Guidance modelbeoordeling voor Nederland

07-02-2017 06:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 08 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 07 februari 2017 om 07.14 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt zicht in een zuidoostelijke stroming tussen
een hoog boven Scandinavie en een diepe depressie bij IJsland. Het
uiterste noordoosten komt hierdoor in wat drogere en koudere lucht
terecht aan de achterzijde van een zwak koufront. Een NW-ZO
georienteerde occlusie behorend bij het bovengenoemde laag bereikt ligt
actueel boven het oosten van Engeland en bereikt in de ochtend het
zuidwesten en trekt dan nog maar heel langzaam oostwaarts. Doordat de
stroming steeds oostelijker wordt, onder invloed van het hoog boven
Scandinavie, zal het front in de middag en avond weer teruggedrongen
gaan worden. Bovendien trekt een golfje in het front over het zuiden (ot
ten zuiden langs) van het land, waardoor het front kantelt en meer W-O
komt te liggen. Het noorden en midden komen daardoor het eerst in de
koude lucht, het zuiden waarschijnlijk pas in de nacht naar woensdag.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de grenslaag. Hirlam overschat de wolkenbasis, de
Harmonieversies geven de werkelijkheid wat beter weer. waarbij
Harmonie36 iets over- en 38 iets onderschat. Verder is de neerslag en de
neerslagsoort een aandachtspunt. De nieuwe runs zijn wat actiever en
laten de neerslag wat langer stationair liggen (wat betreft
noordelijkste positie). De neerslag zal aan de noordkant overgang in
(natte) sneeuw. Wel zijn de modellen (op Hirlam na) te koud. Bovendien
zijn de wegdektemperaturen hoog, dankzij de bodemwarmte. Doordat er op
hoogte een westelijke stroming blijft staan, waait de frontale kap er
als het ware af. De frontale bewolking wordt dunner, met toptemperaturen
die mogelijk stijgen richting -10?C. Bij deze waardes wordt de kans op
onderkoelde motregen groter. Door opglijding over de koude luchtmassa
die onderin van het oosten uit aangevoerd wordt, zou er langer neerslag
kunnen vallen dan de modellen berekenen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windveld van 6 Bft in de noordelijke kustdistricten tot 9 Bft in
Vikingbank. Vandaag neemt de windsnelheid overal geleidelijk af. 6 Bft
in het Waddengebied en 7 Bft nabij de Noorse Zuidkust blijft dan over op
woensdag.

BEWOLKING:
Op uitgebreide schaal Sc-velden onder een inversie rond 6000 vt, die
naar het zuiden toe relatief dun zijn. Verder in een gebied boven de
noordelijke helft (Terschelling-Twente) ook St, lokaal lager dan 500 vt.
De Harmonieversies geven een indicatie voor het verloop van de ST.
Vanuit het zuidwesten dikker wordende bewolking van de naderende
occlusie.
Overdag een bewolkt weerbeeld (Sc/St), bij de occlusie en zeker ook de
golf en in eventuele sneeuw ST. Noord van de Wadden Cu/Sc/TCu, toppen
FL070.



NEERSLAG:
Bij de occlusie dinsdag eerst regen, met name in een strook van de Kop
van Noord-Holland/Texel via Flevoland naar Twente/Achterhoek geven de
modellen een signaal voor (lichte) sneeuw vanaf de middag. De afname van
activiteit vindt in de nieuwe runs pas in de nacht plaats. Wel zijn de
berekende intensiteiten laag (meest minder dan 1 mm/uur) en zijn de
modellen (behalve Hirlam) iets te koud. Aan de noordzijde van het
neerslaggebied is natte sneeuw zeker reeel, maar de kans op echte
accumulatie is overdag klein. Pas in de avond en nacht neemt de kans dat
de sneeuw wat blijft liggen toe. De stabiele frontale bewolking wordt
steeds dunner, maar zolang de toptemperaturen beneden -10?C blijven is
er kans op sneeuw. Wordt de bewolking nog dunner, maar is er door
coalescentie nog steeds neerslag dan moet er eerder aan onderkoelde
motregen gedacht gaan worden. Toppen lijken net koud genoeg te blijven
op basis van de progtemps (door afkoeling ook op hoogte). Het is de
vraag hoeveel er blijft liggen. Gezien de meest lichte intensiteiten zal
de eerste sneeuw niet blijven liggen. Tweg ligt dinsdagmiddag nog ruim
boven nul in het gebied waar de eerste sneeuw verwacht wordt. Op of net
na het moment dat Tweg naar nul gaat, gaat ook de activiteit van de zone
er meer en meer uit. Uiteindelijk zou het lokaal kunnen blijven liggen,
maar de verwachte accumulaties zijn niet groter dan 0,5 tot 1 cm.
Harmonie komt de laatste run met een wat hogere accumulatie (zelfs 3-5
cm op sommige plekken, maar dit model is zoals gezegd op dit moment te
koud. We gaan uit van overdag natte sneeuw aan de noordzijde van het
neerslaggebied, met weinig tot geen accumulatie. In de avond gaat de
regen ook wat verder naar het zuiden over in sneeuw. Accumulatie blijft
beperkt, gladheid ook, wegdektemperaturen gaan maar langzaam richting
nul.

ZICHT:
Bij de ST nevel. Overdag oplopende zichten, maar in regen matig, in
sneeuw (mits de intensiteit niet heel laag is) matig tot slecht. Komende
nacht slechte zichten in neerslag en bij de golf (hoewel onzekerheid in
hoe deze loopt).

TEMPERATUUR:
Dinsdag in het noordoosten nog maar een fractie boven nul als maximum,
door het binnenkomen van koudere en aanzienlijk drogere lucht.
Wegdektemperaturen dalen dinsdagavond van het noorden uit naar waardes
onder het vriespunt. Daar waar regen gevallen is, zal gladheid door
bevriezing optreden. Net ten noorden van de wolkengrens kan ook nog
condensatiegladheid optreden. Naar het zich nu laat aanzien is er ten
noorden van de grote rivieren tot en met Zuid-Friesland en Zuid-Drenthe
dan kans op gladheid. In de nacht naar woensdag Tn tussen -5 in het
noorden en +2 in het zuidwesten. De Harmonies en EC zijn te koud t.o.v.
de actualiteit.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI