Guidance modelbeoordeling voor Nederland

03-11-2016 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 03 november 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 02 november 2016 om 23.33 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een oostwaarts trekkend en opvullend laag boven de Baltische
Staten en een mobiel hoog boven de Keltische Zee voert een
noordwestelijke stroming heldere, polaire lucht aan. Het hoog trekt de
komende 36 uur via het noorden van Frankrijk en Midden-Europa naar de
Balkan. De stroming draait de komende 24 uur van noordwest naar
zuidwest, we blijven echter in de polaire lucht. Een laag dat actueel
bij IJsland ligt trekt zuidoostwaarts en via Schotland komt het
vrijdagochtend boven de Noordzee te liggen. Aan de zuidflank van dit
laag bevindt zich een occlusie, die vrijdagmiddag boven het westen en
noorden van het land komt te liggen.

MODELBEOORDELING:
Vannacht is de grenslaag landinwaarts een aandachtspunt, zie bij
bewolking en zicht.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Actueel geen seinen, later op de donderdagavond zien we 6 Bft op de
Noordzee verschijnen. In de loop van vrijdagmiddag komt er aan de
noordflank van het laag boven de Noordzee in Fladengronden en Vikingbank
mogelijk een 7 Bft vanuit het noordoosten te staan.

BEWOLKING:
In de polaire lucht convectieve bewolking vanaf de Noordzee, die in de
nacht en (vroege) ochtend landinwaarts grotendeels oplost. Toppen
ordegrootte FL120-150, ook volgens de radar, geleidelijk afnemend. Wel
vanaf donderdagmiddag toenemende middelbare en hoge bewolking (actueel
boven Ierland) t.g.v. warmteadvectie op nadering van de occlusie van
vrijdag, herkenbaar in het 700- en vooral het 500-hPa vochtveld.
Inzaaiing door neerslag uit deze bewolking kan de buiigheid in stand
houden, ondanks de steeds lagere toppen (eveneens het gevolg van de
warmteadvectie op hoogte). In Limburg is er a.g.v. stuw St ontstaan,
alle modellen geven hier een duidelijk signaal voor. Mogelijke St bij
een occlusie boven het uiterste noordwesten van Duitsland (niet genoemd
in de synoptische beschrijving) zou net buiten onze FIR moeten blijven.

NEERSLAG:
In de polaire lucht aanhoudend aanmaak van buien boven de Noordzee.
Effectieve schering (0-3 km) ligt rond de 10 kn, convectiemodus single
cells. We zien vanaf donderdagavond duidelijk kustconvergentie terug
voor de Belgische en Nederlandse kust in de zuidwestelijke stroming, wat
kan leiden tot geclusterde buien. Wat eveneens een rol kan spelen is
inzaaiing, zie bij bewolking.

ZICHT:
In de polaire lucht goede zichten. In buien matig, lokaal ook slecht
zicht. Vannacht en in de vroege ochtend landinwaarts lokaal mistbanken,
dieper landinwaarts ook nevel en mogelijk mist (deels ook "St aan dek").
In de nacht naar vrijdag geowind 25-35 kn, dus dan waarschijnlijk overal
goed zicht buiten neerslag.

TEMPERATUUR:
Geen enkel model heeft de lage temperaturen die we lokaal landinwaarts
zien (Deelen rond het vriespunt). Harm36 heeft te veel bewolking
landinwaarts, Harm38 doet het wat dat betreft beter. Tot
wegdektemperaturen onder nul op de rijkswegen gaat dit
hoogstwaarschijnlijk niet leiden, maar het zou lokaal onder de +2°C
kunnen komen.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI