Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-08-2017 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 21 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 20 augustus 2017 om 05.44 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Boven de Noordelijke Noordzee bevindt zich een lagedrukgebied dat
langzaam richting Scandinavië trekt. Aan de zuidflank hiervan voert een
westelijke stroming onstabiele maritiem polaire lucht aan waarin enkele
occlusierestanten naar onze omgeving worden getransporteerd. Deze
schampen vandaag het noorden van het land en trekken vervolgens
oostwaarts. Vanuit het zuidwesten nadert in de loop van de dag een rug
van hoge druk hetgeen zorgt voor een afname van de cyclonaliteit in het
stromingspatroon en een sterke afname van de onstabiliteitsdiepte. De
rugas trekt gedurende maandag traag van zuidwest naar noordoost over het
land, zuidwest van de rugas schuift een warmtefrontafloper over België
dieper Europa in. Op hoogte begint dan langzaam warmere lucht binnen te
komen, het grondwarmtefront (dauwpunt rond 15°C) bereikt echter pas in
de nacht naar dinsdag het zuidwesten van de FIR.

MODELBEOORDELING:
Zoals wel vaker hebben EC/Hirlam moeite de buien landinwaarts te
verplaatsen. Ha36 doet het wat dat betreft beter. Bij een zwakke trog
boven Limburg geeft Hirlam als enige wat St-bewolking, gezien de
actualiteit heeft deze het bij het rechte eind. Bij de
warmtefrontafloper kleine verschillen in timing en positie, de neerslag
valt echter uit een hoge basis en zal vermoedelijk nauwelijks de grond
bereiken. Hirlam verdampt over het algemeen te weinig van die neerslag
onderweg en heeft dus de hoogste intensiteiten. In de nacht naar maandag
komt Hirlam met een mistsignaal, maar lijken de dauwpunten aan de hoge
kant. Een ondiepe mistbank is evenwel mogelijk.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de kustdistricten 6 Bft, vanuit het zuidwesten gaan deze op nadering
van de rug geleidelijk verdwijnen. In een bui kan nog een uitschieter
25-30 kn voorkomen.

BEWOLKING:
Een cumuliform beeld in de polaire lucht. Bij de occlusierestanten soms
geclusterde Cb's. Onstabiliteitsdiepte eerst nog rond FL200 boven zee,
vanochtend en vanmiddag op veel plaatsen sterk dalend naar FL070 (Tcu).
In het noord(oost)en vanmiddag nog enkele Cb's tot circa FL150.
Overigens kans op St-bewolking in Limburg bij een zwakke trog. Ook op
maandag is een enkele TCU nog niet uitgesloten. Nabij de
warmtefrontafloper en op nadering van het warmtefront neemt in het
zuidwesten de middelbare en hoge bewolking toe. Bij het grondwarmtefront
sterke indicatie voor lage St-bewolking.

NEERSLAG:
Bij de occlusierestanten buien in het noorden en oosten, in de middag
nadert van het zuidwesten uit de rug waardoor de buien vanaf daar worden
onderdrukt. In het noordoosten van de FIR is aanvankelijk nog kans op
onweer (koudste bovenluchten). In het noordoosten kan de buiigheid
echter tot in de avond aanhouden. Maandag overdag zeer plaatselijk nog
een enkele lichte regenbui in het midden van het land, maar op de meeste
plaatsen droog. Regen behorend bij de warmtefrontafloper blijft
waarschijnlijk ten zuiden van ons land.

ZICHT:
10+ km in de polaire lucht. In een bui 5-8 km, mogelijk 3-5 km in een
zwaardere bui. In de nacht naar maandag in opklaringen kans op grondmist
of een ondiepe mistbank.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI