Guidance modelbeoordeling voor Nederland

14-06-2017 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 15 juni 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 14 juni 2017 om 05.07 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied met het centrum boven het noorden van het land trekt
langzaam noordoostwaarts, ligt komende middag boven de Duitse Bocht en
bereikt donderdagmiddag het oosten van Duitsland. Aanvankelijk is er
nauwelijks sprake van enige stroming, zodra het hogedrukgebied boven de
Duitse Bocht ligt wordt de stroming oostelijk en op donderdag vervolgens
zuidelijk. Donderdag wordt dan steeds warmere lucht aangevoerd. Een N-Z
georienteerde vore bereikt het westen van het land donderdagochtend en
verlaat het oosten aan het einde van de middag. Er is nabij deze zone
sprake van hoge theta W waarden (lokaal 18 graden in het zuidoosten van
het land). Na passage wordt de stroming westelijk en voert dan in de
onderste regionen koelere lucht van zee aan. De vore wordt kort daarop
gevolgd door een N-Z georienteerd zwak koufront. Aan het begin van de
avond bereikt een volgend N-Z georienteerd koufront het westen van het
land waarna een westelijke stroming polaire lucht aanvoert. In het
bovenluchtpatroon is sprake van een trog die het land donderdag aan het
einde van de middag bereikt.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is voornamelijk de periode vanaf donderdagmiddag waar in
het oosten in de warme lucht mogelijk enkele pittige onweersbuien kunnen
ontstaan. Vooral Harmonie 36 laat dit heel duidelijk zien, de overige
modellen zijn beduidend rustiger (zie neerslag voor verdere bespreking
van deze buien).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Harmonie 36 berekent bij de hiervoor genoemde buien windstoten rond 35
kn. Gezien het verticale windprofiel lijkt dit ook reëel; progtemp van
Twente laat waardes tussen 25 en 30 kn zien op die hoogte waar
impulsuitwisseling met het aardoppervlak plaatsvindt in de bui. De
krachtigste windstoten lijken weggelegd voor Duitsland waar Harmonie 36
lokaal 55 kn uitschieters berekent.

BEWOLKING:
Komende dag vooral in het noorden nog CU wegens de aanwezigheid van wat
vochtiger lucht aldaar (aanvoer deze nacht is nog enigszins westelijk).
Donderdagmiddag nabij de vore ontwikkeling van enkele CB's op hoogte
(Hirlam en EC laten dit zien) en in het oosten van het land, daar waar
het het warmst wordt, mogelijk ook CB's die gevoed worden vanaf de
grond. Met uitzondering van Harmonie 38 laten alle modellen dit in meer
of mindere mate zien.

NEERSLAG:
Geen significante neerslag tot aan de passage van de vore op
donderdagmiddag. In het westen laten EC en Hirlam al wat buiigheid op
hoogte zien (AC hoogte). In het oosten is er nabij de vore ontwikkeling
van buien mogelijk vanaf de grond. Vooral Harmonie 36 is erg actief. Of
de buien ontstaan is afhankelijk van diverse factoren:
Wat de buienontwikkeling tegen kan houden is de aanwezigheid van een
zwakke inversie zoals door enkele modellen (Harmonie 38 en Hirlam)
gesuggereerd wordt. Tevens is er op enige hoogte sprake van een
behoorlijk droge laag waardoor de ontwikkelende CU ook zou kunnen
verdampen. Verder is ook het moment van doorkomen van de vore cruciaal;
na passage van de vore kunnen de buien nl. niet meer vanaf de grond
gevoed worden. De modellen berekenen tevens wolkenvelden wat de
temperatuur zou kunnen temperen.
Verder zijn er ook diverse factoren aanwezig die de buiigheid juist
kunnen aanjagen; temperatuur hoog genoeg om het in het oosten vanaf de
grond te laten komen, de extra forcering die er is door het naderen van
beide koufronten, PVA door de naderende hoogtetrog en tevens de
aanwezigheid van zowel een rechteringang van een jet boven het
noordoosten van het land als ook de linkeruitgang van een jet die aan
het einde van de middag boven het zuiden van het land ligt.
Als de buien zich ontwikkelen zoals in Harmonie 36 kunnen de toppen
reiken tot een hoogte van zo'n FL350, lokaal zelfs FL400. CAPE waardes
zijn het hoogst in het zuidoosten van het land (1000-1500 J/kg, lokaal
1500-2000 J/kg), tevens is er sprake van veel schering (rond 40 kn). Dit
maakt dat er dan sprake kan zijn van goed georganiseerd multicells of
zelfs supercells. Het is zeker een situatie die potentie heeft; met dit
soort modi kan er sprake zijn van veel onweer, (grote) hagel en ook kans
op forse windstoten. Of dit zich ontwikkelt is dus afhankelijk van de
hiervoor benoemde factoren. Het is een situatie om goed in de gaten te
houden.
Na passage van de vore arriveren de koufronten, daarop is ook enige
buiigheid mogelijk, maar dit zal veel minder om het lijf hebben dan
nabij de vore. In alle modellen lijken beide fronten weinig actief te
zijn.

ZICHT:
Goed. In mogelijke onweersbuien matig tot slechte zichtwaarden. Hirlam
berekent op de Noordzee nog steeds mistveldjes. Actueel zit dit er niet
en zijn de zichtwaarden zelf overwegend goed. Wel zijn de dauwpunten
nagenoeg gelijk aan de zeewatertemperatuur verder buitengaats. We houden
de overwegend goede zichtwaarden vast, maar moeten het wel blijven
monitoren.

TEMPERATUUR:
Aandachtspunt is de temperatuur in het (zuid)oosten van het land op
donderdag. Daar wordt het het warmst met zo'n 28 graden. De convectie
kan daar dan vanaf de grond ontstaan. Harmonie 38 bereikt deze waarde in
het zuidoosten niet. Dit is vermoedelijk te wijten aan de hoeveelheid
berekende bewolking in dat model.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI