Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 29 mei 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 28 mei 2017 om 18.18 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De luchtdruk is laag boven Scandinavie. Een hogedrukgebied strekt zich
uit van Schotland tot over onze omgeving en het oosten van Europa.
Restant van een koufront ligt momenteel net ten zuiden van ons land. Met
het opdringen van een lagedrukgebied van Bretagne naar het noorden trekt
het koufront als warmtefront weer noordwaarts en weet de warme lucht
zich weer over ons aandachtsgebied uit te spreiden. Op maandag en in de
nacht naar dinsdag trekt het lagedrukgebied boven Engeland via de
Noordzee richting Scandinavie en trekt (later) in de middag een
thermische vore/laag noordwaarts over ons land. Pas op maandagavond en
in de nacht naar dinsdag passeert dan vanuit het westen het koufront
waarno ons aandachtsgebied dinsdag overdag in koelere lucht terecht
komt. Een zwakke trog in de bovenlucht passeert dan in de middag.

MODELBEOORDELING:
De aandacht gaat vooral uit naar de convectie van maandagmiddag/avond.
Zoals we vaak zien in dit soort gevallen met mogelijke zware convectie
lopen de modellen flink uiteen en dat zal de komende runs niet veel
anders worden. De modellen die convectie expliciet kunnen berekenen
geven een duidelijk signaal van een potentieel gevaarlijke situatie
waarbij Harmonie36 het stevigst uitpakt. Harmonie38 geeft minder sterke
convectie te zien. Hirlam lijkt met wat goede wil en in gedachte houdend
dat de convectie geparametriseerd wordt nog enigszins op de Harmonies.
EC geeft veruit het minst sterke signaal en volgens dit model zou het
allemaal wel mee kunnen vallen. In EC zien we de wind onderin sneller
westelijk worden waarna het afkoelt en convectie vanaf de grond niet
meer lukt. Bovenluchtforcering is morgen niet aan de orde. De buien
moeten ontstaan door dagelijkse gang, mede geholpen door convergentie
onderin.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
HARM36 komt maandagmiddag en avond in het lokaal met windstoten rond de
50 kn. Dit is m.i dan wel het worst case scenario waarbij de drie
componenten die verantwoordelijk zijn voor de windstoten (impulsbehoud,
verdamping en waterinhoud) alle samenwerken. Har38 is duidelijk veel
rustiger met zeer lokaal net boven de 40 kn. Vooralsnog geven we rond de
35 kn aan.

BEWOLKING:
De ST boven de noordelijke Noordzee is nog steeds een aandachtspunt. Met
de ruimende wind gaat de lage bewolking zuidoostwaarts bewegen en is dan
in ieder geval van beland voor onze FIR. Of de lage bewolking helemaal
tot aan ons noordelijk kustgebied weet te komen zoals met name beide
Harmonies aangeven valt nog te bezien. Actueel zitten de modellen al te
zuidelijk met de ST en trajectorien geven aan dat het niet
waarschijnlijk is. Op het terugkeren van de warme lucht vanuit het
zuiden (warmtefront) zijn enkele wolkenvelden op (vooral AC) aanwezig,
mogelijk ook een enkele CB als gevolg van de middelbare onstabiliteit.
Morgen in middag en avond enkele CB's met basis rond 5000 vt en toppen
tot FL350. In de nacht naar dinsdag van het westen uit toenemende
ST-kansen op nadering en passage van het koufront. Modellen geven alle
een duidelijk signaal

NEERSLAG:
De grootste onzekerheid zit in of er buien ontstaan en waar en wanneer
precies. Maar als ze ontstaan, kan er onweer, hagel, windstoten en
lokaal veel regen bij voorkomen. Met het binnenkomen van de warme lucht
vanavond/vannacht neemt de middelbare onstabiliteit toe en met het
stijgen van de de CAPE-waardes is een enkele (onweers)bui mogelijk.
Maandag overdag neemt de CAPE landinwaarts toe tot waardes van 2000 J/kg
en hoger. Met een effectieven schering van rond de 30 kn. zijn
multicells waarschijnlijk. INDECS geeft hoge onweerskansen, Harmonies
laten vrij veel ontladingen zien. Het product van CAPE-Shear duidt op
kansen op grote hagel en gezien de grote waterinhoud is lokaal ook veel
neerslag mogelijk.

ZICHT:
Mistkansen boven de Noordzee lijken mee te vallen. Alleen boven
noordelijke Noordzee komt lokaal mist voor, in onze FIR (nog) niet. De
mist trekt nog iets zuidelijk maar lijkt onze kustdistricten niet te
bereiken. Boven land maakt het noorden kans op een enkele mistbank
komende nacht. FGT geeft hiervoor signalen. Verder morgen boven land
goed zicht, in neerslag matig tot slecht.

TEMPERATUUR:
Aandachtspunt is de maximumtemperatuur op maandag. De onzekerheid zit
met name in de evolutie van de vore, als de vore voorbijgetrokken is
wordt de wind westelijk en wordt er vanaf zee iets koelere lucht
aangevoerd.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI