Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 04 mei 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 03 mei 2017 om 18.45 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied ligt de komende periode nagenoeg stationair boven de
Noorse Zee en Scandinavie, terwijl de druk boven centraal Europa
relatief laag is. In ons aandachtsgebied staat hierdoor een oost- tot
noordoostelijke stroming. Boven de Noordzee, het noorden van Duitsland
en Polen ligt een zwakke occlusie. Boven het noorden van Frankrijk ligt
een hoogtelaag. Aan de voorzijde van een hoogtetrog boven centraal
Duitsland is een neerslaggebied geactiveerd. De hoogtetrog kantelt naar
een W-O oriëntatie en dat gebeurt ook met de daaraan gekoppelde
neerslagzone. In de avond en begin van de nacht krijgt waarschijnlijk
het zuiden met deze zone te maken. Donderdag, aan het einde begin van de
middag, bereikt de eerdergenoemde O-W georienteerde zwakke occlusie het
noordoosten van het land en trekt vervolgens langzaam zuidwestwaarts.

MODELBEOORDELING:
De grote lijnen komen redelijk tot goed overeen, met name voor komende
nacht en morgen overdag laten de modellen toch wel verschillen zien op
de meso-schaal. De verschillen hebben vooral betrekking op timing en
activiteit van diverse kortgolvige retrograde troggen in de bovenlucht.
Met name Hirlam06 is wat meer uitgesproken met de passage van een trog
in de (vroege) ochtend van donderdag, overige modellen zijn hierin
terughoudender. Later donderdagmiddag en -avond komend alle modellen met
een neerslagsignaal behorend bij de occlusie maar ook dan weer
verschillen in timing en positionering.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In het Waddengebied af en toe windkracht 6. Dit wordt door de modellen
goed beschreven. Seinen staan ook uit voor die omgeving. Hierin
verandert weinig. Komende nacht kan dit zelfs verder toenemen naar
windkracht 7.

BEWOLKING:
In het zuidoosten enkele CB's op dagelijkse gang, toppen max. rond
FL200. Nabij de trog vanavond neemt de onstabiliteitsdiepte vooral in
het zuiden toe, noordelijker zijn de toppen veel minder hoog. In de loop
van de avond en nacht naar donderdag zal er in het zuiden weer ST/SC
ontstaan t.g.v. de gevallen neerslag aldaar en de wind die daar wat
zwakker is dan in het noorden van het land, ook is er in Limburg sprake
van enige stuw. Op dagelijkse gang zal dit vervolgens op donderdag weer
verdwijnen, hoewel het zuiden van Limburg er mogelijk tot in de middag
mee te maken heeft. Daarna mogelijk weer lage SC of ST op de occlusie
die het noorden van het land bereikt.

NEERSLAG:
In het zuidoosten een enkele bui, mogelijk met onweer. Nabij de trog
neemt de onstabiliteitsdiepte behoorlijk toe, maar vooral op enige
hoogte. Als alles meezit kunnen de toppen dan naar FL200, mogelijk
FL250. Convectieve modus is single cell (CAPE 200-400 J/kg en schering
rond 15 kn) maar wel georganiseerd als gevolg van dynamische forcering.
Onweer is niet helemaal uitgesloten, maar lijkt zich vooral boven
Duitsland en de Ardennen te gaan manifesteren waar de meeste PVA en CAPE
aanwezig is. De occlusie die op donderdag het land bereikt zal sosm
lichte regen opleveren.

ZICHT:
Goed, maar matig in buien. Verder ontstaat er waarschijnlijk ook weer
nevel vannacht, vooral in het zuidoosten waar de minste wind staat.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI