Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-05-2017 11:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 29 mei 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 28 mei 2017 om 10.26 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het noorden van de Noordzee trekt noordoost.
Bijbehorend koufront ligt momenteel van Gilze-Rijen naar Groningen. In
dit golvende koufront is een tweede lagedrukgebied boven de Golf van
Biskaje ontstaan. Dit lagedrukgebied trekt naar Engeland, waardoor het
golvende koufront weer noordwestwaarts trekt en Nederland weer in de
warme en vochtige lucht komt. Ten noordwesten van het koufront is de
lucht iets droger. Op maandag en in de nacht naar dinsdag trekt het
lagedrukgebied boven Engeland via de Noordzee richting Scandinavie en
trekt het koufront oostwaarts over Nederland. Maandag trekt er een
thermische vore/laag noordwaarts over ons land.
Op hoogte ligt er momenteel een zwakke hoogtetrog boven ons land, deze
trekt als snel oostwaarts weg, gevolgd door een hoogterug. Pas op
maandagavond en in de nacht naar dinsdag komt er een hoogtetrog
dichterbij, dan komt ook een zwakke jet dichterbij, waarbij de rechter
ingang de zuidelijke Noordzee in de nacht naar dinsdag bereikt.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt zijn de (onweers)buien. De (onweers)buien boven het oosten
van het land die vanochtend in de zuidoostelijke helft aanwezig waren
werden door de modellen gemist. Verder lopen de modellen ook erg uiteen
qua timing en locatie van de buien. De modellen zijn slechts als
indicatie te gebruiken, verder is het nowcasten. De forcering van de
buien komt momenteel door de zwakke hoogtetrog, welke al snel weg trekt.
Daarna is er tot en met maandag in de bovenlucht geen forcering meer
aanwezig. De forceringen moeten dan van de dagelijkse gang, het
koufront/warmtefront of de thermische vore/laag komen.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vandaag bij de buien in het zuidoosten kans op windstoten rond 25 kn, de
Harmonie's geven hier ook een indicatie voor en lokaal worden in ons
aandachtsgebied ook windstoten waargenomen rond 20 kn. HARM36 komt
maandagmiddag en avond in het oosten lokaal met windstoten 55-60 kn, dit
lijkt niet zeer waarschijnlijk gezien het feit dat er niet veel wind op
hoogte staat (max 35-40 kn). Wel kan downdraft voor wat hogere
windstoten zorgen, maar 55 kn is wat overdreven. Ook komen de andere
modellen niet veel verder dan lokaal 30 kn in het oosten, alleen HARM38
berekent net buiten ons land boven Duitsland 45 kn.

BEWOLKING:
Boven het noorden van de FIR komen de modellen met lage ST en mist,
gezien de dauwpunten van 11-12°C en de zeewatertemperatuur van 11-12°C
daar lijkt dat zeker mogelijk. Ten noorden van de FIR wordt ook al enige
tijd mist en ST waargenomen (nabij het lagedrukgebied boven de
Noordzee), de wind draait in de loop van de dag naar een westelijke tot
noordwestelijke richting waardoor dit de FIR binnen kan komen drijven.
Dit zal hoogstens de Wadden bereiken, doordat maandag de wind alweer
een zuidelijk component krijgt op het moment dat de ST en mist het land
zal bereiken. Wel kan er als het koufront in de nacht naar dinsdag
passeert weer ST voorkomen.
De CB's hebben een basis rond 5000 vt met toppen tot FL350. In de nacht
naar maandag komen de buien op middelbaar niveau voor met een basis rond
8000 vt en toppen rond FL200.


NEERSLAG:
De grootste onzekerheid zit in of er buien ontstaan en waar en wanneer
precies. Maar als ze ontstaan, kan er onweer, hagel, windstoten en
lokaal veel regen bij voorkomen. De CAPE is vanmiddag boven het
zuidoosten 400-1500 J/kg, met de hoogste waarde in het uiterste
zuidoosten. Met een schering van rond 25 knopen, kom je op single cel of
eventueel multicel uit.
Als het golvende koufront in de nacht naar maandag weer noordwaarts over
het land gaat trekken neemt de CAPE toe tot 500 J/kg in het westen van
het land, er staat niet veel schering, dus de buien die daarbij
voorkomen zullen voornamelijk single cel zijn. Dit zijn buien vanaf
middelbaar niveau.
Maandag overdag is de CAPE landinwaarts ook rond 500 J/kg, maar op het
moment dat de dagelijkse gang een rol gaat spelen en de buien vanaf de
grond kunnen ontstaan wordt de CAPE landinwaarts rond 2000 J/kg. Met een
schering van lokaal 25-30 kn in het oosten en zuidoosten zullen de buien
voornamelijk multicel zijn, en in de middag en avond in het oosten en
zuidoosten mogelijk squall line (daar dan schering van lokaal 35-40 kn).
De MUCAPE zonder entrainment is veel hoger dan die met entrainment, dit
komt doordat het onderin heel droog is en de buien hierdoor minder hevig
worden. Om deze reden is ook de CAPE*Shear ook zo hoog, omdat de CAPE
(zonder entrainment) hier een grote bijdrage heeft.

ZICHT:
Boven het noorden van de FIR komen alle modellen met mist, gezien de
dauwpunten van 11-12°C en de zeewatertemperatuur van 11-12°C daar
lijkt dat zeker mogelijk. Ten noorden van de FIR wordt ook al enige tijd
mist waargenomen (nabij het lagedrukgebied boven de Noordzee), de wind
draait in de loop van de dag naar een westelijke tot noordwestelijke
richting waardoor dit de FIR binnen kan komen drijven. Dit zal hoogstens
de Wadden bereiken, doordat maandag de wind alweer een zuidelijk
component krijgt op het moment dat de mist het land zal bereiken. In de
nacht naar maandag kan er in het noorden van het land wat nevel en/of
(grond)mist voorkomen. Maandag overdag beweegt de eventuele mist weer
noordwaarts en lost op.

TEMPERATUUR:
Aandachtspunt is de maximumtemperatuur op maandag. De onzekerheid zit
met name in de evolutie van de vore, als de vore voorbijgetrokken is
wordt de wind westelijk en wordt er vanaf zee iets koelere lucht
aangevoerd.



Paraaf meteoroloog: blij
Bron: KNMI