Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-08-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 29 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 28 augustus 2017 om 23.58 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Op 500 hPa verlaat een hoogterug vannacht ons land, waarna een
hoogtetrog ten zuiden van IJsland naar Ierland kan zwaaien, waardoor er
boven onze omgeving een krachtige zuidwestelijke bovenstroming op gang
komt.
Aan de grond bevindt ons land zich in een zadelgebied tussen een
lagedrukgebied net oost van IJsland, een thermisch lagedrukgebied
Zuidwest-Frankrijk, het Azorenhoog en een hoog boven Oost-Europa. Het
laag nabij IJsland koerst richting Noorwegen, het thermisch laag koerst
noordwaarts en komt woensdagochtend of -middag aan boven Nederland. Dit
laag heeft aan de noordoostkant een vore, die dinsdagmiddag al ons land
bereikt. Het gevolg hiervan is dat steeds warmere en vochtigere lucht
onze kant op komt, terwijl een golvend koufront dat bij het IJslandse
laag hoort dinsdagochtend NO-ZW georiënteerd het noorden van de FIR
bereikt en woensdag 18 UTC nog steeds ten noordwesten van ons land ligt.
Boven het aandachtsgebied vindt zeer veel convergentie van vocht plaats
(precipitable water in Harmonie en EC 40-50 mm) en uiteindelijk zorgt
frontogenese (Spanish Plume: Theta-w850= 18C oorspronkelijk koufront
verzwakt en activiteit wordt overgenomen door nieuw frontale zone ) voor
stratiforme neerslag in het westen met embedded Cb's. In het oosten de
hoogste temperaturen met mogelijk buien door convectie.

MODELBEOORDELING:
Belangrijkste aandachtspunt zijn de regenhoeveelheden voor woensdag. Tot
woensdag 18 UTC zijn de hoeveelheden in de laatste modelruns als volgt:
D11: maximum boven het noordwesten, 40-70 mm, Ha36 : maximum boven het
noordwesten 40-70 mm, EC12: 20-40 mm. EPS-kansen voor 10-30 mm landelijk
groot. Dit kijkende zijn de GlamEPS-kansen op meer dan 10/20 mm in 24
uur veel te laag. Gezien de stijgbewegingen die plaats gaan vinden
a.g.v. convergentie is ook niet uit te sluiten dat er onweer voorkomt,
maar als het gaat om de zwaarste randverschijnselen lijkt het gebied aan
de zuidoostflank van het thermisch laag de grootste kans te maken,
vooral als buien in de middag vanaf de grond tot ontwikkeling kunnen
komen (zie progtemps D11 EHBK van 30/12Z). De grootste onzekerheid voor
woensdag is de precieze koers en treksnelheid van het laag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de zuidoostflank van het thermisch laag komen in potentie de
zwaarste windstoten voor in een omgeving met hoge CAPE en schering, plus
vrij veel wind (50 kn) in de luchtkolom.
Woensdag 17 UTC worden de hoogste windstoten (48 kn) in het zuidwesten
berekend door Harmonie.
Verder zullen aan de noordwestflank van het laag, ten zuiden van het
koufront, 6 Bft (NO) in de kustdistricten.

BEWOLKING:
Nabij het koufront boven zee St. In de zone waarin het langdurig en veel
gaat regenen zal de grenslaag dusdanig verzadigd raken dat ook daar de
bases tot St-niveau zullen zakken. De toppen zijn hoog, FL400 . Door
warmteadvectie rond 925/850 hPa ontstaat er een potentieel onstabiele
opbouw. Optilling als gevolg van convergentie en PVA aan de oostflank
van de hoogtetrog kan dan ingebedde Cb's opleveren met evenzo hoge
toppen. Met het dichterbij komen van het koufront zien we dat door het
binnenlekken van koudere lucht onderin de opbouw van de troposfeer
steeds stabieler wordt; de progtemps (bijvoorbeeld van EHAM) beginnen
onderin steeds meer voorover te hellen.

NEERSLAG:
Vanaf dinsdagavond regen. Het eerst in het noordwesten, geleidelijk
verder landinwaarts uitbreidend. Enkele ingebedde onweersbuien aan de
zuidoostrand van het regengebied zijn mogelijk. Harmonie, INDECS geven
ook voldoende aanleiding om dat te geloven. Aan de zuidoostflank van het
thermisch laag kunnen woensdagmiddag enkele buien vanaf de grond tot
ontwikkeling komen. Convectieve modus voor deze buien lijkt met CAPE >
2500 J/kg en schering rond 40 knopen de supercelcategorie te kunnen
halen. Vooralsnog is het gezien de modellen waarschijnlijker dat deze
buien in Duitsland tot ontwikkeling gaan komen, alhoewel ze in Hirlam
net mogelijk zijn in het zuidoosten van het land. Totale hoeveelheden
regen zijn het grootst in de noordwestelijke helft. Aangezien EC t/m +72
een nieuw regengebied van het zuidwesten uit laat naderen zou het
dagtotaal in de noordwestelijke helft uit kunnen komen boven de 50 mm,
wat het criterium is voor code geel. De onzekerheden zijn op dit moment
echter te groot om een hiervoor noodzakelijke kans van minimaal 60%
ergens in een SGG te halen.

ZICHT:
Vannacht grondmist, lokaal een ondiepe mistbank. Grootste afkoeling in
het noorden. Woensdag in langdurige neerslag steeds slechter zicht,
uiteindelijk 1500-3000 m door verticale vochtadvectie.

TEMPERATUUR:
Tx morgen van 25°C op de Wadden tot lokaal 31°C in het zuidoosten. De
nacht naar woensdag wordt a.g.v. toenemende bewolking een "tropische
nacht" in het zuidoosten van het land, waar de minima lokaal niet onder
de 21°C uitkomen. Tx voor woensdag nog onzeker, omdat die bereikt wordt
aan de zuidoostflank van het laag. In Hirlam zien we bijvoorbeeld een T
om 14:00 lt van 32°C in het zuidoosten omdat in dit model het laag
noordelijker koerst. In langdurige regen komt het maximum nauwelijks
hoger dan het minimum, waardoor de verschillen van noordwest naar
zuidoost nog weleens fors kunnen uitpakken. Dat de grens tussen lage en
hoge maxima ergens boven ons land terechtkomt wordt meteen duidelijk als
de grote spreiding in de temperatuurpluim van het EC bekeken wordt.



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI