het westen en noorden te ontstaan, later in de
middag verplaatsend naar het oosten.
Zondag is de grote lijn: convectie in de nacht en ochtend in de
kustgebieden en vooral boven zee, in de middag lokaal boven land. Weinig
stroming, dus ook dan over korte afstand grote verschillen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
Bij de occlusie gelaagde bewolking met in de kustgebieden lokaal een
verscholen Cb. Convectieve toppen tot FL200-240 gemeld. In het oosten en
zuidoosten op veel plaatsen ST, overdag weer oplossend. Alle modellen
geven een duidelijk signaal dat berekend wordt aan de zuidoostzijde van
het neerslaggebied, waar het vochtig is en toch net genoeg afkoelt. In
de middag boven land ook cumuliforme bewolking met lokaal Cb's tot
FL250.

NEERSLAG:
24-uurs cumulatieve hoeveelheden in de kuststrook op vee plaatsen 30-40
mm, plaatselijk meer dan 50 mm vanaf gisteravond tot zaterdagavond.
Zwaartepunt verplaatst zich overdag langzaam van de kust iets
landinwaarts. CAPE rond 700 J/kg. Windschering is gering, in het
algemeen minder dan 10 kn. Organisatie van de convectie wordt vnl door
convergentie veroorzaakt. Zondag overdag CAPE hier en daar tot 1000
J/kg, maar de convectie lijkt beperkt te blijven, d.w.z. lokaal.

ZICHT:
In het zuidoosten enkele mistbanken, in de loop van de ochtend
oplossend. In de nacht naar zondag in de verschillende modeluitvoer een
sterk mistsignaal. Het kan zondagmorgen wel even duren voordat het
oplost, maar tegen de middag zal naar alle waarschijnlijkheid toch alles
wel opgelost zijn.

TEMPERATUUR:
In de nachten tijdens opklaringen en weinig wind wat lager dan in de
uitvoer, plaatselijk tot 5 graden, in de nacht naar zondag tot 3
graden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI