Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op woensdag 26 april 2017 om 03.43 uur

Geldig van vrijdag 28 april tot woensdag 10 mei

Synoptische ontwikkeling:
De noordelijke stroming die als gevolg van een westelijk gelegen rug en
een scherpe hoogtetrog boven onze omgeving een tijd lang koude lucht
over West-Europa heeft doen uitstromen verdwijnt in het weekeinde van
29/30 april. We profiteren dan tijdelijk van een hoogterug met aan de
grond op zondag een aflandige stroming die warmere lucht aanvoert.
Ondertussen zakt er een hoogtelaag vanaf IJsland af richting Britse
eilanden. Bijbehorende scherpe hoogtetrog komt zondagavond naderbij en
passeert tezamen met een frontaal systeem in de nacht naar maandag 1
mei. In de eerste week van mei ontwikkelt zich een omegablokkade met de
as boven de Britse Eilanden. Aan de grond komt er een hogedrukgebied
boven onze omgeving te liggen. Dit levert droog weer op en hogere maxima
dan we de afgelopen periode gewend waren, maar in tegenstelling tot de
12Z-run van gisteren ligt het centrum van het hoog precies boven onze
omgeving en komt er geen warmte-advectie tot stand.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met zondag 30 april is het beeld tamelijk eenduidig. Begin
volgende week (eerste week van mei) neemt de onzekerheid direct toe. In
tegenstelling tot de 12Z-run is de kans nu groot (3 clusters met 70%)
dat de hoogtetrog met frontaal systeem op 1 mei passeert. Er is echter
ook een cluster dat een afsnoering van het IJslandse hoogtelaag richting
Middellandse Zee berekent waardoor het boven onze omgeving overwegend
droog blijft. Daarna opteren alle clusters in het EC-clusterscenario
voor een geblokkeerd stromingspatroon. De grote vraag is dan waar het
hoog aan de grond precies komt te liggen. De neerslagkans neemt
duidelijk af, naar 20-30%. De vraag is echter hoeveel het opwarmt. We
zien dan ook grote spreiding in het EPS wat betreft de temperatuur. De
kans (voor de Bilt) op 15+ neemt toe naar ongeveer 70%, de kans op 20+
is afgenomen naar ongeveer 30%. Er is echter ook in ongeveer 30% van de
members een min of meer noordelijke stroming waar te nemen waarin de
temperaturen de 15 graden waarschijnlijk niet halen. In de tweede week
van mei is er een tendens waar te nemen naar een wisselvalliger
weertype, de meerderheid van de members (70%) geeft een cyclonaal
stromingspatroon weer. De kans op temperaturen beneden de normaal lijkt
dan weer toe te nemen, maar de onzekerheid blijft onverminderd groot.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Van tijd tot tijd regen of buien, maar ook af en toe zon. In het
weekeinde overwegend droog. De middagtemperaturen lopen op naar de
normale waarden voor de tijd van het jaar, op zondag waarschijnlijk
tijdelijk wat warmer.

Samenvatting EPS-periode:
Afnemende neerslagkans (naar 30%), maar onzekere temperatuurverwachting.
Meest waarschijnlijk (70% kans) komen de maxima uit rond de
langjariggemiddelde temperatuur. De kans op een droog en warm weertype
met temperaturen rond 20 graden bedraagt 30%.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI