Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 11 juli 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 10 juli 2017 om 18.09 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vlak lagedrukgebied boven het midden van de Noordzee trekt
noordoostwaarts en bereikt Noorwegen dinsdagochtend. Bij ons is hierdoor
sprake van een zuidwestelijke stroming waarmee vrij warme en vochtige
lucht aangevoerd wordt. Een NNW-ZZO georienteerd zwak koufront boven de
westkust trekt oost en verlaat het noordoosten in de nacht. Het koufront
wordt in de nacht gevolgd door een zwakke occlusie die momenteel boven
East-Anglia ligt. De occlusie verlaat het land aan het einde van de
nacht. Een volgende zwakke occlusie bereikt vervolgens de westkust vroeg
in de ochtend en verlaat het oosten in de tweede helft van de ochtend.
Na passage volgt er een zwakke hoogtetrog die morgenmiddag het land
passeert. Vanaf het einde van de dinsdag nadert er een lagedrukgebied
dat dan boven het zuidwesten van Engeland ligt en woensdagochtend boven
het uiterste noordwesten van Frankrijk. Op nadering van dit systeem
loopt er in de zuidwestelijke stroming nog een oud frontaal systeem onze
kant op en bereikt het land aan het begin van de avond. Een N-Z
georienteerde hoogtetrog bereikt vervolgens East-Anglia op
woensdagochtend.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt is momenteel de aanwezigheid van buien
(in het oosten onweer en waarschijnlijk ook hagel). De modellen
verschillen nogal, maar dit is niet verrassend gezien het feit dat het
een buiensituatie betreft. Vooral actualiteit volgen en de algemene lijn
van de modellen bekijken (waar is de meeste onstabiliteit aanwezig).
Overigens is er boven het midden van het land ook een zone met wat meer
stratiforme neerslag aanwezig die Hirlam en EC wel representatief
weergegeven, maar de Harmonieversies niet.
Andere aandachtspunten;
- grenslaagcondities boven zee nabij het lagedrukgebied (ST en lokaal FG
worden berekend).
- Buiigheid morgen overdag (beduidend minder actief dan vandaag) en de
meer stratiforme neerslag later op de dag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Momenteel bij de buien in het oosten rond 25 kn uitschieters. Harmonie
laat dit ook zien. Morgen kan dit bij een bui wederom het geval zijn; al
zijn de buien dan iets minder intens, er is wel wat meer wind in de
bovenlucht te vinden waardoor de uitwisseling van deze impuls toch nog
kan leiden tot zo'n windstoot.

BEWOLKING:
Bij buien CB's, verder is er momenteel nauwelijks sprake van lage
bewolking. Alleen net voor de westkust zitten wat kleine gebieden ST. In
de nacht moet er vooral in het midden en noorden van het land overal wat
SC/ST bewolking gaan ontstaan, dit kan ontstaan in de opklaringen die
aanwezig zijn na passage van het koufront, maar ook bij de occlusie zit
wat lage SC/ST bewolking. Morgen lost dit op dagelijkse gang vlot op,
waarna in de loop van de middag weer enkele CB's ontstaan. In het
noorden van het land is overigens op passage van de occlusie komende
nacht ook een enkele TCU/CB mogelijk. Later in de middag op nadering van
het laag en de oude occlusie stratiforme bewolking met een hoge basis.

NEERSLAG:
In het oosten nu nog actieve onweersbuien, hagel kan zich lokaal ook
voordoen. Toppen rijken tot zo'n FL350. Na passage van het koufront is
de kans op deze actieve buien verkeken. Overigens worden de buien nu
uiteraard niet meer vanaf de grond gevoed, maar door convergentie zien
we nu dat er her en der nog wel nieuwe buien ontstaan. CAPE waardes nu
in het oosten 1000-1500 J/kg, lokaal daar nog iets boven. Shear nog rond
25 kn, al moet dit de komende uren minder worden. Organisatiegraad is
multicell. Komende nacht en ochtend nog een enkele TCU/CB op de
passerende occlusie in het noorden van het land met toppen rond FL150.
Morgen overdag enkele CB's met toppen rond FL200 die ontstaan door
dagelijkse gang en het arriveren van de zwakke hoogtetrog. Daarna
stratiforme neerslag vanaf het einde van de middag op nadering van het
lagedrukgebied en de zwakke occlusie die daar vooruit zit.

ZICHT:
Goed, komende nacht lopen de zichtwaarden iets terug. Echt slecht wordt
het niet aangezien er wind blijft staan. In het noordelijke FIR gedeelte
komen enkele modellen met een mistsignaal. De lucht is daar ook nog
vochtig en het zeewater is daar niet al te warm (zo'n 16 graden). Is dus
een mogelijkheid, en is ook als zodanig opgenomen in de berichtgeving.

TEMPERATUUR:
Morgen beduidend lagere temperaturen. Verder weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI