Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 08 maart 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 07 maart 2017 om 15.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vore met daarin een ZO-NW georienteerde occlusie ligt vrijwel
stationair boven het noordoosten en vult langzaam op. Een tweede
occlusie (herkenbaar in de vochtvelden en in de waarnemingen wat
stratus) bevindt zich NNW-ZZO georienteerd boven het westen van het land
en de Noordzee. Van het westen uit nadert een zwakke rug die gedurende
de avond passeert. Na passage wordt de stroming zuidwestelijk en trekken
vore en beide occlusies naar het noordoosten weg. De laatstgenoemde
occlusie verlaat echter pas morgenochtend het noordoosten. Op dat moment
bereikt tevens een occluderend frontaal systeem (dubbelconstructie, te
volgen in ThetaW-850) het zuidwesten. Het systeem trekt morgen overdag
van west naar oost over het land. In de loop van de middag en avond komt
een groot deel van het land waarschijnlijk ten noordwesten van het
koufront terecht, boven het zuiden blijft het koufront mogelijk slepen.
Een zwakke rug trekt vervolgens van west naar oost. De rugas passeert
de oostgrens in de eerste helft van de nacht naar donderdag. Hierdoor
wordt het koufront als warmtefront in noordoostwaartse richting
opgetild.

MODELBEOORDELING:
Op synoptische schaal verschillen in de doorkomst van het koufront van
het occluderende systeem morgen. Hirlam is een aantal uren trager, EC en
beide Harmonies zitten op een lijn waarbij het koufront aan het einde
van de middag de oostgrens passeert. Hirlam laat het koufront vervolgens
zuidelijker uitkomen (boven Belgie) en is daarom veel trager in het
terugbuigen van het koufront als warmtefront op donderdag. In Hirlam
lijkt de mobiele rug die woensdag op donderdagnacht passeert veel beter
doorstroomt dan in bijvoorbeeld Harmonie. We kiezen voorlopig voor
EC/Harm. In de grenslaag zien we - op enkele detailverschillen na -
dezelfde patronen terugkomen in de modellen. Zo is er in alle modellen
(ook in Hirlam, ondanks de beter doorstroomde rug donderdagnacht) een
sterk signaal voor mist(banken) in de nacht naar donderdag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van het frontale systeem 6-7 Bft, nabij Noorwegen 8,
mogelijk 9 Bft. Na passage neemt de wind duidelijk af.

BEWOLKING:
Bij beide occlusies komt, met name boven zee, lokaal stratus voor tussen
500 en 1000 vt. Bij de occlusie in het noordoosten is het pakket
duidelijk dikker dan de occlusie in het zuidwesten, deze laatste is qua
bewolking veel meer verbrokkeld. Elders aanvankelijk wat CU/SC en in het
zuidoosten aanvankelijk nog enkele ge?soleerde CB's met toppen tussen
FL100-150. Vanavond en vannacht opklaringen, bij de occlusies aanhoudend
ST/SC, vooral bij de occlusie in het noordoosten. Deze verlaat in de
eerste helft van de nacht het noordoosten. Morgen een dik pakket
frontale bewolking met basis 500-1000 vt, mogelijk beneden 500 vt door
doorvallende neerslag. Na passage koufront opklaringen en vorming
mist(banken) of lage stratus, op nadering van het warmtefront opnieuw
ST, waarschijnlijk St < 500 voet.

NEERSLAG:
Bij de occlusies zeer lokaal nog (mot)regen, in het zuidoosten
aanvankelijk nog een bui. Op nadering van en nabij het frontale systeem
regen. Hoeveelheden in het zuiden het grootst, meer dan 20 mm/12uur is
dan niet uitgesloten.

ZICHT:
Vrijwel overal goede zichten, in neerslag matig tot slecht. Vanavond en
vannacht teruglopende zichten bij de occlusies en ook in opklaringen. De
tweede occlusie, van zuidwest naar noordoost over het land trekkend
lijkt wel extra vocht met zich mee te brengen. In combinatie met
opklaringen levert dat enkele mist(banken) op. Elders zou dat in
opklaringen ook kunnen gebeuren. Geowind aanvankelijk 10-15 kn, in de
loop van de nacht toenemend naar 20+ en dan zullen eventuele mistbanken
weer verdwijnen. In de nacht naar donderdag zien we aan de noordzijde
van het warmtefront/koufront eveneens brede opklaringen waarin volgens
alle modellen mist gaat ontstaan. In Hirlam is de rug vrij goed
doorstroomd (geowind rond 20), dat lijkt aan de forse kant, maar het
model is tamelijk enthousiast in de vorming van mist.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het noordoosten en noorden mogelijk rond het vriespunt
aan het begin van de nacht. Dit is te kortdurend om de
wegdektemperaturen onder nul te krijgen. Gladheid wordt dan ook niet
verwacht.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI