Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-07-2023 11:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 10 juli 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 09 juli 2023 om 13.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de westflank van een hoogterug boven het westen van Duitsland is de
hoogtestroming zuidwestelijk. Een convergentielijn lag om 09 UTC van het
westen van Brabant naar Drenthe. De vore vormt de westelijke begrenzing
van een thermisch laag. Het geheel trekt langzaam noordoostwaarts, maar
zondagmiddag wordt het patroon sterk verstoord door de convectie. Een
koufront (ongeveer theta-w 850 hPa 16 °C en een band met
grenslaagbewolking) bereikt zondagavond het westen en trekt oostwaarts
over Nederland. Daarna wordt de stroming westelijk. Maandag bouwt een
rug van hogedruk op boven Nederland, deze rug trekt in de avond
geleidelijk door naar Duitsland. Dinsdagochtend passeert een inactief
warmtefront vanuit het zuiden en komen we weer in maritiem tropische
lucht.

MODELBEOORDELING:
De patronen in de uitvoer lijken grootschalig gezien op elkaar, alleen
in de EC uitvoer is de convectieve activiteit bij het koufront veel
sterker dan in alle andere uitvoer. Dit is niet geheel realistisch. De
details verschillen echter en schuiven ook nog steeds. De activiteit
concentreert zich nu voornamelijk op zondagmiddag en bestaat uit de
verdere ontwikkeling van de complexen boven het noorden van Frankrijk
(09 UTC). In de Harmonie40 uitvoer komt de zware convectie nogal
westelijk. Actueel is de activiteit in het NW van Frankrijk minder dan
in deze uitvoer. In de ICON-D2 09 uitvoer ligt de convergentielijn
vrijwel op de goede plaats. (De actuele convectieve patronen zijn daarin
minder goed.) Het belangrijkste onderscheid is dat ten oosten van de
convergentielijn de convectie vanaf de grond plaatsvindt en ten westen
daarvan vanaf enige hoogte, waarbij de hoogte naar het westen toeneemt.
Dit verkleint de kans op zware windstoten vanwege de inversie in de
grenslaag. Alleen wanneer de convectie zich sterk organiseert kan het in
het westen ook nog vanaf de grond komen. Dit is een kleine (20-30%)
kans, we zien het in sommige uitvoer gebeuren. Zie verder wind en
neerslag. Het koufront is consistent, de stratus boven de Noordzee in de
Hap1 uitvoer lijkt te uitgebreid. Het warmtefront van dinsdag is
inactief.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zondagmiddag zullen de zwaarste windstoten van meer dan 41 kn zich
voornamelijk concentreren op het zuidoosten en oosten. Een enkele
windhoos is daar ook mogelijk (updraught heliciteit is lokaal
significant). Ten westen van de vore is de grenslaag stabiel als gevolg
van de aanlandige wind. Hierdoor kunnen de windstoten minder makkelijk
tot de grond doordringen. Wanneer de convectie echter sterk
georganiseerd raakt (squalline of supercells) kunnen ook hier de
windstoten tot ongeveer 60 kn lokaal tot aan de grond toe doordringen,
dit is een onzekerheid.

BEWOLKING:
Aan de noordwestrand van de FIR actueel een lijn met Cb's vanaf
middelbaar niveau, toppen tot ca. FL370. Zondagmiddag CB's tot
FL400-450, ook dan is de basis relatief hoog. Bij het koufront naarmate
het oostwaarts trekt een toenemend signaal voor stratus, zal afhangen
van de hoeveelheid neerslag die gevallen is. Voor het koufront uit ook
nog een enkele Cb's, de toppen worden met FL300 geleidelijk minder hoog.
Het stratusgebied in de Hap1 uitvoer boven de Noordzee negeren we nog
voorlopig.

NEERSLAG:
Zondagmiddag neemt de schering van het westen uit toe, naar 25-40 kn
(effectieve schering in het westen niet vanaf de grond, maar vanaf 1-2
km). CAPE is hoog, 1500-2000 J/kg, in het oosten meer dan 2000 J/kg. Er
valt dan ook goede organisatie te verwachten, multicell, plaatselijk met
squalline karakteristieken en ook supercells kunnen niet worden
uitgesloten. Grote hagel is dan ook lokaal mogelijk, tot circa 4 cm.
Plaatselijk valt 20-50 mm en kan er meer dan 30 mm/uur vallen, maar de
treksnelheid is relatief groot. De trigger voor de buien komt van
convergentie in de grenslaag, later door goed georganiseerde outflows,
dit zorgt voor onzekerheid. In het westen zorgt opglijding vanuit het
zuiden tegen de koude laag mogelijk voor triggering, anders outflow (ook
op enige hoogte). Het is onzeker waar de meeste neerslag valt. De
convectieve activiteit in het noorden is nog een onzekerheid. Met behulp
van nowcasting wordt besloten of het het noorden of noorden in de middag
Oranje moet worden. De convectie bij en direct ten oosten van het
koufront is niet al te actief, CAPE is laag, hooguit 200 J/kg, wel is
daar veel schering.

ZICHT:
In zware buien zichtverslechtering. Ten westen van het koufront nevel,
kans op mist lijkt klein.

TEMPERATUUR:
Vandaag in het westen vanwege de aanlandige stroming in de grenslaag
geen tropische temperaturen meer, nog wel zomers. In de oostelijke helft
nog wel tropisch met in het oosten en zuidoosten plaatselijk misschien
nog 34°C. Maandag duidelijk lagere temperaturen, in het zuidoosten met
27°C nog wel zomers.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI