Guidance modelbeoordeling voor Nederland

23-02-2017 01:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 24 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 23 februari 2017 om 01.57 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een snel uitdiepend lagedrukgebied ten noordwesten van Ierland koerst
via Noord-Engeland naar de Duitse Bocht. Bijbehorend noordwest-zuidoost
geori?nteerd warmtefront ligt boven het zuidwesten (ten noorden ervan
ligt er nog een warmtefront) en trekt noordoostwaarts over het land.
Nieuw-Beerta wordt in de tweede helft van de ochtend gepasseerd. Het
koufront ligt tegen de middag parallel aan de westkust en verlaat in de
tweede helft van de middag het oosten. Achter het koufront vindt droge
intrusie plaats (zichtbaar op airmass-RGB) en op 800-850 hPa ontwikkelt
een windmaximum van 70-80 knopen. Een jet loodrecht op het koufront
heeft een splitfront gecre?erd met op hoogte opstijgende, verzadigde
lucht. Hierdoor bevindt de meeste neerslagintensiteit zich voor het
grondkoufront. Met het systeem meebewegend is er een sprake van
stijgstroming vanuit de warme sector, over de golftop heen richting de
depressiekern. De om het laag gedraaide occlusie is daarom stabiel
gelaagd. Deze occlusie bereikt in de tweede helft van de middag het
westen en verlaat aan het begin van de nacht naar vrijdag het oosten. De
hoogste drukgradi?nt bevindt zich aan de zuid(west)flank van het
buigpunt van de ingedraaide occlusie en is zichtbaar als knik in de
isobaren. Na passage komt een noord-zuid geori?nteerde trekrug van het
westen naderbij. De as hiervan ligt vrijdagavond nog ten westen van ons
land, waardoor er in het aandachtsgebied sprake is van een in kracht
afnemende noordwestelijke stroming van polaire lucht.

MODELBEOORDELING:
Actueel zit de neerslag iets noordelijker dan de modellen willen, maar
dat mag nauwelijks naam hebben. Kleine timingsverschillen zijn zichtbaar
bij de passage van het koufront. Het (deels) convectieve karakter maakt
dat er ook al op het koufront zware windstoten kunnen plaatsvinden. Dit
maakt dat Harmonie het meest geschikt is om deze windstoten te volgen.
Het windveld dat bij de knijpzone hoort is zowel qua timing, als
scherpte nog niet helemaal eenduidig aanwezig in de modellen. De
onzekerheden zitten 'm hierdoor vooral in de exacte positie van het
maximale windveld. Ten opzichte van gisternacht zijn de kansen in
GlamEPS op >100 km/uur in de westelijke provincies fors toegenomen, de
waardes zijn nu circa 80-90% rond 18Z in de run van woensdagavond 18Z.
Alhoewel enkele modelruns de mogelijkheid voorzien van een rustiger
noorden, blijkt dit niet uit GlamEPS. De kans op zware windstoten is
landelijk gezien 90% of meer. Het ECEPS van woensdagmiddag 12Z geeft
alleen voor de westelijke helft van het land nog kans op zeer zware
windstoten. Dit is wel in lijn met de nieuwste Hirlam- en Harmonieruns
van enkele uren later.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag van het westen uit zware windstoten, uitbreidend tot over het
gehele land. Aan zee en op het IJsselmeer kans op zeer zware windstoten.
Alhoewel de wind in de warme sector al flink aantrekt, worden de zware
windstoten verwacht vanaf het moment dat het koufront passeert. Het
maximale windveld komt boven de zuidelijke Noordzee terecht en strekt
zich uit tot boven de westkust. Hier 9 Bft, 10 Bft nog niet helemaal
uitgesloten. Landinwaarts 6-7 Bft. Ten noorden van de occlusie is het
windveld minder sterk met 6-7 Bft in de noordelijke Noordzeedistricten.
In de nacht naar vrijdag is het systeem Duitsland ingetrokken en neemt
overal de wind weer af.

BEWOLKING:
Nabij het warmtefront St, maar met de aantrekkende wind in de warme
sector zal de wolkenbasis stijgen naar Sc-niveau. Nabij het koufront
zijn ingebedde Cb's aanwezig met toppen die kunnen reiken tot
FL180/-30?C. De occlusie bestaat uit stabiel gelaagde bewolking. De
basis zit veelal op Sc-niveau, maar boven zee aan de noordflank van het
laag waar minder wind aanwezig is is ook St aanwezig. Achter de occlusie
Sc/Cu, maar ook TCu met toppen rond FL100. Ook tussen koufront en
occlusie in is niet uitgesloten dat er een TCu ontwikkelt.

NEERSLAG:
Tot aan de koufrontpassage perioden met (mot)regen. Op het koufront
enkele buien. Boven het relatief koude zeewater moet iets meer CIN
overwonnen worden en zullen buien vooral op hoogte ontstaan, maar dieper
landinwaarts kunnen de buien ook goed ontwikkelen vanaf de grond. Met
CAPE-waardes van 200-400 J/kg en een effectieve schering van 20-30
knopen is de convectieve modus multicel lijn. Onweer is waarschijnlijk,
net als korrelhagel, met name in het oosten en noordoosten. Bij de
occlusie valt regen. Na passage hiervan enkele buien, de kans op natte
sneeuw lijkt vooralsnog niet heel groot te zijn. NESO geeft wel een
indicatie, maar de sneeuwfracties zijn klein.

ZICHT:
Vlak voor het warmtefront op zee matig, mogelijk slecht (hoge dauwpunten
boven relatief koud zeewater). Verder vooral in motregen en zwaardere
regen(buien) matig. Maar over het algemeen zullen de zichten niet heel
slecht worden met zoveel wind.

TEMPERATUUR:
Eerst zacht, na passage koufront stroomt koelere lucht binnen waarin het
in combinatie met de wind vanavond voor het gevoel zal vriezen (volgens
JAG/TI-methode). Vrijdagavond zal de temperatuur in het noordoosten en
oosten daadwerkelijk onder nul komen. Geleidelijk neemt hierdoor de kans
op bevriezingsgladheid toe. Voor condensatiegladheid lijkt het te
droog.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI