Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 04 januari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 03 januari 2017 om 12.21 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven de Noorse Zee beweegt zuidoostwaarts richting
de Oostzee. Een bijbehorend frontaal systeem trekt over de Noordzee
eveneens zuidoostwaarts. Een warmtefront trekt vanmiddag en vanavond
over ons land, komende nacht en morgenochtend van het noorden uit
gevolgd door een koufront, dat in feite een dubbelconstructie is. Achter
het koufront draait de stroming naar noordwest en neemt nog wat verder
in kracht toe. In de polaire lucht kunnen later morgenmiddag en -avond
nog enkele troglijntjes zuidwaarts bewegen. De koudste bovenluchten
bewegen over de oostelijke Noordzee en ook deels over het noordoosten en
oosten van ons land met op 500 hPa tot ca. -35 C.

MODELBEOORDELING:
In grote lijnen laten de diverse modellen eenzelfde synoptische
ontwikkeling zien. Belangrijkste aandachtspunt is de windtoename en na
koufrontpassage ook de windruiming naar noord tot noordwest. Deze
windrichting geeft bij 7-8, mogelijk 9 Bft een levert een significante
verhoging voor het getij aan de noordelijke kust.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de noordelijke en oostelijke Noordzeedistricten komende periode
seinen voor 8-9 Bft. Voor onze kustdistricten gaan we naar een 7-8 Bft,
vooral in de omgeving van buien tipt de wind af en toe aan de 9 Bft. Wat
de windstoten betreft laten alle modellen op basis van TKE waarden zien
van 75-90 km/uur. Nemen we ook de buiencomponent in beschouwing dat laat
HARM36 uitschieters zien van ruim 100 km/uur. Gezien de onstabiele
opbouw en de vrijwel zekere aanwezigheid van buien lijkt een code geel
voor zware windstoten voor het noordelijk kustgebied gerechtvaardigd.

BEWOLKING:
In het zuidoosten aanvankelijk nog turbulentiestratus. Verder vanmiddag
van het noordwesten uit toenemende frontale bewolking met vooral in de
zuidoostelijke helft van het land stratus. Na koufrontpassage in de
polaire lucht convectieve bewolking, de troglijntjes zullen af en toe
voor extra forcering zorgen. De toppen van de Cb's lopen uiteen van ca.
FL150 in het westen van de FIR tot mogelijk FL220 in het uiterste
noordoosten a.g.v. de koudste bovenlucht.

NEERSLAG:
Bij het warmtefront en in de warme sector af en toe lichte regen, op
nadering van en tijdens passage van het koufront waarschijnlijk buiige
regen. Morgen in de polaire lucht geregeld buien, vooral bij
troglijntjes opgelijnd. In het noordoosten kan bij de buien ook
korrelhagel voorkomen. HARM36 laat voor de Duitse Bocht een
onweerssignaal zien, daar is de bovenlucht nog net even wat dieper
onstabiel.

ZICHT:
Buiten de neerslag overwegend goede zichtcondities, in het zuidoosten
wel geleidelijk matige zichten.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI