Guidance modelbeoordeling voor Nederland

15-07-2017 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 16 juli 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 15 juli 2017 om 15.45 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied nabij IJsland beweegt noordoostwaarts. Een occlusie
lag rond 14 UTC boven de zuidwestkust en trekt oostwaarts en verlaat het
oosten in de nacht naar zondag. Rond 23 UTC ligt een warmtefront boven
de westkust en trekt oostwaarts over het land. In de warme sector
(theta-w 16-17°C) wordt de lucht vochtiger. Zondagmiddag bereikt een
golvend koufront het noordwesten van het land en beweegt zuidoost over
het land om boven het zuiden tot stilstand te komen. Noord van dit
koufront wordt er met een noord tot noordwestelijke stroming drogere
lucht aangevoerd. Zondagavond en in de nacht naar maandag beweegt er
vanaf Engeland een rug van hogedruk richting het noorden van Nederland.
In de bovenlucht ligt momenteel een rug boven de Noordzee, deze bereikt
zondagmiddag het oosten van Nederland. In de nacht naar maandag trekt er
een zwakke bovenluchttrog oostwaarts over de noordelijke Noordzee.
Maandagochtend bouwt er boven Ierland een tweede hoogterug op.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de lucht die achter het warmtefront beduidend vochtiger
wordt. Alle modellen geven hier een indicatie voor nevel en/of ST.
Alleen Hirlam geeft voor het warmtefront uit (tussen de occlusie en het
warmtefront in) al een signaal voor ST en/of BR, gezien het feit alle
modellen de ST boven Engeland daar onderschat hebben, gaan we er wel
vanuit dat St en/of nevel vlak voor het warmtefront mogelijk is (vooral
boven de Noordzee), net als bij het warmtefront en in de warme sector.
Hirlam berekent op het warmtefront meer (mot)regen dan zowel EC als
Harmonie. Hirlam doet dit vaker bij neerslag uit SC en lijkt momenteel
qua gebiedsgrootte iets overdreven, ook aangezien niet alle neerslag die
op de radar te zien is de grond bereikt. Als signaal functie lijkt het
ook nu echter wel vrij goed, boven Engeland werd zo hier en daar op het
warmtefront regen gemeld. Het warmtefront bevindt zich voor een groot
deel aan de voorzijde van een opbouwende hoogterug (dus NVA die
warmte-advectie tegenwerkt) en vertoont qua neerslag niet of nauwelijks
activiteit. Gezien de actualiteit lijkt Hirlam de beste leidraad voor de
neerslagverwachting.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op de noordelijke Noordzee 7 Bft, de komende uren afnemend.

BEWOLKING:
Voor het warmtefront uit, bij het warmtefront en in de warme sector
lokaal ST. De modellen komen in de nacht naar maandag en maandagochtend
in de rug van hoge druk boven de Noordzee ook met een mistsignaal, dit
zal hoogstwaarschijnlijk ST zijn (gezien het relatief warme zeewater).

NEERSLAG:
Bij de occlusie, bij het warmtefront en nabij het koufront (mot)regen.
Ook in de warme sector kan de bewolking zo nu en dan dik genoeg zijn om
wat neerslag te produceren. Het stelt naar verwachting weinig voor.

ZICHT:
Voor het warmtefront uit, bij het warmtefront en in de warme sector
lokaal nevel. Ook slechte zichten in de (mot)regen. In de nacht naar
maandag net noord van het koufront klaart het op en kunnen er ondiepe
mistbanken en/of nevel ontstaan, alle modellen geven hier een indicatie
voor.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar maandag noord van het koufront een minimumtemperatuur
rond 8°C.



Paraaf meteoroloog: blij
Bron: KNMI