Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-04-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 29 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 28 april 2017 om 00.18 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de Vissersbank, trekt langzaam
oostzuidoostwaarts om vervolgens enige periode al opvullend in de buurt
van Denemarken te blijven rondtollen. Een NO-ZW georienteerd occluderend
frontaal systeem passeert vannacht en vanochtend van noordwest naar
zuidoost over het land. Het front verlaat het zuidoosten pas in aan het
begin van de middag. De frontale zone is boven zee grofweg herkenbaar
aan Td=5 C, theta-W 850 hPa circa 4 C. De echt drogere lucht (Td ~ 1 C)
bevindt zich pas achter de ingedraaide occlusie bij het laag. Na passage
van het geoccludeerde front wordt de stroming noordwestelijk en passeert
nog een trog. In de nacht naar zaterdag bereikt een rug het zuidwesten
en trekt in de loop van zaterdag als afzonderlijke centrum van hoge druk
over ons land noordoostwaarts.

MODELBEOORDELING:
Modellen beschrijven de baan van het lagedrukgebied nabij Denemarken
niet eenduidig. Met name Hirlam is weer springerig. Hir18Z en Harm18Z
hebben het laagje nog dicht in de buurt van de oostelijke Wadden,
Harm38/EC beschrijven een baan over Denemarken. Hir12Z leek op EC. Mede
hierdoor laten Hir en Harm36 de buiigheid boven het noordoostelijke deel
van de FIR vrij lang doorgaan. Harm36/Hir hebben ook de meeste wind voor
het noordelijk kustgebied door de zuidelijke koers van het laagje,
Harm36 zelfs met 6 Bft. Het beeld van EC/Harm38 wordt gevolgd, na de
buiigheid van vandaag wordt het op de meeste plaatsen boven land droog
en de 6 Bft van Harm36 wordt niet gehonoreerd.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Noord(west) van het laag nabij Denemarken 6 Bft. Binnen de Nederlandse
FIR voorlopig geen seinen (zie ook modelbeoordeling).

BEWOLKING:
Laagste bases in de frontale zone over het algemeen op SC-niveau, zeer
lokaal even wat ST 500-1000 vt. Dit beeld wordt goed beschreven door
beide Harmonies. Aan de westkant van het front en erachter bij de trog
convectieve bewolking met enkele TCU/CBs (top FL080, -8 C). In de loop
van de dag neemt de onstabiliteitsdiepte af en in de nacht naar zaterdag
zijn SC-velden met mogelijk nog een enkele TCU. Zaterdag overdag ook
uitspreidende CU tegen de subsidentie-inversie, in de loop van de dag
komt de inversie wat naar beneden en drogen de temps langzaam uit.

NEERSLAG:
Bij het front af en toe regen, intensiteit neemt a.g.v. diffluent
bovenluchtpatroon af. Aan de westkant van het front (oorspronkelijke
koufront) en bij de trog enkele buien. Overdag neemt de buiigheid vanuit
het westen af als de trog is gepasseerd en de rug nadert. In de nacht
naar zaterdag en zaterdagochtend zijn de SC-velden mogelijk dik genoeg
(circa 3000 vt dik) voor wat gespetter of valt er nog een enkele lichte
bui. Op de meeste plaatsen blijft het waarschijnlijk echter droog.

ZICHT:
Over het algemeen goede zichten, in neerslag matig. Kans op nevel dieper
landinwaarts bij het front niet helemaal uitgesloten. In de nacht naar
zaterdag zou in opklaringen wat grondmist kunnen ontstaan.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar zaterdag in langer durende opklaringen landinwaarts
dicht bij het vriespunt.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI