Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 03 augustus 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 02 augustus 2023 om 05.45 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming is westelijk. Een zwakke occlusie boven de Wadden trekt
langzaam noordwaarts. Overdag trekt een lagedrukgebied over de Britse
Eilanden en het (uiterste) noorden van Nederland noordoostwaarts.
Donderdagmiddag komt het laag boven Denemarken aan. Het bijbehorende
occluderende frontale systeem passeert woensdagochtend. Het koufront
(Theta-w 850 hPa en Td 15°C) passeert woensdagmiddag en activeert boven
het (uiterste) zuidoosten sterk als gevolg van de linkeruitgang van de
straalstroom. Het koufront verlaat trekt rond 15 UTC naar Duitsland weg.
In de periode woensdagavond - donderdagmiddag passeren vervolgens
diverse om het laag heen gedraaide occlusierestanten. Deze zijn sterk
convectief van aard als gevolg van de nabijheid van een hoogtelaag.
Tevens zien we een tweetal grondtroggen nabij het grondlaag over het
aandachtsgebied trekken, een in de eerste helft van de nacht naar
donderdag en een ander donderdagochtend. Hierna komt een noordwestelijke
stroming tot stand.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer is grootschalig gezien consistent. Slechts kleine
timings/locatieverschillen in de ontwikkeling van mogelijk zware
convectie boven het (uiterste) zuidoosten en oosten. Deze verschillen
zijn echter wel van belang. De zwaarste convectie lijkt ergens in het
grensgebied met Duitsland te gaan ontwikkelen, of mogelijk pas boven
Duitsland. De T2m gaat een rol spelen in de beschikbare hoeveelheid
energie, hierin heerst nog onzekerheid. Hagel rond 2 cm en (zware)
windstoten zijn de voornaamste randfenomenen.
Verder speelt de wind een belangrijke rol bij de passage van de trogjes
bij het laag op donderdag. Hierbij zien we o.a. in KEPS ca. 20-30% kans
op zware windstoten rond 75 km/uur boven land. Vooralsnog niet
waarschuwingswaardig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Conform modeluitvoer, wel is er enige onzekerheid over de passage van de
trogjes bij het laag. Juist hier zijn kleine knijpzones zichtbaar
waarbij de wind even fors toeneemt. Zie modelbeoordeling. De kans op
uitschieters van meer dan 75 km/uur bij buien bij het koufront is
ongeveer 30% in de KEPS uitvoer.

BEWOLKING:
Lage bewolking is vooral te vinden bij de frontale structuren, heel
plaatselijk wat turbulentiestratus.Bij de occlusie/warmtefront van het
frontale systeem enige onstabiliteit met mogelijk een enkele verscholen
CB, met name boven zee vanwege een kortgolvige hoogtetrog. Bij het
koufront vooral in het (uiterste) zuidoosten en oosten Cb's met toppen
tot FL280. Bij de ingedraaide occlusie(s) gelaagde bewolking met een
basis op St-niveau. Maar zeker ook convectieve bewolking met Cb's met
toppen tot maximaal FL300. Donderdag overdag gaat de
onstabiliteitsdiepte vanuit het noordwesten dalen naar FL100-150.

NEERSLAG:
Bij de buien bij het koufront in het zuidoosten/oosten 35-50 kt
effectieve schering (ca. 0 - 4,5 km) met ongeveer 500-1000 J/kg SbCape.
De hoeveelheid energie hangt nog wel af van de maximale temperatuur. Het
windscheringsprofiel is vrijwel lineair. Convectiemodus waarschijnlijk
splitsende low-top supercellen en/of lineaire structuren als bow-echo's.
Hagel (rond 2 cm) en zware windstoten van ca. 75 km/uur zijn daarbij
zeker niet onrealistisch. Signaal voor heliciteit tot ongeveer 75 m^/s^2
ondersteunt supercelmodus. Meer dan 30 mm/uur is gezien de treksnelheid
niet realistisch. Bij de ingedraaide occlusie 20-25 kt effectieve
schering, ongeveer 500 J/kg CAPE. Multicel. Triggering en lijnvorming
door kustconvergentie mogelijk. Neerslagaccumulaties zijn t/m
donderdagmiddag weer fors, op veel plaatsen 20-40 mm. Pas donderdagavond
lijkt het droger te worden na passage van het laatste occlusierestant en
nog een zwakke hoogtetrog.

ZICHT:
Geen bijzonderheden.

TEMPERATUUR:
Tx vanmiddag enigszins onzeker (mate van instraling), maar wel
belangrijk voor de hoeveelheid beschikbare energie voor de potentieel
stevige onweersbuien. Als de grenslaag niet voldoende opwarmt zijn de
updrafts van beginnende buien mogelijk niet sterk genoeg om de forse
windschering te "overwinnen".



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI