Guidance modelbeoordeling voor Nederland

15-04-2017 03:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 16 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 15 april 2017 om 05.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordflank van een west-oost georienteerde rug boven Frankrijk is
in onze omgeving sprake van een westelijke stroming. Nederland bevindt
zich in de warme sector. Een klein lagedrukgebied ligt halverwege de
nacht net voor de Deense kust en trekt, langzaam uitdiepend,
zuidoostwaarts. Bijbehorend NO-ZW georienteerde koufront ligt halverwege
de nacht boven het noordwesten van Nederland, trekt oostwaarts en
verlaat het zuidoosten zaterdag rond het middaguur. Na passage van het
koufront komt Nederland in de polaire lucht. Zaterdagavond bereikt een
zwakke trog het noordwesten van het land, trekt zuidoostwaarts en
verlaat het zuidoosten in de loop van de nacht. In de loop van zondag
nadert een zwakke rug het westen van het land.

MODELBEOORDELING:
Belangrijkste aandachtspunten zijn de condities in de warme sector, de
passage van het koufront en de ontwikkeling van buien op zondag.
Overigens zijn de modellen het op de belangrijke items (neerslag,
bewolking, wind, positie lagedrukgebied) redelijk met elkaar eens.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Voor passage van het koufront is er langs de kust lokaal sprake van
windkracht 6. Na passage ruimt de wind naar noordwest en neemt op een
groot deel van de Noordzee, en in het Waddengebied toe naar 6, op de
Noordzee ook mogelijk 7. Vanaf morgenochtend, na het opruimen van de
grondinversie, zijn boven land ook windstoten mogelijk rond 10 kn boven
de gemiddelde wind.

BEWOLKING:
Nabij het koufront en in de warme sector op veel plaatsen lage SC en ST
bewolking. Voornamelijk aan de achterzijde van het koufront zijn er ook
emdb buien mogelijk, al zal de intensiteit niet zo veel voorstellen;
toppen komen maximaal rond FL080 te liggen. Hooguit (embd) TCU dus. Op
passage van de trog reiken de toppen wat hoger; rond FL100. Er is dan
sprake van TCU/CB's. Zondag wegens de kouder wordende bovenlucht (-25
tot -30 graden) wederom ontwikkeling van CB's. Toppen in het westen rond
FL100, in het oosten rond FL150. Wegens het naderen van een zwakke rug
op zondag zal de tophoogte in het westen lager worden waardoor de
buiigheid zich in de loop van de dag vooral tot het oosten zal
beperken.

NEERSLAG:
Nabij het koufront en in de warme sector regen. Voornamelijk aan de
achterzijde van het koufront ook enkele embd buien. Harmonie 36 laat
twee neerslagbanden zien; een convectieve neerslagband (het eigenlijke
koufront) en daarvoor uit een band met meer stratiforme neerslag. Op
passage van de trog ook enkele buien. Zondag ontwikkeling van enkele
buien, in de loop van de dag beperken de buien zich vooral tot het
oosten; convectieve modus is multicell (rond 30 kn shear, 100-200
J/kg).

ZICHT:
Overwegend meer dan 10 km. In neerslag zullen de zichtwaarden teruglopen
naar 3-8 km. Ook de hogere dauwpunten in de warme sector (8-9 graden)
zullen bijdragen aan wat lagere zichtwaarden. Daarna goede zichtwaarden
in de polaire lucht. In buien zullen de zichtwaarden wederom teruglopen
naar 5-8, en in een pittigere bui naar 3-5 km.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI