Guidance modelbeoordeling voor Nederland

22-06-2017 00:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 23 juni 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 22 juni 2017 om 01.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag nabij IJsland heeft een vore tot over Schotland. Deze vore
beweegt oostwaarts en trekt vannacht en in de ochtend over de Noordzee
naar Denemarken. De stroming wordt zuidelijk waarmee nog iets warmere
lucht wordt aangevoerd. In de tropische lucht is een vore boven het
westen van Frankrijk aanwezig. Deze vore trekt in de ochtend van west
naar oost over het land. Een zwak koufront, behorend bij het
eerdergenoemde laag ligt komende nacht boven de Britse Eilanden en
bereikt donderdagavond onze westkust. Een kleinschalige bovenluchttrog
(ULL op 500 hPa) loopt op het front in en zorgt voor activatie. In de
avond en in de nacht naar vrijdag beweegt er nog een ingedraaide
occlusie over de Noordzee oostwaarts en schampt daarbij het noordoosten
van ons land. Vrijdag overdag bevinden we ons in een westelijke stroming
met de aanvoer van getransformeerde maritiem polaire lucht. In de
ochtend passeert er een trekrug. De occlusie behorend bij een volgend
laag zuid van IJsland bereikt in de tweede helft van de avond de
noordwestkust.

MODELBEOORDELING:
Het hierboven beschreven beeld laten alle modellen wel zien. Verschillen
in timing en positionering zijn vooralsnog klein. Echter de
neerslagactiviteit van de diverse beschreven fenomenen worden door de
modellen verschillend berekend. De passerende vore zorgt voor een lichte
afkoeling door kouadvectie vanuit het westen en het ontstaan van een
inversie waardoor de kans op het ontstaan van buien vanaf de grond vrij
klein wordt. Mogelijk dat het in het uiterste oosten nog net wel lukt
vanaf de grond. Hirlam en berekent aan het eind van de middag en begin
van de avond buiige neerslag op en net voor het koufront (westflank van
de vore) en dan op de vore boven Duitsland buien. De buienkans moet
vooral van het koufront komen die bovendien nog een geactiveerd door de
kleinschalige bovenluchttrog die er op inloopt. Er is dan voldoende
middelbare onstabiliteit aanwezig die door PVA aangesproken kan worden.
Harmonie36/38 berekenen op het koufront boven Nederland vreemd genoeg
amper neerslag en laten de buien pas in Duitsland activeren.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot in middag geen bijzonderheden. De buien die in de zeer warme lucht
vanaf de grond kunnen ontstaan (waarschijnlijk net ten oosten van ons
land) zouden zware windstoten kunnen hebben. Met name HAR36 laat dat
zien. De kans op zware windstoten nabij het buien van het koufront is
kleiner vooral omdat de buiigheid hier vanaf enige hoogte ontstaan.
Modellen zitten veelal rond de 35 kn. Verder in de kustdistricten vlak
voor het koufront al seinen voor 6 Bft, bij de ingedraaide occlusie in
de avond en in de nacht naar vrijdag ook in het noordelijk kustgebied,
dan zelfs een kleine kans op 7 Bft. Later op vrijdagmiddag en in de
avond weer nieuwe seinen voor 6 Bft in de zuidwestelijke
kustdistricten.

BEWOLKING:
In het noordelijk deel van de FIR velden AC-bewolking met kans op enkele
Cb's, basis rond 6000 vt, toppen tot ca. FL400. In de middag zien we net
ten (zuid)oosten van ons land de ontwikkeling van Cb's, de benodigde
temperatuur voor buien vanaf de grond ligt rond de 35 graden. Ook hier
een hoge basis (ca. 6000 vt) en toppen tot ca. FL400. Bij het koufront
wat meer gelaagde bewolking en maar waarschijnlijk ook Cb's, progtemps
geven middelbare onstabiliteit te zien. Nabij de ingedraaide occlusie
een duidelijk signaal voor stratus. Vrijdag overdag alleen wat ondiepe
Cu-bewolking, later bij de occlusie weer gelaagde frontale bewolking.

NEERSLAG:
Vannacht boven het noorden van de FIR mogelijk enkele onweersbuien,
alle modellen geven iets dergelijks weer. Dit lijken onweersbuien vanuit
middelbare onstabiliteit te zijn. Er is wellicht enige forcering vanuit
de bovenlucht, een zwakke rechteringang van een jet (70 kn) en wat PVA
op 500 hPa en warmteadvectie. Mu-Cape waarden boven zee gaan naar
1500-2500 J/kg, schering vanaf hoogte boven zee rond 20 kt, derhalve
kans op multicells. Overdag boven ons gehele land een Mu-CAPE van boven
de 2500 J/kg, deze lijkt echter net ten oosten en zuidoosten van ons
land voor buien aangesproken te kunnen worden. Met een schering van
30-40 kn is dit een situatie die potentieel gevaarlijk is. Het signaal
van deze buien in de modellen is boven ons land niet al te sterk omdat
er in de onderste niveaus weinig vocht voorhanden is en de CIN net iets
te groot, de benodigde temperatuur voor buien vanaf de grond ligt rond
de 35 graden. Als deze ontstaan dan gaan ze ook vergezeld gaan van
onweer, hagel, (zware) windstoten en veel regen in korte tijd. Op het
koufront in Hirlam ook een duidelijk buiensignaal, maar deze zijn vanaf
middelbare hoogte, met een CAPE van 1000-2000 J/kg en een effectieve
schering van ruim 30 kn kunnen ook deze buien goed georganiseerd zijn
inde vorm van multicells. De beide Harmonies laten op het koufront nu
geen actieve buien meer zien boven ons land, maar net over de grens in
Duitsland. INDECS komt bij de buien op het koufront met kansen rond de
50% op minstens 1 ontlading, de voorwaardelijke kansen op meer dan 50
ontladingen ligt op 50-70%. De buien in de hete lucht die waarschijnlijk
net ten (zuid)oosten zullen ontstaan geven veel hogere
bliksemactiviteit.

ZICHT:
Meest goed zicht, in de buien kortdurend sterk teruglopende zichten.

TEMPERATUUR:
Modellen ontlopen elkaar niet veel v.w.b. het verloop van de
temperatuur. Opvallend zijn de zeer de hoge minima en maxima, actueel op
veel plaatsen nog ruim boven de graden, overdag in het zuidoosten lokaal
mogelijk 34-35 graden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI