Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 22 juni 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 21 juni 2017 om 06.03 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een centrum van hogedruk boven het midden van de Noordzee beweegt
langzaam zuidoost en ligt in de middag de Duitse Bocht. Een barokliene
zone ligt vannacht en overdag boven het midden van het land. Deze zone
is dinsdag als koufront het land binnengekomen, maat door verdergaande
subsidentie is er geen frontale bewolking meer aanwezig. Derhalve zien
we boven ons land alleen de thermische tegenstellingen met in het
noordoosten de koelere lucht en in het zuiden nog steeds de zeer warme
lucht. In de avond zien we het hoog naar Duitsland wegschuiven en nadert
er van het zuidwesten uit een vore. Door deze ontwikkeling beweegt de
barokliene zone weer noordoostwaarts en komt het gehele aandachtsgebied
weer in de warme lucht terecht. De vore zelf brengt nog wat warmere
lucht mee met op donderdag Theta-w 850 waardes van 18 a 19 graden. Na
passage van de vore donderdag overdag draait de wind naar het westen en
stroomt er al iets koelere lucht vanaf de Noordzee het land op. Het
eigenlijke koufront trekt in de avond van west naar oost over het land,
in de bovenlucht begeleid door een scherpe kortgolvige hoogtetrog.

MODELBEOORDELING:
De modellen laten in grote lijnen het zelfde beeld zien, Hirlam is wel
wat langzamer in het doorlopen van de voren op donderdag. Opvallend dat
alle modellen in de warme sector boven de Noordzee in de nacht naar
donderdag een buiensignaal laten zien. Op de donderdag lopen de diverse
modellen wat uiteen v.w.b. de timing van de neerslag op resp. net voor
de vore uit en op het koufront. Wat verder opvalt is dat de wind in
HARM36 in de nacht naar donderdag en donderdag overdag veel sterker is
dan in de overige modellen, voorlopig negeren we dit.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot en met donderdagmiddag geen bijzonderheden, pas donderdagavond zien
we na passage van het koufront in alle modellen een 6 Bft verschijnen.
De buien die in de zeer warme lucht ten zuidoosten van de vore kunnen
ontstaan laten een kleine kans op zware windstoten zien daar deze zich
vanaf de grond kunnen ontwikkelen, dit zal zeer waarschijnlijk buiten
onze landsgrenzen plaatsvinden boven Duitsland. Op de buien bij het
koufront waarschijnlijk geen zware windstoten omdat deze buien ontstaan
op op enige hoogte.

BEWOLKING:
Op de Noordzee wat Sc-velden bij de barokliene zone, verder geen
significante bewolking. In de avond en nacht naar donderdag in het
noordelijk deel van de FIR velden Ac-bewolking met ook enkele Cb's. De
basis van de Cb's rond 6000 vt, toppen tot ca. FL400, zie progtemp EHFZ.
Donderdagmiddag zien we net ten zuidoosten en oosten van de vore vooral
boven Duitsland de ontwikkeling van Cb's, de benodigde temperatuur voor
buien vanaf de grond ligt rond de 34 graden. Ook hier een hoge basis
(ca. 6000 vt) en toppen tot ca. FL400. Bij het koufront wat meer
gelaagde bewolking en maar zeker ook Cb's, progtemps ogen potentieel
onstabiel vanaf ca. FL100, de scherpe hoogtetrog is een belangrijke
dynamische forcering.

NEERSLAG:
Hirlam toont bij het terugkerende warmtefront boven de Noordzee lichte
regen. In de nacht naar donderdag boven het noorden van de FIR (of net
ten noorden daarvan, alle modellen doen dit. Dit lijken onweersbuien
vanuit middelbare ontstabiliteit te zijn. Er is wellicht enige forcering
vanuit de bovenlucht, een zwakke rechteringang van een jet en wat PVA op
500 hPa en wamteadvectie. Mu-Cape waarden boven zee gaan naar 1500-2500
J/kg, Schering vanaf hoogte boven zee in de nacht rond 20 kt; multicels.
Donderdag overdag boven ons gehele land een Mu-CAPE van boven de 2500
J/kg, deze lijkt echter net ten oosten en zuidoosten van ons land
aangesproken te kunnen worden. Met een schering van 30-40 kn is dit een
situatie die potentieel gevaarlijk is. Het signaal van deze buien in de
modellen is boven ons land niet al te sterk omdat er in de onderste
niveaus weinig vocht voorhanden is en de CIN net iets te groot, de
benodigde temperatuur voor buien vanaf de grond ligt rond de 34 graden.
Als ze ontstaan dan kunnen de buien ook vergezeld gaan van onweer,
hagel, zware windstoten en veel regen in korte tijd. Op het koufront ook
een duidelijk buiensignaal, maar deze zijn vanaf middelbare hoogte, met
een CAPE van 1000-2000 J/kg en een effectieve schering van ruim 30 kn
kunnen ook deze buien goed georganiseerd zijn inde vorm van multicells.
Kans op onweer is zeer reëel.

ZICHT:
Meest goede zichten, in de buien op donderdag uiteraard kortdurend sterk
teruglopende zichten.

TEMPERATUUR:
Modellen ontlopen elkaar niet veel v.w.b. het verloop van de
temperatuur, opvallend zijn de zeer hoge maxima in het zuidoosten met
lokaal mogelijk zelfs 35 graden. Hirlam heeft morgen vanwege het
langzamer doorlopen van de vore over een iets groter gebied nog waarden
van 30+.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI