Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 15 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 14 augustus 2017 om 11.07 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven het noorden van Polen trekt oostwaarts. Aan de
zuidwestflank is in onze omgeving sprake van een zuidoostelijke stroming
waarmee steeds warmere lucht wordt aangevoerd. Een complex
lagedrukgebied net noord van de Britse Eilanden trekt langzaam
noordwaarts en ligt dinsdagavond nabij IJsland. Bijbehorend zwak
warmtefront boven Engeland trekt noordoostwaarts over de Noordzee. Een
thermisch lagedrukgebied boven de Golf van Biskaje trekt noordoostwaarts
en bereikt, in de vorm van een vore (theta-W waarden 16-17 graden),
dinsdag in de tweede helft van de ochtend de zuidwestkust. Vervolgens
trekt de vore oostwaarts over het land en verlaat het oosten in de
tweede helft van de middag. De wind draait vervolgens naar het westen en
voert in de onderste luchtlagen dan koelere lucht aan. De vore wordt
gevolgd door een zwak koufront dat aan het begin van de avond N-Z
georienteerd boven de westkust ligt en het oosten aan het einde van de
avond verlaat. Na passage wordt de stroming ook op grotere hoogte
westelijk en wordt er drogere lucht aangevoerd. Een hoogtetrog ten
westen van Ierland bereikt vervolgens in de avond het land en ligt
woensdagochtend boven Denemarken.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is vooral de buiigheid voor morgen. Nabij de vore neemt de
kans daarop in de loop van de ochtend toe en zal op dagelijkse gang in
de middag verder activeren. De intensiteit van de buien morgenmiddag is
(mede) afhankelijk van de positie van de vore (EC halverwege de middag
positie in het oosten, Hirlam in het midden, Harmonie in het westen).
Het gevolg is dat EC in de middag de zwaardere buien in Duitsland
berekend, Hirlam in het oosten en Harmonie mogelijk ook in het midden.
Tevens is de vraag hoeveel bewolking er morgenochtend al aanwezig is om
de buien verder te kunnen laten activeren. Nog voldoende onzekerheden
dus. Zie verder het onderdeel neerslag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Seinen nu alleen op het noorden van de Noordzee, conform modeloutput (7
Bft). Morgenmiddag, indien de stevigere buien zich weten te ontwikkelen,
zijn er windstoten mogelijk van 35-40 kn, lokaal berekend Harmonie nog
krachtigere windstoten.

BEWOLKING:
SC-velden met een basis van 6000-7000 vtt, overdag ook wat CU rond 3000
vt. In het noordoosten is in de loop van de middag een enkele TCU
mogelijk. Toppen bereiken maximaal FL100.
Vanaf dinsdag ochtend toenemende kans op enkele CB's, aanvankelijk op
hoogte (basis rond 5000 vt), toppen FL250-FL300. In de loop van de
middag voor en nabij de vore uit gevoed vanaf de grond, dan ligt de
basis rond 3000 vt en kunnen de toppen reiken tot FL350.

NEERSLAG:
In de loop van de middag in het noordoosten mogelijk een geisoleerde
bui.
Vanaf dinsdagochtend een toenemende kans op enkele onweersbuien.
Allereerst op hoogte nabij de vore in het westen. CAPE waarden zullen
daar dus nog beperkt zijn (zo'n 400-700 J/kg). Vanaf het moment dat de
buien vanaf de grond gevoed worden loopt dit op naar 1500-2000 J/kg en
lokaal nog iets meer. Schering ligt tussen 35 en 40 kn. Convectiemodus
dus multicell. Veel neerslag is ook mogelijk (PW 35-40, lokaal nog iets
meer). Hagel is bij dit soort CAPE waarden ook goed mogelijk.
Onweerskansen zijn hoog, zeker morgenmiddag verder landinwaarts; in het
(zuid)oosten bijna 100% kans met ook vrij hoge kansen op nog meer
ontladingen.
Aanwezige triggers; hoogtetrog, convergentie nabij de vore, behalen
convectietemperatuur. Zaken die de ontwikkeling kunnen beperken; een
oostelijkere positie (zoals in EC) van de vore. Mate van bewolking.

ZICHT:
Komende nacht lokaal mogelijk grondmist. Geowind is vrij hoog, dus
mistbanken zijn niet waarschijnlijk. Morgen uiteraard zichtbeperkingen
bij de buien.

TEMPERATUUR:
Nabij en voor de vore uit temperaturen die in het oosten oplopen tot
zo'n 27 graden, lokaal mogelijk nog wat hoger. In het westen beduidend
lager (afhankelijk van de positie van de vore).



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI