Guidance modelbeoordeling voor Nederland

15-09-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 17 september 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 16 september 2017 om 01.05 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een grootschalige, NNO-ZZW georienteerde (hoogte)trog boven het
Noordzeegebied is aanvankelijk min of meer stationair. Een occlusie ligt
00 UTC van het westen van Groningen naar Zeeland. Dit systeem trekt
vanwege de zwakke gradient nog maar heel langzaam verder oostwaarts, en
lijkt overdag ergens op een lijn Emmen-Woensdrecht tot stilstand te
komen en steeds meer aan structuur te verliezen. Ten westen van de
occlusie blijft op of nabij de kust een trog min of meer de gehele dag
aanwezig. Later op zaterdag en in de nacht naar zondag lijkt de occlusie
door de wat gekrompen hoogtestroming weer iets westwaarts te bewegen.
Een kleinschalig hoogtelaag boven het NW van Frankrijk trekt via
Luxemburg en het westen van Duitsland cyclonaal O-N waarts op zondag.
Zaterdagavond ontstaat boven Engeland een volgend hoogtelaag dat
ZO-waarts naar Frankrijk trekt. Uiteindelijk ontstaat een groot en
complex hoogtelaag boven ons aandachtsgebied.

MODELBEOORDELING:
Onzekere factor is hoever de occlusie het land op komt. Hirlam lijkt nog
het meest oostelijk te komen. Hierdoor zien we in de neerslagpatronen
verschillen ontstaan. Door de trage treksnelheid kan het weerbeeld van
plaats tot plaats sterk verschillen. Alle modellen hebben een sterk
convectief signaal in de loop van de nacht en ochtend op de kust en een
in activiteit afnemende occlusie die langzaam het land op trekt. Overdag
zien we de verschillen toenemen. Op dagelijkse gang zien we pas in de
middag enige opleving. Locatie wisselt sterk per model. Initiatie lijkt
toch met name op kleinschalige convergentiegebieden in het westen en
noorden te ontstaan, later in de middag verplaatsend naar het oosten.
Zondag is de grote lijn: convectie in de nacht en ochtend in de
kustgebieden en vooral boven zee, in de middag lokaal boven land. Weinig
stroming, dus ook dan over korte afstand grote verschillen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
Bij de occlusie gelaagde bewolking met in de kustgebieden lokaal een
verscholen Cb. Convectieve toppen tot FL200-240. In het oosten grote
kans op ST vannacht, overdag weer oplossend. Alle modellen geven een
duidelijk signaal dat berekend wordt aan de zuidoostzijde van het
neerslaggebied, waar het vochtig is en toch net genoeg afkoelt.

NEERSLAG:
Cumulatieve hoeveelheden in de kuststrook 20-30 mm, plaatselijk tot 50
mm vanaf gisteravond tot zaterdagmiddag. Cape lijkt ten opzichte van de
vorige uitvoer wat afgenomen, nu nog max rond 700 J/kg. Windschering is
gering, in het algemeen minder dan 10 kn. Organisatie van de convectie
wordt vnl door convergentie veroorzaakt. Zondag overdag Cape hier en
daar tot 1000 J/kg, maar de convectie lijkt beperkt te blijven, d.w.z.
lokaal.

ZICHT:
Vannacht in opklaringen enkele mistbanken, kans daarop lijkt het grootst
in het noorden. In de nacht naar zondag in de verschillende modeluitvoer
een sterk mistsignaal. Het kan zondagmorgen wel even duren voordat het
oplost, maar tegen de middag zal naar alle waarschijnlijkheid toch alles
wel opgelost zijn.

TEMPERATUUR:
In de nachten tijdens opklaringen en weinig wind wat lager dan in de
uitvoer, plaatselijk tot 5 graden, in de nacht naar zondag tot 3
graden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI