Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 16 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 15 augustus 2017 om 16.03 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de voorzijde van een golvend koufront net voor de westkust wordt
boven onze omgeving met een zuidwestelijke bovenstroming vrij warme
lucht aangevoerd (theta-W waarden 16-17 graden). Een tweetal ZW-NO
georienteerde convergentiezones lagen om 15 UTC boven het land, een
eerste boven het zuidoosten en de tweede boven het zuidwesten. Op beide
zones vindt verhoogde buienactiviteit plaats. De convergentiezones
trekken oostwaarts en verlaten het land in de eerste helft van de avond,
kort gevolgd door het koufront. Achter de westelijk gelegen
convergentiezone draait de wind in de onderste regionen naar het
(noord)westen en vindt in de onderste km's van de atmosfeer kouadvectie
plaats. In de bovenlucht ligt een trog boven Engeland en deze loopt in
op het koufront, tevens positioneert zich een jet boven ons land en komt
het oosten van het land onder de rechter ingang te liggen. Vannacht
nadert een brede rug van hoge druk onze omgeving, de rugas passeert
morgen overdag van west naar oost het land.


MODELBEOORDELING:
De zwaarste buien ontwikkelen zich op de meest oostelijk gelegen
convergentiezone, de modellen geven die indicatie ook. Erachter lijkt
kouadvectie in de onderste regionen van de atmosfeer zware convectie te
beletten, in opklaringen is nabij Zeeuws-Vlaanderen op de andere
convergentielijn toch nog een onweersbui ontstaan. De vraag is of deze
convergentiezone nog een onweersbui kan opleveren boven Noord-Brabant.
Dat zou dan met name door toedoen van bovenluchtforceringen moeten
komen, de dagelijkse gang gaat natuurlijk niet meer meewerken.
Aandachtspunt is de mogelijke ontwikkeling van mistbanken vannacht, alle
modellen laten hiervoor sterke indicatie zien. Met een combinatie van de
reeds gevallen neerslag, opklaringen en de naderende rug lijken alle
ingrediënten aanwezig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen seinen. Bij onweersbui op de oostelijk gelegen convergentielijn
plaatselijk nog kans op uitschieters rond 30 kn.

BEWOLKING:
Tot aan de passage van het koufront enkele CB's, met name bij de
oostelijk gelegen convergentiezone geclusterd en met toppen tot FL350.
Verder ook velden AC en SC, bij het koufront af en toe SC 1000-1500 vt,
vanavond boven land kans op wat flarden ST-bewolking. In de loop van de
avond en vannacht brede opklaringen. Morgenochtend er is kans dat
dikkere mistbanken tijdelijk overgaan in lage ST, beide Harmonies laten
dit beeld zien. Morgen overdag CU-bewolking.

NEERSLAG:
Vooral bij de oostelijk gelegen convergentiezone enkele pittige
onweersbuien in een regime van 1000-1500 J/Kg MUCape en ca. 30 kn
windschering. Kans op (grote) hagel lijkt gezien Preflits niet groot.
Plaatselijk valt daarbij behoorlijk wat neerslag, 20-30 mm in korte tijd
is her en der waargenomen. Op de tweede convergentielijn lijkt de kans
op een onweersbui niet groot. Nabij het koufront nog een enkele
(ingebedde) bui, de kans op onweer is daarbij niet groot. Morgen blijft
het droog, de typische lichte regenbuitjes in Ha36 negeren we.

ZICHT:
Komende nacht grote kans op mistbanken, die lokaal behoorlijk dicht
kunnen zijn. Ingrediënten hiervoor zijn duidelijk aanwezig (zie
modelbeoordeling), geowind bij de rug daalt naar rond 10 kn. Duidelijk
indicatie ook in de diverse TAF-g. Mogelijk gaan dikkere mistbanken
morgenochtend tijdelijk over in lage ST-bewolking.

TEMPERATUUR:
Na passage van de convergentiezones en het koufront kunnen de modellen
weer gevolgd worden. Ha36 komt morgen met Tx 25-26, te wijten aan
incorrecte oppervlaktefluxen (latent/voelbaar).



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI