Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 22 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 21 februari 2017 om 05.01 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een koufront boven het zuidoosten heeft vannacht het land verlaten. Een
noord-zuid georienteerde trekrug boven de Britse Eilanden bereikt
vanmiddag het westen van de FIR en aan het einde van de middag de
oostgrens. Op dat moment bereikt een noord-zuid georienteerd warmtefront
het westen van de FIR, behorend bij een depressie die van IJsland naar
Noorwegen trekt. In de nacht naar woensdag verlaat dit warmtefront het
oosten. Bijbehorend noordoost-zuidwest georienteerd koufront bereikt in
de nacht naar woensdag het noorden van de FIR en woensdagochtend het
noordwesten van het land. Het koufront trekt langzaam zuidwaarts en
blijft oost-west georienteerd boven het zuiden slepen. Het zuiden blijft
minimaal tot het einde van woensdag in de warme sector. Laatst genoemde
fronten zijn onderdeel van een dubbelconstructie.

MODELBEOORDELING:
De aandacht gaat de komende 48 uur uit naar lage bewolking en wind. De
lage bewolking bevindt zich voornamelijk bij de fronten, de wind in de
warme sector. De kans op zware windstoten is het grootst als het
koufront nadert, maar het gele waarschuwingsniveau wordt tot nu toe niet
gehaald in de berekeningen. Er zijn kleine verschillen in de timing van
het warmtefront en het koufront van morgen. In Hirlam lijkt ook nog een
neerslagbandje voor het warmtefront uit te zitten.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de warme sector neemt de wind in de FIR steeds verder toe. Het
hoogtepunt wordt enkele uren voor koufrontpassage verwacht, met ruim 7
Bft in de kustdistricten. Harmonie36 komt zelfs met een 8 en is daarmee
een uitbijter. Harmonie38 en Hirlam houden het bij 7 Bft en dat lijkt in
deze situatie het meest realistisch. Mocht er op het koufront nog enige
convectie aanwezig zijn, dan kan de wind iets forser uitpakken in de
vorm van enkele zware windstoten in kustgebieden. Vooralsnog niet genoeg
voor code geel. Buiten de FIR staan voortdurend seinen uit op de
noordelijke Noordzee, slechts onderbroken tijdens passage van de
trekrug. Aan de zuidflank van het laag komt een omvangrijk windveld mee
van 8-9 Bft.

BEWOLKING:
In het zuidoosten eerst nog St. Elders Sc/Cu en enkele opklaringen, maar
ook nog enkele kleine gebieden met St. Op nadering van het warmtefront
wordt de bewolking dikker en nabij het warmtefront is weer St aanwezig.
Dieper in de warme sector stijgen de wolkenbases met de aantrekkende
wind. De luchtmassa in de warme sector is echter erg vochtig en de
wolkenbasis blijft op de rand van Sc/St-niveau liggen. Ten noorden van
het koufront klaart het op, maar mogelijk dat op het koufront zelf nog
een ingebedde Cb aanwezig is. Toppen daarvan echter niet hoog,
FL110/-14?C lijkt het maximum te worden.

NEERSLAG:
Nabij het koufront regen/motregen. De neerslagradar geeft ook echo's bij
de hogere bewolking in de noordelijke helft van de FIR, maar deze haalt
de grond niet. Op nadering van het warmtefront opnieuw regen/motregen.
Dieper in de warme sector wordt het ook niet zomaar droog, door de
dubbelconstructie. Op het koufront regen, maar ook de mogelijkheid van
ingebedde buien.

ZICHT:
Nabij de fronten (vooral in motregen) matig tot slecht. In de warme
sector in het zuidwesten van de FIR dauwpunten van 7-8?C. Bij
zeewatertemperaturen van 5?C is mist boven zee niet helemaal
uitgesloten.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI