Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-01-2017 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 07 januari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 06 januari 2017 om 03.52 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog met centrum boven Noord-Duitsland zorgt boven onze omgeving
voor een zwakke zuidoostelijke stroming met aanvoer van polaire lucht.
Het hoog trekt geleidelijk naar het oosten weg en komt er een frontale
zone (of eigenlijk meerdere oude fronten die op elkaar zijn gelopen op
de Atlantische Oceaan) vanuit het westen dichterbij. Op enige hoogte
komt er dan beduidend zachtere lucht binnen, terwijl met een gekrompen
wind aan de grond nog altijd koude lucht wordt aangevoerd. Dit geeft
vanaf vrijdagavond, maar vooral zaterdag waarschijnlijk aanleiding tot
meest lichte winterse neerslag maar wel op grote schaal. Op zaterdag
loopt de frontale trog met het front a.g.v. de koude plaklaag slechts
heel langzaam verder zuidoostwaarts, in de avond lijkt de
noordwestelijke helft tijdelijk achter het front te komen. Zaterdagavond
laat komt er een rug vanuit Groot-Brittanni? dichterbij, deze passeert
in de nacht naar zondag.

MODELBEOORDELING:
De modellen laten synoptisch gezien een eenduidig weerbeeld zien. De
timing verschilt echter wel behoorlijk per modelrun. In de 00Z-runs
lijken de modellen wat meer op een lijn te zitten. Daarbij is Hirlam
aanzienlijk vertraagd t.o.v. de 18Z-run en heeft nu in de nacht naar
zondag nog winterse neerslag boven het zuidoosten. Harm36 geeft
hetzelfde beeld, EC/Harm38 laten de winterse neerslag zaterdagavond het
land verlaten. Van Hirlam weten dat het de koude plaklaag meestal te
langzaam opruimt. In alle modellen zien we de volgorde sneeuw -
ijsregen/ijzel - motregen terugkomen voor vrijwel het gehele land. Dat
is al een aantal runs achter elkaar het geval. Aandachtspunten zijn
verder het ontstaan van stratus aan dek (mist) door verzadiging in de
koude plaklaag, o.a. door smelten van een sneeuwdek. Harm36 en 38 laten
zaterdagmiddag op grote schaal mist ontstaan, Hirlam overigens ook maar
dat is enkel in de 1/8 bedekking zichtbaar. Lijkt een realistisch
scenario, al is de vraag dan hoe slecht de zichten worden. Daarnaast
laten de modellen zaterdagavond laat en in de nacht naar zondag een paar
opklaringen zien. Dit geeft risico op bevriezingsgladheid (Tskin in EC
op diverse plaatsen onder nul).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf vrijdagavond weer seinen (6 Bft) voor de kustdistricten.
Noordelijke Noordzee Z 7. Zaterdagmiddag neemt de wind weer af en
verdwijnen de seinen.

BEWOLKING:
Sluierbewolking. Overdag lange tijd cavok, vanavond toenemende frontale
bewolking. In de nacht naar zaterdag zakkend naar Sc/St niveau. De
condities worden zaterdag alleen maar slechter. Grote kans op lage
stratus, redelijke kans dat dit aan dek komt. Eerst een dik frontaal
pakket, maar in de loop van zaterdagnacht en ochtend zakken de toppen
naar FL100 (toptemperaturen boven -10 C). Achter het koufront verdwijnt
de stratus en kunnen er in het noordwesten/uiterste noorden enkele
opklaringen binnenkomen. Daarbij wellicht ook een enkele TCU met toppen
FL060.

NEERSLAG:
Vrijdagavond of begin zaterdagnacht bereikt een neerslaggebied onze kust
die in de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag overdag
de-activerend oostwaarts trekt. Gezien de progtemps is de kans groot dat
de neerslag in het westen als sneeuw begint, waarbij de accumulaties 1-3
cm/6 uur kunnen bedragen, kans op > 5 cm is nog steeds erg klein
(GlamEPS geeft geen signaal voor > 5 cm/3u). Harm36 geeft als enige
lokaal > 5 cm/6h. Focus ligt daarom op de kans op grootschalige gladheid
door ijzel of bevriezing. We zien in de temps de frontale wolkentoppen
naarmate de tijd vordert lager en minder koud worden (op een gegeven
moment geen ijs meer). In een later stadium, waarschijnlijk in de loop
van de nacht en zaterdagmorgen, ontstaat er ook een duidelijke
smeltlaag. Dit alles bij temperaturen in de onderste niveaus (ruim)
onder nul. Kans op onderkoelde neerslag lijkt dan ook groot. De
intensiteiten zijn meest licht, maar dat er op veel plaatsen over de
periode van enkele uren onderkoelde neerslag valt, lijkt re?el.
Landinwaarts is de koude laag t.o.v. de smeltlaag tijdelijk dikker, dat
ook ijsregen tot de mogelijkheden behoort. Wat we in het achterhoofd
moeten houden is dat er overal eerst sneeuw valt gevolgd door
onderkoelde (mot)regen. Op plekken waar de sneeuw kan accumuleren zullen
de effecten van de onderkoelde neerslag daardoor beperkt blijven ('IJzel
op sneeuw') Op de wegen die schoon gemaakt worden door schuiven/vegen
gaat deze vlieger echter niet op dus blijft het risico. Verder zien we
in alle modellen de neerslag zaterdag verpieteren, maar daardoor neemt
de kans op onderkoelde neerslag juist toe (warmere wolkentoppen). In het
westen gaat de neerslag over in gewoon motregen, in het noordwesten zou
later een enkel licht regenbuitje kunnen voorkomen.


ZICHT:
Bij de frontale zone in sneeuw matig tot slecht, zaterdagmiddag nevelig
en ook redelijke kans op mist in de verzadigde plaklaag (o.a. smelten
van een sneeuwdek). Pas achter het koufront verbeterende zichten, maar
in de nacht naar zondag in de rug en i.c.m. een enkele opklaring
mogelijk een mistbank.

TEMPERATUUR:
Overdag vrijwel overal maxima onder nul. Zaterdag van het westen uit
langzaam oplopende temperaturen. De vraag is hoe snel dat gaat, houdt in
het achterhoofd dat Harmonie de koude plaklaag vaak iets te langzaam
opruimt. Aandachtspunt is tevens zaterdagavond laat en in de nacht naar
zondag bevriezing van natte weggedeelten in opklaringen, vooralsnog in
de noordwestelijke helft (achter het koufront). Zondagochtend komt EC
met een Tskin onder nul. Kan opnieuw verraderlijke gladheid opleveren.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI