Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Neder

17-12-2015 05:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 18 december 2015 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 17 december 2015 om 05.04 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend laag ten zuiden van IJsland trekt geleidelijk noordwaarts en
vult iets op. In een brede warme sector voert een zuidwestelijke
stroming zachte en vochtige lucht aan. Een goed doorstroomde rug trekt
in de komende uren noordoostwaarts weg. In de warme sector bevindt zich
een tweede warmte- koufront combinatie, waarin op hoogte drogere lucht
wordt aangevoerd, Het warmtefront van dit systeem lag om 03 UTC tegen
het zuidwesten van het land en verlaat het noordoosten tegen de middag.
Achter dit front wordt de aangevoerde lucht op hoogte dus droger. Het
koufront bereikt de westkust in de komende nacht rond 24 UTC, trekt
oostwaarts en verlaat het land op vrijdagochtend vroeg. Achter het
koufront wordt onder een subsidentie-inversie nog steeds tamelijk
vochtige lucht aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
Actuele positie van het warmtefront zijn in de modellen loopt nog steeds
nauwelijks uiteen. In de analyse is de kou-warmte front combinatie
opnieuw geïntroduceerd. De combinatie is zowel terug te vinden in de
RGB-satelliet als in de Theta-W en progtemps. Op het warmte front wordt
de neerslag door HIRLAM actueel sterk overschat. EC lijkt vooralsnog het
meest realistisch. Een onzekerheid in de timing van het koufront wordt
veroorzaakt door kleine onderlinge verschillen in de golfvorming in het
koufront. Dit zou voor een kleine vertraging van het koufront kunnen
zorgen in de nacht naar vrijdag. Ook op het koufront geeft HiRLAM
waarschijnlijk een iets te sterk neerslagsignaal. Wat betreft de
grenslaag bewolking blijven de modelberekeningen grote verschillen
geven. De tendens dat Harmonie teveel lage bewolking en HiRLAM te weinig
lijkt zich voort te zetten. Aandachtspunt is het effect van de hoge
dauwpunten boven het relatief koude zeewater. De mist en St die boven de
Noordzee wordt berekend lijkt realistisch, maar blijft vooralsnog buiten
onze FIR.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Op nadering van het warmtefront op steeds uitgebreidere een band met
stratus. Achter het warmtefront lijkt de bovenlucht al snel droog genoeg
te worden en de vochtige laag bij de inversie te dun om stratusvorming
tegen te gaan. Dwarsdoorsnedes tonen velden hogere bewolking, waarbij
een (waterig) zonnetje van tijd tot tijd zal doorbreken. Bij het
koufront opnieuw stratus. Deze stratus lijkt na de koufrontpassage nog
gedeeltelijk aan te houden op vrijdagochtend, onder een
subsidentie-inversie op 3000-4000 vt.

NEERSLAG:
Alle modellen tonen een zwak, versnipperd neerslagsignaal. Na de
warmtefrontpassage droog. Bij het koufront opnieuw regen en motregen.
Morgen achter het koufront is de bewolking waarschijnlijk dik genoeg
voor plaatselijk enige motregen.

ZICHT:
Actuele dauwpunten boven het Kanaal zijn 13 a 14 graden en de
zeewatertemperatuur in onze FIR bedraagt ca. 10 graden, dus ondanks
15-20 knopen grondwind is mist/St niet uit te sluiten met een stabiele
opbouw op nadering van het warmtefront. Achter het warmtefront is de
opbouw in de onderste niveaus minder stabiel, waardoor de zichten
ondanks de hoge dauwpunten van ca. 10 graden ook boven zee
waarschijnlijk matig tot goed zullen worden.

TEMPERATUUR:
Overdag maxima van 11 graden op de Wadden tot 15 graden lokaal in het
zuidoosten. Komende nacht tijdens de koufrontpassage ook erg zacht, rond
10 graden. Tx morgen overdag 11 a 12 graden.



Paraaf meteoroloog: tolvd
Bron: KNMI