Guidance modelbeoordeling voor Nederland

07-12-2016 04:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 08 december 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 07 december 2016 om 05.34 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied met het centrum boven het zuiden van Duitsland
verplaatst zich langzaam oostwaarts en ligt vanmiddag boven Oost-Europa.
Lagedrukgebieden boven het midden van de Atlantische Oceaan bewegen
noordoostwaarts richting. De stroming is naar zuid tot zuidwest geruimd
en neemt geleidelijk in kracht toe. De aangevoerde lucht wordt dan
langzaam zachter en vochtiger en fronten(restanten) trekken dan via de
Noordzee noordoostwaarts. Donderdag komt het hele land in de warme
sector terecht, waarbij het golvende koufront net ten noorden van het
land komt te liggen.

MODELBEOORDELING:
Grootste aandachtspunt zijn temperatuur en het vocht in de grenslaag.
Met name Harmonie38 overdrijft hier in, ook in de laatste run teveel
mist boven Frankrijk/Belgie. Harmonie36 en Hirlam lijken wat
realistischer. Een ander aandachtspunt is de lichte neerslag die Hirlam
in de ochtend van west naar oost over het noorden van het land laat
trekken, samenhangend met schampende frontenrestanten. Beide Harmonie
hebben dit signaal niet, maar zijn doorgaans toch erg zwak in het
weergeven van lichte frontale neerslag. EC en Hirlam berekenen een zeer
zwak signaal boven het noorden. Mogelijk is Hirlam iets te enthousiast
vooral ook omdat de progtemps ook geen aanleiding geven tot neerslag.
Een deel lijkt ook te verdampen in de droge laag onder de middelbare
bewolking. Mogelijk wel lichte coalescentieneerslag uit een dikkere
St-laag. De eventuele neerslag valt als de T2m-temperatuur inmiddels
(ruim) boven nul is gekomen, maar volgens NESO-Hirlam is er kans op
ijzel Tsurf < 0). In de progtemps is inderdaad te zien dat Hirlam nog
net een dunne laag nabij het aardoppervlak net onder nul heeft. Ook dit
is twijfelachtig omdat Hirlam in dit soort situaties (opwarmen van koude
plaklaag) vaak te traag is. Kans is groot dat dit in werkelijkheid
sneller gaat. Kortom: Voorlopig is neerslagkans nog niet groot en als er
neerslag valt zeer waarschijnlijk bij een temperatuur boven nul.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op de noordelijke Noordzee vannacht seinen voor 7 Bft. In onze
kustdistricten zien we pas vanaf vanmiddag seinen voor ZW 6 Bft
verschijnen.

BEWOLKING:
In het noordwestelijk kustgebied toenemende kans op St-bewolking die dan
overdag langzaam noordoostwaarts wegtrekt. Boven zee bij de fronten veel
St. Verder veel velden hoge bewolking, soms wat dikker, dan weer wat
dunner.

NEERSLAG:
In het noorden van de FIR lokaal wat lichte (mot)regen, in de ochtend
mogelijk ook zeer lokaal boven het noorden van het land. Aandachtspunt
is hierbij de wegdektemperatuur op dat moment. Het lijk erop dat die op
de meeste plaatsen boven nul komt, maar Groningen/Drenthe zijn een
aandachtspunt. De neerslag van de slepende frontale zone blijft
aanvankelijk net ten noorden van het land, maar donderdagmiddag neemt
met name in het noorden de kans op neerslag toe.

ZICHT:
Nevel, maar de vorming van mist lijkt onwaarschijnlijk van de
geleidelijk toenemende wind. Overdag met name in het stratusgebied ook
nevelig, deels dus ook over land waarbij de slechtste condities
logischerwijs boven het noorden te verwachten zijn (advectie over koud
land). Modellen ondersteunen dit scenario. Elders boven land dan
overwegend goede zichten. Donderdag doorstaande wind en hooguit wat
nevelig.

TEMPERATUUR:
Hirlam is dus duidelijk te warm. Door toenemende wind in de loop van de
nacht langzaam stijgende temperaturen, Overdag Tx van 5°C in het
noordoosten tot mogelijk 10°C langs de noordwestkust en in
Zuid-Limburg. In de nacht naar donderdag Tmin rond 3 graden in het
zuidoosten, daar de minste wind en de meeste uitstraling. Donderdag
dieper in de zachte lucht rond 9 graden overdag.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI