Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-03-2017 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 04 maart 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 03 maart 2017 om 15.42 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag, om 15 UTC met de kern iets ten zuiden van Ierland, trekt de
komende periode langzaam noordwaarts over Schotland. Bijbehorend W-O
georienteerd warmtefront verlaat spoedig het noorden van ons land. In de
warme sector, waarvan de opbouw eerst nog middelbaar onstabiel is, wordt
met een zuidoostelijke stroming zachte en vrij droge lucht aangevoerd.
In het N-Z georienteerde koufront, om 15 UTC boven het uiterste westen
van Frankrijk en Midden-Spanje, slaat komende nacht een golf in het
front onder invloed van een scherpe hoogtetrog en waarschijnlijk ook de
jet. Het koufront schampt eerst morgenochtend het zuidwesten, maar de
golftop (waarin een aparte kern van lage druk ontstaat) trekt pas in de
loop van morgenmiddag en -avond van zuid naar noord langs de oostgrens.
Deze wordt kort gevolgd door de scherpe hoogtetrog. De golftop en het
laag trekken vervolgens snel over de Duitse Bocht noordwaarts en worden
kort gevolgd door eerst een zwakke rug en de backbent-achtige occlusie
van het laag nabij Schotland. Laatste genoemde occlusie passeert in de
nacht naar zondag.

MODELBEOORDELING:
In de positie en druk van het laagje bij de golftop zijn nog altijd
kleine verschillen te vinden, maar ten opzichte van de vorige runs zijn
die verschillen wel kleiner geworden. Deze kleine verschillen monden
echter wel uit in tamelijk grote variaties in de vertaling naar wind en
neerslag. Zo geven alle modellen in meer of mindere mate een venijnig
windbandje bij het laag als dat over de Duitse Bocht trekt. HA36/38
komen met een 8 Bft, EC met 6 Bft en Hirlam niet verder dan 5 Bft. In de
neerslag zijn er detailverschillen die door de convectieve aard van de
neerslag bij de golftop veroorzaakt worden. Er lijkt in alle modellen
wat convectie net voor de golftop uit te ontstaan, alle modellen komen
uiteindelijk met een vrij actief neerslaggebied aan de zuidwestflank van
het laagje dat over de oostgrens noordwaarts trekt. Uiteraard ziet dat
er in beide Harmonies forser uit met neerslagintensiteiten van 10-20 mm,
heel lokaal 20-40 mm. Gezien de betere representatie van convectie lijkt
dat realistisch. Verder zijn in HA36 de windstoten bij de buiige regen
afgebouwd en lijkt de kans klein dat we de waarschuwingscriteria halen.
Onweerssignaal is tevens vrij enthousiast in beide Harmonies, de
dwarsdoorsnede van de neerslagsoort laat echter een forse graupelkolom
zien waardoor het signaal mogelijk overdreven wordt. Er kan echter wel
onweer voorkomen, maar niet op grote schaal.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Voorlopig geen seinen, morgen in de loop van dag 7-8 Bft ten noorden van
de FIR. Har36 berekent nog (zware) windstoten boven Dover/Theems voor
komende nacht bij de buien, maar is deze rustiger geworden t.o.v. vorige
runs. Bij het laagje morgenmiddag en -avond kan boven land tijdelijk een
5 Bft voorkomen en in de nacht naar zondag is boven de Wadden tijdelijk
een 6-8 Bft mogelijk (zie ook modelbeoordeling). In een onweersbui
houden we voorlopig maximaal 30-35 kn aan. In de nacht naar zondag
vanuit het zuidwesten 6 Bft langs de kust.

BEWOLKING:
Boven zee nog SC 1500-3000 vt, nabij het warmtefront. Vlak achter het
warmtefront nog een enkele CB met hoge basis, rond FL050 met
toppenFL180. Naar het zuiden toe loopt de basis steeds verder op en
blijft er (soms dikke) cirrus over. In de warme sector velden hoge
bewolking en vooral in het westen velden AC. Voor het koufront uit in
het zuidoosten/oosten kans op een enkele geisoleerde CB vanaf de grond
tot maximaal FL250. Bij het koufront en de golftop een frontaal pakket,
met bases die vooral boven zee naar ST-niveau gaan, morgenmiddag en
-avond komen alle modellen zelfs met lage ST boven het noordwestelijk
deel van de Noordzee bij Tz = 5 C en Td = 9 C. Bij de golftop kans op
ingebedde CB's vanaf enige hoogte, toppen maximaal FL250. Bij de
occlusie in de nacht naar zondag SC/TCU, mogelijk met basis rond 1000
vt, toppen tot FL080.

NEERSLAG:
Nabij het warmtefront lichte regen. Vlak erachter kans op enkele lichte
buien, waarschijnlijk getriggerd door de warmteadvectie en een zwakke
hoogtetrog in de warme sector. Dit loopt vanavond naar het noorden weg.
Vannacht en morgenochtend komt het koufront aanvankelijk steeds
dichterbij met wat in het westen wat (buiige) regen, in het uiterste
zuidwesten van de FIR kleine kans op onweer. Het oosten houdt het lang
droog. Voor het front uit kan een losse (onweers)bui voorkomen, vanaf de
grond gevoed bij T ~ 15 C. CAPE ~ 100-200 J/Kg, maar effectieve schering
~ 45 kn. Zou een goed georganiseerde cel kunnen zijn, mogelijk met
onweer. Bij het koufront en met name ten zuidwesten van de golftop
(lokaal stevige) buiige regen, HA38 komt zelfs zeer lokaal met uursommen
van 20-40 mm. CAPE zeer gering, onweerskansen lijken me dan vrij klein,
in de onderste regionen van atmosfeer stabilisatie door kouadvectie. Bij
de occlusie wat lichte regen of een regenbui.

ZICHT:
Goede zichten, ook in de warme sector omdat de lucht tamelijk droog is.
Morgen zichtverslechtering bij het koufront/golftop door regen en
mogelijk nevel. Aandachtspunt is eventuele mist die in het
noordwestelijk deel van de Noordzee kan ontstaan. Bij iets voor het
koufront lopen de dauwpunten tijdelijk op naar circa 8-9 C. Bij
Tzeewater van circa 5 en een afnemende wind bij de frontale vore is mist
niet uitgesloten.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI