Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-08-2017 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 29 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 28 augustus 2017 om 18.31 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Ons land bevindt zicht in een zadelgebied tussen een lagedrukgebied
nabij IJsland, een thermisch lagedrukgebied boven Spanje, het Azorenhoog
en een hoog boven Oost-Europa. Het laag nabij IJsland koerst richting
Noorwegen, het thermisch laag koerst noordwaarts en komt woensdagochtend
of -middag aan boven Nederland. Dit laag heeft aan de noordoostkant een
vore. Het gevolg hiervan is dat steeds warmere en vochtigere lucht onze
kant op komt, terwijl een golvend koufront dat bij het IJslandse laag
hoort dinsdagochtend NO-ZW georiënteerd het noorden van de FIR bereikt,
maar ons land tot woensdagmiddag nog niet. Boven het aandachtsgebied
vindt zeer veel convergentie van vocht plaats (precipitable water in
Harmonie en EC 40-50 mm). Op 500 hPa verlaat een hoogterug in de nacht
naar dinsdag ons land, waarna een hoogtetrog ten zuiden van IJsland naar
Ierland kan zwaaien, waardoor er boven onze omgeving een krachtige
zuidwestelijke bovenstroming op gang komt.

MODELBEOORDELING:
Belangrijkste aandachtspunt zijn de regenhoeveelheden voor woensdag. Tot
woensdag 12Z zijn de hoeveelheden in de laatste modelruns als volgt:
D11(12): maximum boven het noordwesten, 40-70 mm, Ha36 en 38(12):
maximum boven zuidwesten en noordwesten 20-40 mm, EC06: gelijk aan D11.
EPS-kansen voor 10-30 mm landelijk groot. Dit kijkende zijn de
GlamEPS-kansen op meer dan 10/20 mm in 24 uur veel te laag. Gezien de
stijgbewegingen die plaats gaan vinden a.g.v. convergentie is ook niet
uit te sluiten dat er onweer voorkomt, maar als het gaat om de zwaarste
randverschijnselen lijkt het gebied aan de zuidoostflank van het
thermisch laag de grootste kans te maken, vooral als buien in de middag
vanaf de grond tot ontwikkeling kunnen komen (zie progtemp D11 EHBK van
30/12Z). De grootste onzekerheid voor woensdag is de precieze koers en
treksnelheid van het laag, dat ziet er op deze termijn uiteraard nog
wisselend uit.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de zuidoostflank van het thermisch laag komen in potentie de
zwaarste windstoten voor in een omgeving met hoge CAPE en schering, plus
vrij veel wind (50 kn) in de luchtkolom. Voor dit moment voorzien de
fijnmazige Harmoniemodellen echter nog niet dat dit gebied binnen de
landsgrenzen ligt. Verder zullen aan de noordwestflank van het laag, ten
zuiden van het koufront zessen (NO) komen te staan in de
kustdistricten.

BEWOLKING:
Nabij het koufront boven zee St. In de zone waarin het langdurig en veel
gaat regenen zal de grenslaag dusdanig verzadigd raken dat ook daar de
bases tot St-niveau zullen zakken. De toppen zijn hoog, FL300 en hoger.
Door warmteadvectie rond 925/850 hPa ontstaat er een potentieel
onstabiele opbouw. Optilling als gevolg van convergentie en PVA aan de
oostflank van de hoogtetrog kan dan ingebedde Cb's opleveren met evenzo
hoge toppen. Met het dichterbij komen van het koufront zien we dat door
het binnenlekken van koudere lucht onderin de opbouw van de troposfeer
steeds stabieler wordt; de progtemps (bijvoorbeeld van EHAM) beginnen
steeds meer voorover te hellen.

NEERSLAG:
Vanaf dinsdagavond regen. Het eerst in het noordwesten, geleidelijk
verder landinwaarts uitbreidend. Enkele ingebedde onweersbuien aan de
zuidoostrand van het regengebied zijn mogelijk. Harmonie, INDECS geven
ook voldoende aanleiding om dat te geloven. Aan de zuidoostflank van het
thermisch laag kunnen in de middag enkele buien vanaf de grond tot
ontwikkeling komen. Convectieve modus voor deze buien lijkt met CAPE >
1000 J/kg en schering rond 40 knopen de supercelcategorie te kunnen
halen. Vooralsnog is het gezien de modellen waarschijnlijker dat deze
buien in Duitsland tot ontwikkeling gaan komen, alhoewel ze in Hirlam
net mogelijk zijn in het zuidoosten van het land. Totale hoeveelheden
regen zijn het grootst in de noordwestelijke helft. Aangezien EC t/m +72
een nieuw regengebied van het zuidwesten uit laat naderen zou het
dagtotaal in de noordwestelijke helft uit kunnen komen boven de 50 mm,
wat het criterium is voor code geel. De onzekerheden zijn op dit moment
echter te groot om een hiervoor noodzakelijke kans van minimaal 60%
ergens in een SGG te halen.

ZICHT:
Komende nacht grondmist, lokaal een ondiepe mistbank. Grootste afkoeling
in het noorden. Woensdag in langdurige neerslag steeds slechtere
zichten, uiteindelijk 1500-3000 m door verticale vochtadvectie.

TEMPERATUUR:
Tx morgen van 25°C op de Wadden tot lokaal 31°C in het zuidoosten. De
nacht naar woensdag wordt a.g.v. toenemende bewolking een tropische in
het zuidoosten van het land, waar de minima lokaal niet onder de 21°C
uitkomen. Tx voor woensdag nog onzeker, omdat die bereikt wordt aan de
zuidoostflank van het laag. In Hirlam zien we bijvoorbeeld een T om 12Z
van 32°C in het zuidoosten omdat in dit model het laag noordelijker
koerst. In langdurige regen komt het maximum nauwelijks hoger dan het
minimum, waardoor de verschillen van noordwest naar zuidoost nog weleens
fors kunnen uitpakken. Dat de grens tussen lage en hoge maxima ergens
boven ons land terechtkomt wordt meteen duidelijk als de grote spreiding
in de temperatuurpluim van het EC bekeken wordt.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI