Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-08-2017 00:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 04 augustus 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 03 augustus 2017 om 00.33 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied nabij Ierland trekt de komende periode langzaam en
opvullend richting Zuid-Noorwegen. Aan de zuidflank hiervan komt vooral
donderdag overdag een stevige zuidwestelijke stroming te staan. Een
frontaal systeem, dat onder invloed van een krachtige jet op een split
level-front lijkt (zie satellietbeelden en cross-secties), passeert de
komende 12 uur het land. Het warmtefront was om 00 UTC gesitueerd boven
het noordwesten en trekt verder noordwaarts. Het hoogtefront verlaat aan
het begin van de ochtend het oosten, het grondfront pas in de eerste
helft van de middag. Hierna worden diverse kortgolvige troggen
aangevoerd, de belangrijkste later vanmiddag (vooral het noorden van de
FIR) en vrijdagochtend. Later op vrijdag zou een oude ingedraaide
occlusierestant het noorden van de FIR nog even kunnen aandoen.

MODELBEOORDELING:
De neerslag bij het frontale systeem wordt het best weergegeven door
Hirlam. In alle modellen is enig signaal terug te vinden voor een
ingebedde CB, met name op nadering van en bij het hoogtefront. Progtemps
zien er niet indrukwekkend uit, we sluiten de mogelijkheid op buiige
regen echter niet uit. Timing van doorkomst van het grondkoufront is
tamelijk consistent. Verder is er momenteel meer lage bewolking met
bovendien een lagere basis dan de modellen aangeven, iets dat we vaker
zien bij doorvallende neerslag bij (warmte)fronten.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de zuidflank van het laag een stevig windveld, de piek valt
vanmiddag en vanavond met langs de kust en het IJsselmeer 7 Bft en
uitschieters 70-80 km/h. Voor het zuidwestelijk kustgebied behoort een 8
Bft tevens tot de mogelijkheden (mede a.g.v. het venturi-effect in het
Kanaal), de modellen (op EC na) geven hiervoor enig signaal. In de nacht
naar vrijdag iets afnemende wind, maar aanhoudend seinen (6 Bft) in de
kustdistricten.

BEWOLKING:
Nabij het warmtefront en het grondkoufront voornamelijk boven zee
St-bewolking, ook onder 500 vt. Boven land tot en met de passage van het
hoogtefront Sc rond 4000 vt (en een kans op een embd CB met basis rond
FL060, toppen FL250), pas bij het grondkoufront kan de basis tijdelijk
dalen naar 1000-1500 vt. Na passage van het grondkoufront convectieve
bewolking, bij genoemde troggen reikt de onstabiliteitsdiepte boven zee
nog tot circa FL250 (Cb's), boven land is dat over het algemeen beperkt
tot maximaal FL100 (Tcu's). Bij het oude ingedraaide occlusierestant
boven zee mogelijk ST/SC rond 1000 vt.

NEERSLAG:
Op nadering van en bij het hoogtefront perioden met regen, die mogelijk
wat buiig van karakter wordt (MUCAPE 200-400 J/Kg). Het grondkoufront
levert coalescentieneerslag (motregen of een enkele TCU) op. Hierna
enkele buiigheid, vooral bij genoemde troggen. Overigens lijkt er
vrijdagochtend ook sprake te zijn van kustconvergentie te zijn. Boven
het noord(west)en van de Noordzee is er kans op onweer (MUCAPE in de
orde 500 J/Kg, toptemperaturen -35°C). Bij het oude ingedraaide
occlusierestant boven zee mogelijk ook wat stratiforme neerslag.

ZICHT:
Bij het warmtefront lopen de zichten in neerslag terug tot onder 5 km,
elders met een hogere basis nauwelijks teruglopende zichten. Bij het
grondkoufront in coalescentieneerslag is de kans groter dat het ook
elders tot onder 5 km tijdelijk terugloopt. Na passage van het frontale
systeem in de polaire lucht buiten buien goede zichten.

TEMPERATUUR:
Mogelijk wordt in het zuidoosten nog een zomerse 25°C gehaald voor
passage van het grondkoufront.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI