Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-12-2016 10:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 28 december 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 27 december 2016 om 09.59 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordoostflank van een krachtig hoog (1045 hPa) boven
Noord-Frankrijk voert een noordwestelijke stroming polaire lucht aan.
Het centrum van het hoog komt langzaam dichterbij, waardoor in het
zuiden de gradient afneemt. Komende nacht ligt de as van het hoog boven
het zuidoosten. Morgen blijft het centrum vrijwel stationair nabij het
zuidoosten, maar krijgt wel een wat meer N-Z ori?ntatie zodat de
stroming boven onze omgeving zuidelijk wordt en weer iets in kracht
toeneemt. Een kortgolvige hoogtetrog ligt iets west van Ierland en diept
gedurende de periode uit tot een hoogtelaag welke in de nacht naar
donderdag over het zuidwesten van de FIR trekt. Veel invloed lijkt deze
niet op ons weer te hebben.

MODELBEOORDELING:
Kleine verschillen in de positie en vorm van het centrum van het hoog,
zou invloed kunnen hebben op wind en daarmee vorming van mist.
Aandachtspunt is mist/lage bewolking. Allen berekenen mist voor het
zuiden in de loop van de avond. Harm36 heeft actueel teveel SC-bewolking
en dat geeft vannacht lagere mistkansen, voorlopig verworpen. Morgen
overdag gaat de mist moeizaam over in lage bewolking. Dit beeld zien we
in Harm36&38 en EC. Hirlam laat de mist (zoals we vaker zien)
waarschijnlijk te snel oplossen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Alleen (ver) buitengaats nog seinen, deze verdwijnen in de loop van de
dag.

BEWOLKING:
Lokaal velden SC, verder perioden met zon. Met het bereiken van de
convectietemperatuur (graad of 8) vorming van CU die zich wat zou kunnen
uitspreiden tegen de subsidentie-inversie, vanavond weer oplossend en
dan zou het toch grotendeels helder moeten worden. Modellen geven voor
het zuiden en noordoosten indicatie op wat (lage) SC. Morgen (lage) ST
a.g.v. oplossende mist, deze zou in de loop van de middag advectief ook
het noorden moeten bereiken. Morgen avond verdwijnt de stratus (o.a.
onder invloed van fohn) in het zuiden, al kan daar weer nieuwe mist/lage
stratus ontstaan.

NEERSLAG:
Droog.

ZICHT:
Actueel is het zicht in de polaire niet super, toch iets vochtig en
misschien wat vervuild. Zal vanmiddag nog wel wat oplopen a.g.v.
menging, maar is een aandachtspuntje voor vanavond en vannacht. Met het
naderen van het centrum van het hoog in het zuiden afnemende gradient
(geowind vanavond: 15-20 kn, vannacht 10 kn). Later vanavond grote kans
op vorming van mist, midden en noorden houden teveel wind. Morgen
overdag moeizaam optrekkend en naar het noorden advecterend. In de nacht
naar donderdag neemt de gradient weer wat toe, behalve in het
zuidoosten. Zichten zouden dan wellicht niet zo heel slecht moeten
worden, in het zuidoosten met een zuidelijke component speelt
fohnwerking ook mee.

TEMPERATUUR:
Voor de nacht naar woensdag laten de modellen nauwelijks vorst zien,
dankzij de mist. Toch is het niet ondenkbaar dat in het midden en zuiden
van het land de temperatuur wel onder nul komt. In stralingsnachten is
de ontkoppeling vaak wat sterker dan in de modellen. In hardnekkige mist
zal de maximumtemperatuur morgen enkele graden achterblijven.
Morgenavond en in de nacht naar donderdag op uitgebreide schaal lichte
vorst. Geringe kans op gladheid (wegen drogen op).



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI