Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-11-2016 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 13 november 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 12 november 2016 om 23.26 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vore boven het midden van de Noordzee blijft min of meer op dezelfde
plek liggen. Diverse frontale systemen liggen noord-zuid georienteerd
tot over het westen van ons land. Door drukstijgingen wordt de frontale
zone steeds zwakker en ontstaat er boven de Noordzee een zadelgebied met
twee hogedrukcentra: een boven Polen en een ten westen van de Golf van
Biskaje. Door het Poolse hoog wordt de zwakke frontale zone zondagmiddag
weer teruggedrongen en wordt van het oosten uit drogere lucht
aangevoerd. Een kleinschalig hoogtelaag trekt in de middag van noordwest
naar zuidoost over ons land. Erachter wordt op hoogte maandag de
stroming flink anticyclonaal op een opbouwende hoogterug over de UK, in
het grondpatroon heerst maandag aanvankelijk de zwakke stroming in het
zadelgebied en een verder oplossende frontale zone net west van ons
land. Later op maandag zakt het zadelgebied naar het zuiden weg en neemt
de gradient steeds verder toe. Een warmtefront, met daar vooruit nog
restanten van de genoemde frontale zone, bereikt in de avond het
westkust. De warmte zal op hoogte eerst nog enig tijd over een koude
plaklaag glijden.

MODELBEOORDELING:
Nog steeds laat Harmonie36 te weinig wolkenwater tussen 0 en -20 C zien.
De negatieve afwijking in minimumtemperaturen t.o.v. de andere modellen
is er nog steeds, al is deze minder groot dan in voorgaande runs.
Actueel zien we toch meer neerslag boven ons land dan de modellen
willen, HARM38 lijkt nog het meest op de actuele radarbeeld. De neerslag
komt nu toch allemaal wat meer oostelijker dan het zich aanvankelijk
liet aanzien, alleen het uiterste oost lijkt droog te blijven. Ander
aandachtspunt is een gebied met mist boven het zuidwesten in de nacht
naar maandag, alle modellen laten dit met een grote mate van
consistentie zien.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de kustdistricten aanvankelijk nog seinen voor ZO 6 Bft in de
kustdistricten, op de noordelijke Noordzee, Z 7 Bft. In de nacht naar
maandag mogelijk weer 7 Bft in Vikingbank. De seinen in onze
kustdistricten zien we in de loop van maandag weer verschijnen wanneer
het warmtefront naderbij komt.

BEWOLKING:
Op de brede frontale zone vooral Sc/Ac-bewolking, nabij de vore op de
Noordzee ook veel stratus. Ook het zuidwesten maakt kans op stratus. Pas
na de passage van het koudeputje zien we de meeste bewolking boven ons
land verdwijnen. Op de Noordzee nabij de oplossende frontale zone kan
boven het relatief warme zeewater dan nog steeds een TCu tot
ontwikkeling komen, met toppen die niet hoger komen dan FL080.
Maandagmiddag neemt van het noordwesten uit de frontale bewolking toe,
met ook stratus boven de Noordzee. HARM36 laat het mistgebied
maandagochtend overgaan in stratus en zich uitbreiden over het westen en
midden van het land. Andere modellen laten de mist vrij snel helemaal
oplossen.

NEERSLAG:
Tot en met de passage van het koudeputje zien we van tijd tot tijd van
regen over het land heen trekken. Ten westen van en nabij de oplossende
frontale zone kan boven het relatief warme zeewater mogelijk een lichte
regenbui tot ontwikkeling komen. Maandag zien we weer opnieuw regen op
nadering van het warmtefront.

ZICHT:
Boven land matige tot goede zichten, alleen in intensievere neerslag
mogelijk even slechte zichtcondities. Boven zee nabij de vore zijn de
condities over het algemeen wat slechter. In de nacht naar maandag zie
we in alle modellen boven het zuidwesten mist ontstaan welke in de loop
van maandagochtend weer oplost.

TEMPERATUUR:
Wil de temperatuur in het oosten nog onder nul komen zijn opklaringen
wel een vereiste, kijkende naar de satellietbeelden lijkt dat
waarschijnlijk niet te gaan gebeuren. In de nacht naar maandag weinig
bewolking, en daardoor op uitgebreide schaal lichte, in het oosten en
noordoosten mogelijk matige vorst.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI