Guidance modelbeoordeling voor Nederland

14-04-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 15 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 14 april 2017 om 23.51 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordflank van een west-oost georienteerde rug boven Frankrijk is
in onze omgeving sprake van een westelijke stroming. Een klein
lagedrukgebied dat nabij de Visserbank ligt trekt via Denemarken,
langzaam uitdiepend, zuidoostwaarts. Bijbehorend N-Z georienteerd
warmtefront ligt aan het begin van de nacht net voor de Nederlandse kust
trekt oostwaarts waarna Nederland in een (smalle) warme sector komt met
hogere dauwpunten (8-9 graden). Een NO-ZW georienteerde koufront boven
Engeland en de Noordzee bereikt het noordwesten van het land halverwege
de nacht, trekt oostwaarts en verlaat het zuidoosten rond het middaguur.
Overigens is tot op heden een dubbelconstructie gehandhaafd met twee
snel op elkaar volgende koufronten. Na passage van het hiervoor genoemde
systeem komt Nederland vervolgens in de polaire lucht. Zaterdagavond
bereikt een zwakke trog het noordwesten van het land, trekt
zuidoostwaarts en verlaat het zuidoosten in de loop van de nacht. In de
loop van zondag nadert een zwakke rug het westen van het land.

MODELBEOORDELING:
Belangrijkste aandachtspunten zijn de passage van het frontale systeem
en de ontwikkeling van buien op zondag. Overigens zijn de modellen het
op de belangrijke items (neerslag, bewolking, wind, positie
lagedrukgebied) redelijk met elkaar eens. V.w.b. de dubbelstructuur kan
er opgemerkt worden dat dit wellicht meer te koppelen valt aan
allereerst de passage van het koufront op hoogte en vervolgens het
koufront aan de grond.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aanvankelijk, voor passage van het (brede) koufront, is er langs de kust
sprake van een kleine windkracht 6. Na passage ruimt de wind naar
noordwest en neemt op een groot deel van de Noordzee, en in het
Waddengebied toe naar 6, op de Noordzee ook mogelijk 7. Vanaf
morgenochtend, na het opruimen van de grondinversie, boven land ook
windstoten rond 10 kn boven de gemiddelde wind.

BEWOLKING:
Nabij de frontale zone en in de warme sector op veel plaatsen lage SC en
ST bewolking. Voornamelijk aan de achterzijde van het koufront lokaal
mogelijk ook buiig, al zal de intensiteit niet zo veel voorstellen;
toppen komen maximaal rond FL080 te liggen. Hooguit (embd) TCU dus. Op
passage van de trog reiken de toppen wat hoger; rond FL100. Er is dan
sprake van TCU/CB's. Zondag wegens de kouder wordende bovenlucht (-25
tot -30 graden) wederom ontwikkeling van CB's. Toppen in het westen rond
FL100, in het oosten rond FL150. Wegens het naderen van een zwakke rug
op zondag zal de tophoogte in het westen lager worden waardoor de
buiigheid zich in de loop van de dag vooral tot het oosten beperken.

NEERSLAG:
Nabij de frontale systemen en in de warme sector regen. Voornamelijk aan
de achterzijde van het koufront ook enkele embd buien. Harmonie 36 laat
duidelijk twee neerslagbanden zien; dit is wellicht dus te koppelen aan
passage van hoogtekoufront en vervolgens koufront aan de grond. Op
passage van de trog ook enkele buien. Zondag ontwikkeling van enkele
buien, in de loop van de dag beperken de buien zich vooral tot het
oosten; convectieve modus is multicell (rond 30 kn shear, 100-200
J/kg).

ZICHT:
Overwegend meer dan 10 km. In neerslag zullen de zichtwaarden teruglopen
naar 3-8 km. Ook de hogere dauwpunten in de warme sector (8-9 graden)
zullen bijdragen aan wat lagere zichtwaarden. Daarna goede zichtwaarden
in de polaire lucht. In buien zullen de zichtwaarden wederom teruglopen
naar 5-8, en in een pittigere bui naar 3-5 km.

TEMPERATUUR:
Weinig bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI