Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-08-2017 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 09 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 08 augustus 2017 om 05.23 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ligt nagenoeg stationair nabij het noordwesten van
Schotland en vult daar langzaam op. Bijbehorend frontaal systeem boven
het noordwestelijke deel van het FIR gebied trekt langzaam noordwaarts
en verlaat ons aandachtsgebied aan het einde van de ochtend. Een
thermisch laag boven het noorden van Frankrijk trekt aan de oostflank
van een langgolvige hoogtetrog noordwaarts, ligt komende middag boven
ons land en bereikt de Noordzee in de loop van de avond. De hoogtetrog
bereikt ons land aan het einde van de middag en wordt uiteindelijk
ingevangen door een hoogtelaag dat dinsdagavond boven Bretagne ligt en
woensdagavond boven het midden van Frankrijk.

MODELBEOORDELING:
Er zitten wat verschillen in de evolutie van het thermische laag. Dit
uit zich in enige onzekerheid m.b.t. de exacte positie van de
lagedrukkern; Hirlam berekent vanmiddag een kern net ten oosten van ons
land, terwijl de overige modellen de kern redelijk eensluidend midden
boven ons land berekenen (voorlopig houden we dit laatste aan). In de
nacht van dinsdag op woensdag moet het laag vervolgens ten noorden van
ons land komen te liggen, maar de verschillen m.b.t. de positie en
kerndruk nemen dan wel wat toe. Dit uit zich vooral in vrij grote
verschillen in windrichting en windsnelheid in het Waddengebied en noord
daarvan (zie item wind). Voor wat betreft de positionering van de
neerslaggebieden zijn alle modellen wel behoorlijk eensluidend. Er valt
behoorlijk wat neerslag; alle modellen komen lokaal tot 20-40 mm/6 uur,
heel lokaal zelfs nog iets meer. De kans op deze hoeveelheden is het
grootst in het noorden van het land.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zoals hierboven al werd opgemerkt zijn er behoorlijke verschillen te
zien in de berekende wind als het thermische laag komende nacht ten
noorden van ons land komt te liggen. Wegens de oostelijkere positie van
de lagedrukkern in Hirlam wordt in het Waddengebied nauwelijks 6 Bft
gehaald, terwijl Harmonie 36 net noord van de Wadden met een 8, mogelijk
9 Bft komt. EC en Harmonie 38 zitten daar tussenin met 6-7 Bft. Ook de
richting waaruit de wind komt varieert (zuidwest in Harmonie tot
noordwestelijk in Hirlam). Het is nog lastig te zeggen welke oplossing
het gaat worden. Voorlopig gaan we qua windsnelheid voor het
Waddengebied uit van 6 en mogelijk 7 Bft.
Bij de buien in het noorden van het land zijn windstoten mogelijk van
30-35 kn. Mogelijke oorzaken zijn grotere uitwisseling wegens de hogere
temperatuur die daar behaald wordt, meer wind op hoogte aan de
noordoostflank van de lagedrukkern waarmee door impulsuitwisseling de
windstoten dus hoger uit kunnen pakken en eventueel ook de grote
hoeveelheid neerslag (water loading).

BEWOLKING:
Nabij het front in het noordwesten van de FIR Sc en ingebedde
Cb's/TCu's. Boven land middelbare en hoge bewolking en vervolgens in de
middag vanuit het zuiden (ingebedde) Cb's. In de loop van de middag
wordt door de nadering van de hoogtetrog de neerslag steeds meer
convectief van aard. Toppen rond FL300. Vooral nabij het grondlaag
sterke indicatie in de modellen voor St-bewolking rond 500 vt. In de
nacht naar woensdag beperken de Cb's zich steeds meer tot het westen en
noorden van het land. Woensdag overdag Cu en enkele Cb's, toppen rond
FL150.

NEERSLAG:
Bij het front wat buiige regen. Dinsdag vanaf het einde van de ochtend
vanuit het zuiden buiige regen, door nadering van de hoogtetrog wordt de
neerslag steeds meer convectief van karakter. CAPE waardes van EC liggen
op maximaal 400 J/kg. Hirlam berekent een veel hogere MUCAPE (zo'n 1000
J/kg), maar gezien de verticale profielen lijkt MUCAPE niet het meest
representatief te zijn. Schering over het algemeen niet veel meer dan 25
kn. Aandachtspunt is de neerslagaccumulatie. PW-waarden zijn met 30-35
kn vrij hoog en met name in het noorden zien we vrij hoge intensiteiten.
Zoals hierboven beschreven komen modellen allemaal met lokaal indicatie
20-40 mm of zelfs meer in 6 uur. Dat zijn overigens ook meteen de 24-h
accumulaties. Onweerskansen in het neerslaggebied liggen rond 60%
(INDECS). Het neerslaggebied trekt in de nacht naar woensdag noordwaarts
weg, wel blijft de kans op een bui aanwezig.

ZICHT:
De zichten lopen uiteraard terug in neerslag, maar later waarschijnlijk
ook nabij het laag. Daar weinig stroming en vochtige lucht (echter
weinig uitstraling). Mocht het in de nacht naar woensdag opklaren dan
mogelijk een mistbank, al laten de modellen (geowind orde 15 kn) een
grotere kans op nevel/turbulentiestratus zien.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI