Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-12-2016 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 28 december 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 27 december 2016 om 17.42 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordoostflank van een hoog (1044 hPa), bij aanvang boven
Zuid-Engeland en Noordwest-Frankrijk, voert een noordwestelijke stroming
maritiem polaire lucht aan. Het centrum van het hoog komt langzaam
dichterbij, waardoor in het zuiden de gradient afneemt. Morgenochtend om
06 UTC ligt de NW-ZO geori?nteerde as van het hoog boven het
zuidwesten. Morgen blijft het centrum vrijwel stationair nabij het
zuidoosten, maar krijgt de as een wat meer N-Z ori?ntatie zodat de
stroming boven onze omgeving zuidelijk wordt en weer iets in kracht
toeneemt. Een kortgolvige hoogtetrog ligt iets west van Ierland en diept
gedurende de periode uit tot een hoogtelaag welke in de nacht naar
donderdag en donderdagochtend over het zuidwesten van de ons land trekt.
Veel invloed lijkt deze niet op ons weer te hebben.

MODELBEOORDELING:
De onzekerheid in het weerbeeld heeft alles te maken met de grenslaag
perikelen. Aandachtspunt is de vorming van mist en/of lage bewolking.
Alle modellen berekenen mist vanavond en vannacht voor de zuidoostelijke
helft van het land. Morgen overdag gaat de mist moeizaam over in lage
bewolking. Dit beeld zien we in Harm36&38 en EC. Hirlam laat de mist
(zoals we vaker zien) waarschijnlijk te snel oplossen, terwijl de nader
modellen de mist en stratus iets naar het noorden advecteren.
Door het kantelen van de as van het hoog laten de modellen voor
morgenavond en de nacht naar donderdag de mist en stratus in de
complementaire deel van Nederland ontstaan, die gedurende donderdag
ochtend volgens de modellen iets sneller oplost.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen (seinen) bijzonderheden

BEWOLKING:
Lokaal velden SC. Modellen geven voor het zuidoostelijke helft indicatie
op (lage) SC. Morgen (lage) ST a.g.v. oplossende mist, deze zou in de
loop van de middag advectief ook het noorden moeten bereiken. Morgen
avond verdwijnt de stratus (o.a. onder invloed van dalende bewegingen)
in het zuidoosten, al kan daar weer nieuwe mist/lage stratus ontstaan.

NEERSLAG:
Geen

ZICHT:
Met het naderen van de as van het hoog in het zuiden afnemende gradient
(geowind vanavond: 15-20 kn, vannacht 10 kn). Later vanavond grote kans
op vorming van mist, midden en noorden houden teveel wind. Morgen
overdag moeizaam optrekkend en naar het noorden advecterend. In de nacht
naar donderdag neemt de gradient weer wat toe, behalve in het
zuidoosten. Zichten zouden dan wellicht niet zo heel slecht moeten
worden, in het zuidoosten met een zuidelijke component speelt dalende
bewegingen achter de Ardennen mee.

TEMPERATUUR:
De modellen berekenen nauwelijks (Harmonie38 aan de noordrand van
mistgebied net onder nul) vorst zien, dankzij de mist. Toch is het niet
ondenkbaar dat in het midden en zuiden van het land de temperatuur wel
onder nul komt. In stralingsnachten is de ontkoppeling vaak wat sterker
dan in de modellen. In hardnekkige mist zal de maximumtemperatuur morgen
enkele graden achterblijven. Morgenavond en in de nacht naar donderdag
op uitgebreide schaal lichte vorst. Geringe kans op gladheid (wegen
drogen op).



Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI