Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-05-2017 00:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 30 mei 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 29 mei 2017 om 00.33 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een uitloper van hoge druk strekt zich uit van Schotland tot over onze
omgeving. Een zwak koufront (Td ~16 C, ThetaW-950 ~ 16 C), behorende bij
een Scandinavisch laag, ligt over het uiterste zuidoosten van het land.
Met het opdringen van een lagedrukgebied boven Bretagne richting Britse
Eilanden trekt het koufront als warmtefront weer noordwaarts en weet de
warme lucht zich overdag weer over ons aandachtsgebied uit te spreiden.
In deze warme lucht ontstaat een thermische vore/laag welke aan het
einde van de ochtend het zuidwesten bereikt. De vore wordt vervolgens in
de avond boven het noorden van het land verwacht. Een tweede
convergentielijn lijkt zich in de middag en avond boven Frankrijk en
Belgie te vormen. Aan de grond vindt dan de nodige convergentie plaats,
op hoogte is de stroming duidelijk anticyclonaal. In de loop van de
middag ontstaan onder invloed van een hoogtetrog en de RI van de jet
boven Frankrijk waarschijnlijk convectieve complexen welke in de avond
en de nacht naar dinsdag richting onze omgeving worden getransporteerd.
Het koufront passeert pas op dinsdagochtend waarna ons aandachtsgebied
dinsdag overdag in koelere lucht terecht komt. De eerder genoemde trog
in de bovenlucht passeert dan in de middag nog gevolgd door een zwakke
occlusie

MODELBEOORDELING:
De aandacht gaat vooral uit naar de convectie van vanmiddag/vanavond. In
de modellen lijkt de convectie vanmiddag bij de thermische vore vooral
geisoleerd te zijn, maar lokaal stevig. In de avond laten Hirlam en HA38
een nieuwe convergentielijn boven Belgie ontwikkelen met daarop zware
convectie. De vraag is of dat voldoende forcering oplevert om buien te
laten ontstaan, de grenslaag is dan immers afgekoeld, al zijn de
progtemps vanaf enige hoogte diep onstabiel. Verder geven alle modellen
het idee van convectieve complexen die zich onder invloed van een
hoogtetrog en RI van de jet boven Frankrijk ontwikkelen en richting onze
omgeving komen. De timing hiervan verschilt wel, EC bijvoorbeeld heeft
een dergelijk cluster pas in de nacht naar dinsdag. Vervolgens zien we
dat het koufront in Hirlam later ons land passeert, HA36 is juist weer
aan de vroege kant. Dit bepaalt hoe lang we (op hoogte) nog in de warme
lucht verblijven en er (zware) convectie mogelijk is.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aandachtspunt is vooral uitschieters bij buien. Die moeten vooral van
een downdraft komen (verdamping en precipitation loading). HA36 geeft
daarbij vaak een waarde die maximaal mogelijk zou kunnen zijn,
maandagmiddag en avond lokaal met windstoten rond de 50 kn. HA38 is wat
rustiger met zeer lokaal net boven de 40 kn. Vooralsnog geven we rond de
35 kn aan. Overigens zou de wind wat vlagerig kunnen worden als deze
achter de vore van zee gaat waaien (kou-advectie met instraling).

BEWOLKING:
Boven de Noordzee komt een omvangrijk ST-gebied voor, deze zal net wel
of niet de noordkust bereiken (zie ook de trajectorien). Op het
terugkeren van de warme lucht vanuit het zuiden (warmtefront) zijn
enkele wolkenvelden (vooral AC) aanwezig. Bij buien CB's die tot aan de
tropopauze kunnen reiken (boven FL400). Dinsdagochtend (afhankelijk van
de timing van het koufront) van het westen uit stratus op nadering en
passage van het koufront. In HA36 ook op uitgebreide schaal mist,
voorlopig verworpen. Dinsdagmiddag in het uiterste oosten eerst nog kans
op een enkele CB, toppen rond FL200, maar mogelijk nog tot FL350. Later
in de middag bij de zwakke occlusie waarschijnlijk geen ST meer.

NEERSLAG:
Vannacht een convectief complex dat rakelings langs de het uiterste
(zuid)westen van de FIR beweegt. Geeft boven zee buiige regen met enkele
ontladingen. Overdag lijkt mogelijke convectie in twee delen te
schetsen. In de middag bij de vore/laag kans op enkele geisoleerde
stevige onweersbuien. Gevoed vanaf de grond, maar vrij droge profielen.
Na passage van de vore is onderin afkoeling en lijkt het niet meer te
lukken vanaf de grond. Eff. shear in de orde 20 kn. Modus
pulse/multicel. In de avond op een mogelijke tweede convergentielijn
opnieuw stevige onweersbuien, meer geclusterd ditmaal (indicatie
modellen en shear toenemend naar rond 25 kn). Grenslaag is dan wel
afgekoeld, maar vanaf enige hoogte zijn de progtemps diep onstabiel.
Verder in de avond en dinsdagnacht mogelijk het binnenkomen van een
convectief complex (multicel) vanuit Frankrijk (daar getriggerd door
hoogtetrog en RI jet). Bij buien steeds kans op veel regen op korte tijd
(PW > 40 mm), grote hagel (hoge CAPE) en windstoten (zie wind). Over het
algemeen geldt tot aan de passage van het koufront hoge MUCAPE (overdag
> 2000 J/Kg), in de nacht naar dinsdag afnemend naar rond 1000-1500
J/Kg, bij het koufront dinsdag 500-1000 J/Kg). Een bovenluchtforcering
boven onze omgeving ontbreekt grotendeels, al lijkt de
bovenluchtstroming in de nacht naar dinsdag zwak cyclonaal te worden.

ZICHT:
Mistkansen boven de Noordzee lijken mee te vallen, zeer lokaal wel mist
waargenomen. Lijkt de kustdistricten net niet te halen. Verder buiten
neerslag goede zichten, vannacht in het noorden nog wel teruglopende
zichten, mist is niet waarschijnlijk. Mogelijk lopen de zichten
(nevelige condities) nabij het koufront ook wat terug.

TEMPERATUUR:
Aandachtspunt is de maximumtemperatuur vandaag. De onzekerheid zit met
name in de evolutie van de vore, als de vore voorbijgetrokken is wordt
de wind zuidwestelijk en wordt er vanaf zee iets koelere lucht
aangevoerd.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI