Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-02-2017 23:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 07 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 06 februari 2017 om 23.36 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het bevindt zicht in een zuidoostelijke stroming tussen een hoog boven
Scandinavie en een diepe depressie bij IJsland. Het uiterste noordoosten
komt hierdoor in wat drogere lucht terecht aan de achterzijde van een
zwak koufront. Een NW-ZO georienteerde occlusie behorend bij het
bovengenoemde laag bereikt ligt actueel boven het oosten van Engeland en
bereikt in de ochtend het zuidwesten en trekt dan nog maar heel langzaam
oostwaarts. Doordat de stroming steeds oostelijker wordt, onder invloed
van het hoog boven Scandinavie, zal het front in de middag en avond weer
teruggedrongen gaan worden. Bovendien trekt een golfje in het front over
het zuiden van het land, waardoor het front kantelt en meer W-O komt te
liggen. Het noorden en midden komen daardoor het eerst in de koude
lucht, het zuiden waarschijnlijk pas in de nacht naar woensdag.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de grenslaag. Hirlam overschat de wolkenbasis, de
Harmonieversies geven de werkelijkheid wat beter weer. waarbij
Harmonie36 iets over en 38 iets onderschat. Verder wordt de
neerslagsoort een aandachtspunt, waarbij de modellen nu wel een aardig
consistent beeld schetsen van een gebied waar mogelijk wat (lichte)
sneeuw gaat vallen. Zoals vaak zien we dat de Harmonie36 de eerste
lichte neerslag onderschat, met een (iets) latere timing tot gevolg.
Doordat er op hoogte een westelijke stroming blijft staan, waait de
frontale kap er als het ware af. De frontale bewolking wordt dunner, met
toptemperaturen die mogelijk stijgen richting -10?C. Bij deze waardes
wordt de kans op onderkoelde motregen groter. Door opglijding over de
koude luchtmassa die onderin van het oosten uit aangevoerd wordt, zou er
langer neerslag kunnen vallen dan de modellen berekenen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windveld van 6 Bft in de noordelijke kustdistricten tot 9 in Vikingbank.
Vanaf dinsdag neemt de windsnelheid overal geleidelijk af. 6 Bft in het
Waddengebied en 7 Bft nabij de Noorse Zuidkust blijft dan over op
woensdag.

BEWOLKING:
Op uitgebreide schaal Sc-velden onder een inversie rond 6000 vt, die
naar het zuiden toe relatief dun zijn. Verder in de noordelijke helft
ook St, lokaal lager dan 500 vt. In de nacht naar dinsdag Sc, in het
midden/noorden ook ST. De Harmonieversies geven een indicatie voor het
verloop van de ST. Vanuit het zuidwesten dikker wordende bewolking van
de naderende occlusie.
Overdag een bewolkt weerbeeld (Sc/St), bij de occlusie en zeker ook de
golf en in eventuele sneeuw ST. Noord van de Wadden Cu/Sc/TCu, toppen
FL070.



NEERSLAG:
Bij de occlusie dinsdag eerst regen, met name in een strook van de Kop
van Noord-Holland/Texel via Flevoland naar Twente/Achterhoek geven de
modellen een signaal voor wat lichte sneeuw. Het is wel zo dat op het
moment dat de kouadvectie onderin echt goed op gang komt, de activiteit
er in de avond meer uitgaat. De stabiele frontale bewolking wordt steeds
dunner, maar zolang de toptemperaturen beneden -10?C blijven is er kans
op sneeuw. Wordt de bewolking nog dunner, maar is er door coalescentie
nog steeds neerslag dan moet er eerder aan onderkoelde motregen gedacht
gaan worden. Toppen net koud genoeg te blijven op basis van de
progtemps. Het is natuurlijk de vraag hoeveel er blijft liggen. Gezien
de meest lichte intensiteiten zal de eerste sneeuw niet blijven liggen.
Tweg ligt dinsdagmiddag nog ruim boven nul in het gebied waar de eerste
sneeuw verwacht wordt. Op of net na het moment dat Tweg naar nul gaat,
gaat ook de activiteit van de zone er meer en meer uit. Uiteindelijk zou
het lokaal kunnen blijven liggen, maar accumulaties zijn niet groter dan
0,5 tot 1 cm. Modellen komen met een maximale accumulatie van 1 a 2 cm,
maar hebben de smelt over het algemeen niet goed te pakken. Noord van de
Wadden enkele buien. De neerslag trekt in de avond en nacht langzaam
zuidwaarts, maar blijft nog lang boven het zuiden hangen, waarbij de
sneeuwkansen ook daar groter worden.

ZICHT:
In het noorden matig tot slecht. In opklaringen kan een mistbank
ontstaan, hoewel de wind aardig doorstaat. De opklaringen die later het
noordoosten bereiken doen dat tezamen met droge lucht, waardoor daar de
kans op mistbanken dan nihil geworden is. Ook staat hier te veel wind.
In regen matig, in sneeuw (mits de intensiteit niet heel laag is) matig
tot slecht.

TEMPERATUUR:
Dinsdag in het noordoosten nog maar een fractie boven nul als maximum,
door het binnenkomen van koudere en aanzienlijk drogere lucht.
Wegdektemperaturen dalen dinsdagavond van het noorden uit naar waardes
onder het vriespunt. Daar waar regen gevallen is, zal gladheid door
bevriezing optreden. Net ten noorden van de wolkengrens kan ook nog
condensatiegladheid optreden. Naar het zich nu laat aanzien is er ten
noorden van de grote rivieren tot en met Zuid-Friesland en Zuid-Drenthe
dan kans op gladheid. In de nacht naar woensdag Tn tussen -5 in het
noorden en +2 in het zuidwesten. De Harmonies zijn kouder dan de andere
modellen.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI