Guidance modelbeoordeling voor Nederland

14-06-2017 01:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 14 juni 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 13 juni 2017 om 23.54 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied met het centrum net voor de Noord-Hollandse kust
trekt langzaam noordoost, ligt komende middag boven de Duitse Bocht en
bereikt donderdagmiddag het oosten van Duitsland. Aanvankelijk is er
nauwelijks sprake van enige stroming, zodra het hogedrukgebied boven de
Duitse Bocht ligt wordt de stroming oostelijk en op donderdag vervolgens
zuidelijk. Donderdag wordt dan steeds warmere lucht aangevoerd. Een N-Z
georienteerde vore bereikt het westen van het land donderdagochtend en
verlaat het oosten aan het einde van de middag. Er is nabij deze zone
sprake van hoge theta W waarden (lokaal 18 graden in het zuidoosten van
het land). Na passage wordt de stroming westelijk en voert dan in de
onderste regionen koelere lucht van zee aan. De vore wordt aan het begin
van de middag gevolgd door een N-Z georienteerd zwak koufront. Aan het
begin van de avond bereikt een volgend N-Z georienteerd koufront het
westen van het land waarna een westelijke stroming polaire lucht
aanvoert. In het bovenluchtpatroon is sprake van een trog die het land
donderdag aan het einde van de middag bereikt.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is voornamelijk de periode vanaf donderdagmiddag waar in
het oosten in de warme lucht mogelijk enkele pittige onweersbuien kunnen
ontstaan. Vooral Harmonie 36 laat dit heel duidelijk zien (zie neerslag
voor verdere bespreking van deze buien). Voor vandaag is alleen de
vorming van een mistbank in het noorden een klein aandachtspunt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Harmonie 36 berekent bij de hiervoor genoemde buien windstoten rond 35
kn. Gezien het verticale windprofiel lijkt dit ook reëel; progtemp
Twente laat waardes tussen 25 en 30 kn zien op die hoogte waar
impulsuitwisseling met het aardoppervlak plaatsvindt in de bui.

BEWOLKING:
Komende dag vooral in het noorden nog CU bewolking wegens de
aanwezigheid van wat vochtiger lucht aldaar (aanvoer deze nacht is nog
enigszins westelijk). Donderdagmiddag nabij de vore ontwikkeling van CU
en in het oosten, daar waar het het warmst wordt, mogelijk dus ook CB's.
Met uitzondering van Harmonie 38 laten alle modellen in meer of mindere
mate zien.

NEERSLAG:
Geen significante neerslag tot aan donderdagmiddag. Vanaf dat moment in
het oosten nabij de vore mogelijk ontwikkeling van buien. Vooral
Harmonie 36 is erg actief. Of de buien ontstaan is afhankelijk van
diverse factoren;
Wat de buienontwikkeling tegen kan houden is de aanwezigheid van een
zwakke inversie zoals door enkele modellen (Harmonie 38 en Hirlam)
gesuggereerd wordt. Tevens is er op enige hoogte sprake van een
behoorlijk droge laag waardoor de ontwikkelende CU ook zou kunnen
verdampen. Verder is ook het moment van doorkomen van de vore cruciaal;
na passage van de vore kunnen de buien nl. niet meer vanaf de grond
gevoed worden. De modellen berekenen tevens wolkenvelden wat de
temperatuur zou kunnen temperen.
Verder zijn er ook diverse factoren aanwezig die de buiigheid juist
kunnen aanjagen; temperatuur hoog genoeg om het in het oosten vanaf de
grond te laten komen, de extra forcering die er is door het naderen van
beide koufronten, pva door de naderende hoogtetrog en tevens de
aanwezigheid van de linkeruitgang van een jet die aan het einde van de
middag boven het zuiden van het land ligt.
Als de buien zich ontwikkelen zoals in Harmonie 36 kunnen de toppen
reiken tot een hoogte van zo'n FL300-FL350. CAPE waardes zijn het hoogst
in het zuidoosten van het land (1000-1500 J/kg, lokaal 1500-2000 J/kg),
tevens is er sprake van veel schering (rond 40 kn). Dit maakt dat er dan
sprake kan zijn van goed georganiseerd multicells of zelfs supercells.
Het is zeker een situatie die potentie heeft; met dit soort modi kan er
sprake zijn van veel onweer, (grote) hagel en ook kans op forse
windstoten. Of dit zich ontwikkelt is dus afhankelijk van de hiervoor
benoemde factoren. Het is een situatie om goed in de gaten te houden.
Na passage van de vore arriveren de koufronten, daarop is ook enige
buiigheid mogelijk, maar dit zal veel minder om het lijf hebben dan
nabij de vore. In alle modellen lijken beide fronten weinig actief te
zijn.

ZICHT:
Goed, deze nacht lokaal een mistbank in met name het noorden van het
land. In mogelijke buien matig tot slechte zichtwaarden. Hirlam berekent
op de Noordzee nog steeds mistveldjes. Actueel zit dit er niet en zijn
de zichtwaarden zelf overwegend goed. Wel zijn de dauwpunten nagenoeg
gelijk aan de zeewatertemperatuur verder buitengaats. We houden de
overwegend goede zichtwaarden vast, maar moeten het wel blijven
monitoren.

TEMPERATUUR:
Aandachtspunt is de temperatuur in het (zuid)oosten van het land op
donderdag. Daar wordt het het warmst met zo'n 28 graden. De convectie
kan daar dan vanaf de grond ontstaan.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI