Guidance modelbeoordeling voor Nederland

01-05-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 03 mei 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 02 mei 2017 om 01.32 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven Het Kanaal trekt zuidoostwaarts en vult boven
Frankrijk langzaam op. Een lagedrukgebied boven het westen van Tsjechië
trekt vandaag naar het noorden van Duitsland en bereikt Nederland in de
nacht van dinsdag op woensdag. Aanvankelijk diept het lagedrukgebied nog
enigszins uit ten gevolge van het naderen van een bovenluchtlaag.
Woensdagochtend trekt het grondlagedrukgebied vervolgens verder naar het
noorden van Frankrijk alwaar het langzaam opvult. De bijbehorende ZO-NW
georienteerde frontale zone ligt momenteel nagenoeg stationair boven het
noorden van het land. Onder invloed van het naderende lagedrukgebied
begint het front als warmtefront langzaam weer zuidwestwaarts te trekken
en ligt dinsdagavond boven het zuiden van het land. Na passage van het
front wordt de stroming noordoostelijk. Een volgend, O-W georienteerdm,
front bereikt het noordoosten in de avond en verlaat het westen in de
loop van de woensdag.

MODELBEOORDELING:
Hirlam vertoont nog steeds een zekere 'springerigheid'. De huidige run
lijkt qua drukpatroon aan de grond en in de bovenlucht echter veel op de
overige modellen en lijkt nu dus betrouwbaar te zijn. De modellen zijn
qua positie en timing van de lagedrukgebieden en bijbehorende frontale
zones redelijk eensluidend. Wat wel opvalt is dat Harmonie38 enigszins
een uitbijter is als het gaat om de positie van het tweede front;
Harmonie38 is sneller dan de andere modellen. We gaan voorlopig dan ook
uit van de overige modellen.
De bij de frontale zones behorende condities worden ook door de modellen
redelijk eensluidend weergegeven. Analyseren van de systemen is wel
lastig. Dit zien we vaker terug als er sprake is van retrograde
systemen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Noord van het warmtefront neemt de gradient toe. In het Waddengebied
wordt door de modellen windkracht 6 berekend. Daar zijn ook seinen voor
gehesen. Verder geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Vooral in het midden en noorden van het land, nabij de frontale zone,
middelbare bewolking. Door de afkoeling in de nacht kan er, daar waar er
opklaringen zijn, stratus ontstaan. Overigens komt er in het noorden van
het land in de loop van de nacht meer wind te staan waardoor de stratus
kans daar wat kleiner is. Morgen zal de stratus wegens de dagelijkse
gang weer verdwijnen. De opbouw wordt dan onstabiel, bij het warmtefront
in het zuiden van het land kunnen dan enkele CB's ontstaan met toppen
rond FL150. Dit heeft te maken met de koudere bovenlucht nabij het
naderende hoogtelaag. Op nadering van het volgende frontale systeem zal
de wolkenbasis weer dalen naar SC/ST niveau wegens de doorvallende
neerslag en het tijdstip (avond en nacht) waarop het front over het land
trekt. De slechtste condities zullen zich dan waarschijnlijk in het
zuiden van het land voordoen aangezien daar weinig wind staat. In de
loop van woensdagmiddag kunnen er voornamelijk in het zuiden van het
land enkele CB's ontstaan, wederom met toppen rond FL150.

NEERSLAG:
Momenteel bij het warmtefront lokaal regen. Het systeem moet activeren
als het zuidwaarts trekt. Dit zal te maken hebben met het naderende
hoogtelaag en überhaupt het feit dat de gradient verscherpt. Vanmiddag
wordt het enigszins buiig; door de nadering van het hoogtelaag is er dan
meer kou op hoogte aanwezig waardoor het verticale profiel onstabiel
wordt. Bij het tweede front regen. Dit front lijkt actiever te zijn;
alle modellen laten een dik pakket bewolking zien. Na passage van het
tweede front kan er nog motregen vallen; temps laten een laag bewolking
zien onderin de atmosfeer die net dik genoeg is om coalescentieneerslag
te veroorzaken. Woensdagmiddag wordt de opbouw wederom onstabiel. Dit is
met name in het zuiden van het land het geval. Er kunnen daar weer
enkele buien tot ontwikkeling komen.

ZICHT:
Nabij de frontale zone nevel en lokaal mist. De dauwpunten zijn daar ook
het hoogst; 8 a 9 graden. Op andere plekken kan dit ook gebeuren daar
waar het opklaart want dauwpunten zijn dan wel iets lager met zo'n 7
graden maar dat is genoeg om zichtverslechteringen op te leveren. In het
noorden, daar waar de wind aantrekt, zullen de kansen op slechte zichten
steeds kleiner worden. Komende dag goede zichtwaarden. Vervolgens op
nadering van het volgende front wederom verslechterende zichtcondities.
In motregen zullen de condities ook sterk teruglopen.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI