Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-01-2017 00:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 07 januari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 06 januari 2017 om 00.40 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog met centrum boven Noord-Duitsland zorgt boven onze omgeving
voor een zwakke oostelijke stroming met aanvoer van polaire lucht. Het
hoog trekt geleidelijk naar het oosten weg en komt er een frontale zone
(of eigenlijk meerdere oude fronten die op elkaar zijn gelopen op de
Atlantische Oceaan) vanuit het westen dichterbij. Op enige hoogte komt
er dan beduidend zachtere lucht binnen, terwijl met een gekrompen wind
aan de grond nog altijd koude lucht wordt aangevoerd. Dit geeft vanaf
vrijdagavond, maar vooral in de nacht naar zaterdag waarschijnlijk
aanleiding tot meest lichte winterse neerslag maar wel op grote schaal.
Op zaterdag loopt de frontale trog met het front a.g.v. de koude
plaklaag slechts heel langzaam verder zuidoostwaarts, in de avond lijkt
de noordelijke helft tijdelijk achter het front te komen. Zaterdagavond
laat komt er een rug vanuit Groot-Brittanni? dichterbij, deze passeert
in de nacht naar zondag.

MODELBEOORDELING:
De modellen laten synoptisch gezien een eenduidig weerbeeld zien. De
timing verschilt echter wel behoorlijk. Hirlam is het vroegst, Harm36
het laatst. Daarna treden er ook forse verschillen op in het tijdstip
waarop de laatste ijzel het zuidoosten zou moeten verlaten. In Hirlam is
dat zaterdagavond, in Harm36 duurt het tot in de nacht naar zondag.
Opzich is dat opvallend, omdat we van Hirlam weten dat het de koude
plaklaag meestal te langzaam opruimt. In alle modellen zien we de
volgorde sneeuw - ijsregen/ijzel - motregen terugkomen voor vrijwel het
gehele land. Dat is al een aantal runs achter elkaar het geval.
Aandachtspunten zijn verder het ontstaan van stratus aan dek (mist) door
verzadiging in de koude plaklaag. Harm36 en 38 laten zaterdagmiddag op
grote schaal mist ontstaan, Hirlam doet dat pas in de avond. Lijkt een
realistisch scenario, al is de vraag dan hoe slecht de zichten worden.
Daarnaast laat EC (qua timing zaterdag redelijk op een lijn met Hirlam)
zaterdagavond laat en in de nacht naar zondag een paar opklaringen zien.
Dit geeft risico op bevriezingsgladheid (Tskin in EC op diverse plaatsen
onder nul).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf vrijdagavond weer seinen (6 Bft) voor de kustdistricten.
Noordelijke Noordzee Z 7. Zaterdagmiddag neemt de wind weer af en
verdwijnen de seinen.

BEWOLKING:
Sluierbewolking. Overdag lange tijd cavok, vanavond toenemende frontale
bewolking. In de nacht naar zaterdag zakkend naar Sc/St niveau. De
condities worden zaterdag alleen maar slechter. Grote kans op lage
stratus, redelijke kans dat dit aan dek komt. Eerst een dik frontaal
pakket, maar in de loop van zaterdagnacht en ochtend zakken de toppen
naar FL100 (toptemperaturen boven -10 C). Achter het koufront verdwijnt
de stratus en kunnen er in het noordwesten/uiterste noorden enkele
opklaringen binnenkomen. Daarbij wellicht ook een enkele TCU met toppen
FL060.

NEERSLAG:
Vrijdagavond of begin zaterdagnacht bereikt een neerslaggebied onze kust
die in de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag overdag
de-activerend oostwaarts trekt. Gezien de progtemps is de kans groot dat
de neerslag in het westen als sneeuw begint, waarbij de accumulaties 1-3
cm/6 uur kunnen bedragen, kans op > 5 cm is nog steeds erg klein
(GlamEPS geeft geen signaal voor > 5 cm/3u). Focus ligt daarom op de
kans op grootschalige gladheid door ijzel of bevriezing. We zien in de
temps de frontale wolkentoppen naarmate de tijd vordert lager en minder
koud worden (op een gegeven moment geen ijs meer). In een later stadium,
waarschijnlijk in de loop van de nacht en zaterdagmorgen, ontstaat er
ook een duidelijke smeltlaag. Dit alles bij temperaturen in de onderste
niveaus (ruim) onder nul. Kans op onderkoelde neerslag lijkt dan ook
groot. De intensiteiten zijn meest licht, maar dat er op veel plaatsen
over de periode van enkele uren onderkoelde neerslag valt, lijkt re?el.
Landinwaarts is de koude laag t.o.v. de smeltlaag tijdelijk dikker, dat
ook ijsregen tot de mogelijkheden behoort. Wat we in het achterhoofd
moeten houden is dat er overal eerst sneeuw valt gevolgd door
onderkoelde (mot)regen. Op plekken waar de sneeuw kan accumuleren zullen
de effecten van de onderkoelde neerslag daardoor beperkt blijven ('IJzel
op sneeuw') Op de wegen die schoon gemaakt worden door schuiven/vegen
gaat deze vlieger echter niet op dus blijft het risico. Verder zien we
in alle modellen de neerslag zaterdag verpieteren, maar daardoor neemt
de kans op onderkoelde neerslag juist toe (warmere wolkentoppen). In het
westen gaat de neerslag over in gewoon motregen, in het noordwesten zou
later een enkel licht regenbuitje kunnen voorkomen.


ZICHT:
Bij de frontale zone in sneeuw matig tot slecht, zaterdagmiddag nevelig
en ook redelijke kans op mist in de verzadigde plaklaag. Pas achter het
koufront verbeterende zichten, maar in de nacht naar zondag in de rug en
i.c.m. een enkele opklaring mogelijk een mistbank.

TEMPERATUUR:
Komende nacht wordt het koud met op veel plaatsen matige vorst, en
volgens beide Harmonie zeer lokaal strenge vorst. In heldere nachten met
weinig wind levert Harmonie doorgaans een betere temperatuurverwachting
dan de andere modellen, -10 C lijkt in het (noord)oosten dus mogelijk.
Vrijdag overdag vrijwel overal maxima onder nul. Zaterdag van het westen
uit langzaam oplopende temperaturen. Aandachtspunt is zaterdagavond laat
en in de nacht naar zondag bevriezing van natte weggedeelten in
opklaringen, vooralsnog in de noordwestelijke helft (achter het
koufront). Zondagochtend komt EC met een Tskin onder nul. Kan opnieuw
verraderlijke gladheid opleveren.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI