Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-01-2017 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 29 januari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 28 januari 2017 om 17.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied voor de Schotse oostkust trekt naar het zuiden van
Noorwegen en vult daar op. Bijbehorend koufront ligt boven het westen
van Nederland, trekt noordoostwaarts en verlaat komende nacht het land.
Boven de Ierse Zee is een buiencluster aanwezig, dat kijkende naar
dauwpunten en thetaw850 frontale ontwikkelingen vertoont. Vanaf de
tweede helft van komende nacht tot en met de avond golft dit systeem
over de noordwestelijke helft van het land. Met name ten noorden van de
Wadden gaat dit gepaard met de passage van een hoogtetrog, gevuld met
koude lucht. Zondagavond laat bereikt een occluderende golf het
zuidwesten, waarvan de occlusie oostwaarts over het land trekt en
maandagmiddag het oosten verlaat. Ook deze passage gaat gepaard met een
hoogtetrog, al is de bovenlucht minder koud dan bij de vorige.

MODELBEOORDELING:
De verschillen tussen de modellen zijn klein tot en met de
koufrontpassage. Daarna zien we tamelijk grote verschillen optreden. Zo
is het onzeker hoe het wolkenbeeld er na passage van het koufront
precies uitziet. De kans op turbulentiestratus is duidelijk aanwezig,
maar de exacte timing en positie verschilt per model. Het golvende front
van zondag heeft een maximale zuidwaartse positie, maar nog steeds
verschillen de modellen hierin, maar minder dan in de vorige runs. De
golf van maandag vertoont wel nog vrij grote (timings)verschillen op
deze termijn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
7-8 Bft boven de Noordelijke Noordzee, neemt af met het aan land komen
van het Schotse laag. 6 Bft in de kustdistricten bij het passeren van
een golf.

BEWOLKING:
Bij het koufront Sc, mogelijk ook lokaal St. Kans daarop is verder
landinwaarts wat groter dan in het westen. Achter de frontale zone in de
nacht naar zondag een mix van opklaringen en wolkenvelden, mogelijk
vorming van turbulentiestratus (ook onder 500 vt). De opbouw wordt
geleidelijk onstabiel (boven land vanaf enige hoogte, boven zee/kust
vanaf de grond). De maximale onstabiliteitsdiepte bedraagt
zondag/ochtend boven zee zo'n FL200-250. Boven land stelt het zeker in
het zuidoosten allemaal minder voor, daar lijkt de opbouw zelfs
overwegend stabiel. In het zuidoosten de meeste opklaringen. Boven zee
en het noordwestelijk deel van het land cumuliforme bewolking, met name
in een bui ook kans op flarden stratus.

NEERSLAG:
Voor koufrontpassage vrijwel overal droog. Op passage van het koufront
lokaal wat lichte regen, lijkt allemaal niet veel voor te stellen. In de
nacht naar zondag met het toenemen van de onstabiliteitsdiepte vooral
boven zee al een enkele bui bij het golvende front, zeker in het noorden
bij de hoogtetrog (CAPE 200-400 J/KG). Overdag ook boven land, met
uitzondering van het zuidoosten wat (buiige) regen. Boven zee is een
klap onweer en korrelhagel niet uitgesloten. Bij passage van
occluderende golf van maandag regen, gezien de stabiele opbouw.

ZICHT:
Achter het koufront weliswaar polaire lucht en een doorstaande wind,
toch is met het binnenkomen van hogere dauwpunten (over koud oppervlak)
nevel niet uit te sluiten. Zondag goede zichten, in buien matig.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar zondag is eventuele gladheid door opvriezing/bevriezing
in opklaringsgebieden een aandachtspunt, zeker wanneer er brede
opklaringen binnenkomen en er wat neerslag is gevallen. Het wegdekmodel
(gebaseerd op Harm36) geeft in een spaarzame opklaring ook Tweg dicht
bij nul, maar heeft dus tamelijk veel bewolking. Daarnaast komen we uit
een vrij koude periode met lage bodemtemperaturen.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI