Guidance modelbeoordeling voor Nederland

31-03-2017 11:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 07 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 01 april 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 31 maart 2017 om 10.37 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied nabij noordwest Schotland trekt noordoostwaarts.
Bijbehorend koufront boven East-Anglia trekt oostwaarts en bereikt de
Nederlandse kust rond 15 UTC en bereikt in de avond het midden en oosten
alwaar het front tot stilstand komt, ook zaterdag ligt dit front een
groot deel van de dag nog boven het oosten. Het koufront wordt
voorafgegaan door een vore die boven het uiterste zuidwesten ligt en in
de avond het oosten van het land verlaat. Een hoogtetrog net west van
Ierland trekt oost en komt boven het oosten van Engeland tot stilstand.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt voor vandaag is de passage van het koufront (exacte
positie, buiigheid). Vooralsnog lijkt het het meest waarschijnlijk dat
het front boven het midden en oosten komt te liggen.
Gezien de hoge dauwpunten nabij het front, maar ook daarachter, zijn
zichtwaarden boven zee en boven land ook aandachtspunten.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windstoten op en nabij het koufront zullen zeer beperkt zijn wegens de
stabiele opbouw nabij het aardoppervlak (westenwind). Morgenmiddag bij
de buien in het oosten ook nauwelijks windstoten; er is weinig wind
aanwezig in de kolom. Windstoten hebben we dus ook niet opgenomen in de
diverse verwachtingen.
Verder wordt net noordwest van de kust op enkele platforms rond 23 kn
(windkracht 6) gemeten. Gezien de stabiele opbouw onderin, is deze 6
niet gehonoreerd en zijn er dus geen seinen voor uitgegeven.

BEWOLKING:
De kans op een voor de luchtvaart beperkende wolkenbasis op passage van
het koufront is vooralsnog klein, op dit moment zien we ook nauwelijks
beperkende condities nabij het koufront. Komende nacht kan zich in
opklaringen lokaal stratus vormen aangezien de dauwpunten hoog zijn. Een
en ander is afhankelijk van de hoeveelheid opklaringen. De kans op
opklaringen is in het westen van het land het grootst. Zaterdag overdag
zal de eventueel aanwezige stratus snel oplossen.

NEERSLAG:
Op passage van de vore gaf ECMWF in voorgaande runs nog een indicatie
voor een bui. Dit is nu echter niet meer zo; de lucht is te droog. Nabij
het koufront valt af en toe regen. Op dit moment zien we boven
Noord-Frankrijk aan de voorzijde van het koufront enkele buien met
onweer ontstaan die richting ons land bewegen, de intensiteit zal
geleidelijk minder worden wegens de westelijke stroming, en daarmee een
stabiele opbouw, nabij het aardoppervlak. Alle modellen laten wel een
convectief signaal zien op het koufront, maar qua intensiteit en positie
zijn er de nodige verschillen aanwezig. Harmonie 38 komt nog het meest
overeen v.w.b. de actuele positie van de buien boven Frankrijk. Het is
vooral een kwestie van de actualiteit goed in de gaten houden.
Vooralsnog houden we het erop dat de eerste neerslag rond 14 a 15 uur
het land bereikt waarbij dan tevens kans op een bui is, en een kleine
kans op onweer. Convectieve modus; multicell (CAPE 100-200 J/Kg, maar in
Frankrijk en Belgie wat hoger, schering rond 30 kn). Morgen nabij het
front in de loop van de middag wederom multicell modus. Dan ook weer
kans op onweer. De nabijheid van de hoogtetrog zorgt daar voor enige
extra forcering.

ZICHT:
In het algemeen zullen de zichtwaarden wegens de hoge dauwpunten wat
teruglopen. Komende nacht in opklaringen nevel, de kans op mist is vrij
klein wegens een enigszins doorstaande wind. In de nacht van zaterdag op
zondag zijn de mistkansen een stuk groter; de dauwpunten zijn nog steeds
hoog (zeker in het oosten van het land), bovendien zijn er meer
opklaringen vanwege het oostwaarts wegtrekken van het koufront. Ook
boven zee neemt zaterdag de kans op mistvorming toe met het verder
wegvallen van de wind.

TEMPERATUUR:
Opvallend is dat de temperatuur die door Hirlam berekend wordt, zowel op
land als op zee, beduidend lager is dan in de overige modellen. Ook de
actualiteit laat zien dat Hirlam te behoudend is. We gaan dan ook uit
van de overige modellen.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI