Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-04-2017 23:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 21 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 20 april 2017 om 23.51 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied net west van Ierland houdt vandaag en morgen een
uitloper tot over het noorden van Frankrijk. Tegelijkertijd beweegt
vandaag een lagedrukgebied over het noorden van Scandinavie
zuidoostwaarts richting Rusland, alwaar het zaterdag aankomt. Een NO-ZW
georienteerd zwak warmtefront boven boven ons land trekt zuidoostwaarts
en verlaat in de loop van de ochtend het zuidoosten. Een zwakke trog in
de warme sector bereikt halverwege de ochtend de westkust en verlaat
halverwege de middag het zuidoosten. Vervolgens bereikt een O-W
georienteerd koufront in de tweede helft van de avond het noorden van
het land en verlaat het zuiden aan het begin van zaterdagochtend. Een
noordwestelijke stroming voert dan wederom polaire aan, deze is door de
nabijheid van hogedruk boven de Britse Eilanden niet diep onstabiel.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunten zijn de condities (wolkenbasis, zicht) nabij het
warmtefront en in de warme sector, geen der modellen geeft de actuele
situatie helemaal goed weer. Hirlam heeft te weinig Sc-bewolking, maar
heeft wel het mist/stratusgebied boven en en noord van de Wadden, zij
het iets te omvangrijk. HARM36 geeft wel een juiste hoeveelheid
Sc-bewolking, maar mist weer de mist/stratus. HARM36 laat in de ochtend
veruit het meeste stratus zien, HARM38 en EC wat minder en Hirlam
helemaal niet. Het is dus ook deels een kwestie van nowcasten. Tevens is
een aandachtspunt de ontwikkeling van eventuele (lichte) buien op
passage van de trog. Daarna passeert het koufront en is ook daar de
wolkenbasis en tevens neerslag van belang. Op alle hiervoor genoemde
items zijn beide Harmonie runs en ook ECMWF het overwegend eens als het
gaat om timing en condities. Hirlam laat een afwijkend beeld zien;
conditioneel zijn er verschillen met de overige modellen, maar wat
vooral opvalt is dat de positie van het koufront in elke Hirlam run weer
anders is (de 18 UTC-run loopt nu wel weer gelijk met de overige
modellen). Hirlam lijkt dus op dit moment minder betrouwbaar. We gaan
vooral af op de overige modellen die in de verdere bespreking van de
weeritems hieronder dan ook de basis zullen vormen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Morgen op nadering van het koufront mogelijk windkracht 6 in het
noordelijk kustgebied, ook na passage van het koufront zien we in de
nacht naar zaterdag en zaterdag overdag seinen voor 6 Bft in het
noordelijk kustgebied. Verder is er vanaf vannacht op de noordelijke
Noordzee sprake van 7 Bft, in Vissersbank mogelijk 8 Bft. Verder weinig
bijzonderheden.

BEWOLKING:
Bij het warmtefront veelal Sc-velden, boven de Wadden zien we hierbij
ook stratus, noorden van de Wadden en in de Duitse Bocht ook mist. Aan
het einde van de nacht zien we boven het westen en noorden stratus
ontstaan, vermoedelijk een combinatie van mening na afkoeling en
kustconvergentie. Vervolgens loopt het stratusgebied tezamen met de
zwakke trog mee naar het oosten. Door dagelijkse gang zal de wolkenbasis
stijgen en meer convectief van aard worden, er zal dan met name in de
middag sprake zijn van dikke Cu/Sc-bewolking en mogelijk ook TCU (toppen
maximaal rond FL070). Op passage van het koufront ST/SC bewolking en
lokaal ook embd TCU. In het algemeen reiken de toppen dan tot zo'n
FL100. Zaterdag in de polaire lucht convectieve bewolking tot max. FL080
in het noordoosten, daar mogelijk dus nog een enkele TCu.

NEERSLAG:
Nabij het warmtefront is lokaal sprake van lichte motregen, modellen
geven daar ook enige indicatie voor. Op passage van de trog kunnen zich
enkele lichte regenbuien ontwikkelen die met name voor het oosten van
het land zijn weggelegd, dit zal voornamelijk in de middag het geval
zijn aangezien de dagelijkse gang dan genoeg stijgbewegingen kan
veroorzaken. Gezien het dikkere frontale pakket zal het op passage van
het koufront af en toe (licht) regenen, lokaal kan er een ingebedde bui
voorkomen al zal dit gezien de progtemps (geen grote onstabiliteit) niet
heel veel voorstellen. In de polaire zien we door de geringe
onstabiliteitsdiepte in het noorden en oosten slechts een enkele
verdwaalde bui.

ZICHT:
In het noordelijk kustgebied en noord daarvan op de Noordzee nevel,
lokaal ook mist (stratus op platformhoogte). Later vannacht en in de
ochtend ook boven het westen en noorden kans op nevel, mist lijkt gezien
het iets warmere zeewater voor de westkust, de wind en de aanwezige
Sc-velden niet waarschijnlijk. Dieper in de warme sector zullen de
zichtwaarden boven de Noordzee weer oplopen (momenteel ook zichtbaar).
Bij de lichte buitjes overdag en de regen bij het koufront
waarschijnlijk ook kortdurend teruglopend zicht. Zaterdag in de polaire
lucht uitstekende zichten.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI