Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 14 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 13 april 2017 om 23.53 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Ten gevolge van een west-oost georienteerde rug boven Frankrijk is er
bij ons sprake van een westelijke stroming. Net ten oosten van Schotland
ligt een zwak warmtefront wat oostwaarts over de Noordzee trekt,
zuidelijker is dit front echter nauwelijks meer te herkennen. Een
volgend, occluderend, frontaal systeem boven Ierland trekt oostwaarts en
bereikt ons land vrijdagavond. Het zuiden van het land komt
waarschijnlijk in de nacht naar zaterdag kortdurend in de warme sector.
Het frontale systeem verlaat zaterdagochtend het zuidoosten van ons
land. Er is overigens sprake van een dubbelconstructie; het occluderende
systeem wordt gevolgd door een koufront dat nu nog noordwest van Ierland
ligt, al is dit tweede koufront minder goed te herkennen tegen de tijd
dat het ons land bereikt.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunten zijn de hoeveelheid lage bewolking (ST/SC) nabij en net
west van het warmtefront, voornamelijk net ten noorden van ons land.
Modellen verschillen daarin. Ook de kans op mist komende nacht is een
aandachtspunt; Hirlam berekent mist net voor de Nederlandse kust, en ook
boven land. Andere modellen doen dit niet. Daarna moeten we ons richten
op het occluderende frontale systeem en het daarbij ontwikkelende
lagedrukgebiedje dat zich volgens Harmonie en EC in de nacht van vrijdag
op zaterdag moet manifesteren boven de Duitse Bocht. Hirlam laat wel een
kleine aparte kern zien, maar laat dit minder uitdiepen. Een en ander
heeft gevolgen voor de wind en daarmee de mogelijke seinen op de
Noordzee. Voor het overige (bewolking, neerslag, wind) lijken de
modellen sterk op elkaar.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot aan passage van het occluderende frontale systeem zijn er weinig
aandachtspunten. Net voor passage neemt de wind vrijdagavond langs de
kust toe naar windkracht 5, en voornamelijk Harmonie36 en Hirlam komen
dan ook met een kleine windkracht 6. Ontwikkelt het hierboven genoemde
laagje boven de Duitse Bocht, dan kan er daar in de nacht van vrijdag op
zaterdag een windkracht 7 optreden. Hirlam berekent een iets zuidelijker
koers (net noord van het Waddengebied) en komt niet verder dan een
windkracht 5. Het is nu nog niet te zeggen welk scenario waarheid zal
worden. We moeten dit de komende runs in de gaten houden.

BEWOLKING:
Nabij en west van het warmtefront wordt ten noorden van ons land (op de
oostelijke Noordzee) door Harmonie36 lage SC bewolking en lokaal ook ST
berekend. De overige modellen laten dit signaal veel minder duidelijk
zien. Gezien het feit dat er geleidelijk minder wind komt, en dus ook
minder menging, zou zich door de aanwezigheid van iets meer vocht nabij
en west van het warmtefront wel wat lage bewolking kunnen vormen. We
gaan er voorlopig vanuit dat dit lokaal het geval zal zijn. We moeten
dit voornamelijk in de gaten houden voor de Noordzee (luchtvaart)
verwachtingen. Nabij het occluderende frontale systeem laten alle
modellen lage SC en ook ST zien, het meest uitgebreid in het zuiden van
het land, daar waar zich nog een kleine warme sector bevindt.

NEERSLAG:
Vrijdag, vanaf de tweede helft van de ochtend, geven alle modellen een
signaal op een enkele bui. Dit heeft te maken met de onstabiele opbouw
vanaf die tijd. Aangezien toppen tot FL070 gaan, zal de neerslag verder
weinig om het lijf hebben. Het is wat dikkere SC bewolking, hooguit TCU.

Nabij het occluderende frontale systeem een dikkere laag stratiforme
bewolking. Aan de achterzijde (het lijkt erop dat dit het tweede
koufront is) is er sprake van een onstabiele component. Voornamelijk
zichtbaar in Harmonie36. Dit zullen geen actieve buien zijn; toppen
reiken tot zo'n FL090. Vooral TCU dus. De onstabiele component wordt
waarschijnlijk veroorzaakt door de hoogtetrog die op het systeem
inloopt.

ZICHT:
Overwegend goed zichtwaarden, lokaal is er nu sprake van een enkele
mistbank. Hirlam laat op wat uitgebreidere schaal mist zien komende
nacht. De overige modellen niet. Gezien het feit dat er toch wel wat
menging zal zijn (geowind 15-20 kn) verwachten we niet dat de mist zich
op uitgebreidere schaal voor zal doen. Het signaal boven zee negeren we;
dauwpunten zijn lager dan de zeewatertemperaturen. Tevens zien we dat de
Hirlam temperatuur boven zee zo'n twee graden te laag is. Dit zal dan
ook de reden zijn dat Hirlam het mistsignaal laat zien.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI