Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-07-2023 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 10 juli 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 09 juli 2023 om 05.37 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de westflank van een hoogterug boven het westen van Duitsland is de
hoogtestroming zuidelijk. In de grenslaag ligt er vannacht een zwakke,
nagenoeg gradientloze vore NW-ZO georienteerd over ons land. Deze
beweegt langzaam NNO-waarts maar blijft overdag min of meer boven de
oostelijke helft van het land hangen, in de middag lijkt zich hierin een
thermisch laag te ontwikkelen, welke langzaam NNO-waarts beweegt. Boven
de zuidelijke Noordzee zien we dan een ZZW-NNO georienteerde subtiele
rug ontwikkelen. Een koufront (ongeveer theta-w 850 hPa 16 °C) bereikt
later zondagavond het westen en trekt oostwaarts over Nederland. Daarna
wordt de stroming westelijk. Maandag bouwt een rug van hogedruk op boven
Nederland, deze rug schuift in de avond geleidelijk door richting
Duitsland.

MODELBEOORDELING:
De algehele setting voor zware onweersbuien vanmiddag en vanavond is in
alle modellen wel duidelijk. Op detailniveau zijn er echter verschillen
in de zwakke luchtdrukgradiënt, we zien dan ook steeds een iets andere
vorm van het thermische laagje en de rug boven de zuidelijke Noordzee.
Deze verschillen zorgen ervoor dat de buien steeds op een andere plek
ontstaan, waardoor ook steeds het verdere verloop net weer wat anders
is, o.a. door steeds andere interactie tussen de outflow boundaries van
de verschillende buien. T.o.v. gisteren is er een toegenomen onzekerheid
in timing en precieze locatie van de zwaarste buien, deze verschilt van
model tot model en van run tot run. Er zijn modelruns die vanmiddag nog
weinig zware convectie toelaten, mede a.g.v. te weinig opwarming a.g.v.
restanten van buien die vanochtend al boven land worden berekend of nu
al boven het zuidwesten van het land zouden moeten zitten, van dat
laatste is momenteel niets terug te vinden. De voorkeurslocatie van de
zwaarste buien blijft ondanks alle onzekerheden het oosten en
zuidoosten, hier bevindt zich namelijk de warmste lucht en worden de
buien vanaf de grond gevoed. In het westen zien we in de grenslaag met
een zwakke westelijke wind wat minder warme lucht vanaf de Noordzee
binnenlopen, hier zal de convectie vanaf enige hoogte plaatsvinden. Het
het ook loopt het zal sowieso een kwestie van nowcasten worden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag en vanavond zullen de zwaarste windstoten van meer dan 41 kn
zich voornamelijk concentreren op het zuidoosten en oosten. Een enkele
windhoos is daar ook mogelijk (updraught heliciteit is lokaal
significant). Het lijkt erop dat in het westen de grenslaag stabiel
wordt a.g.v. de aanlandige wind. Hierdoor kunnen de windstoten minder
makkelijk tot de grond doordringen. Wanneer de convectie echter sterk
georganiseerd raakt (squalline of supercells) kunnen ook hier de
windstoten tot ongeveer 60 kn lokaal tot aan de grond toe doordringen,
dit is een onzekerheid. Mochten de zwaarste buien pas later vanmiddag en
vanavond ontstaan dan worden ook in het oosten en zuidoosten minder
waarschijnlijk, de 21 UTC run van HA40 liet dit zien. Maandag geen
bijzonderheden.

BEWOLKING:
Aan de westrand van de FIR actueel een lijn met Cb's vanaf middelbaar
niveau, toppen tot ca. FL370. Vanmiddag en vanavond CB's tot FL400-450,
ook dan is de basis relatief hoog. Bij het koufront naarmate het
oostwaarts trekt een toenemend signaal voor stratus, zal afhangen van de
hoeveelheid neerslag die gevallen is. Voor het koufront uit ook nog een
enkele Cb's, de toppen worden met FL300 geleidelijk minder hoog. Het
grote stratusgebied boven de Noordzee in het noordwesten van de FIR
negeren we nog voorlopig. Maandag overdag boven land enkele cumuli, in
het uiterste noordoosten wellicht nog een TCu.

NEERSLAG:
Vanochtend enkele buien aan de westrand van de FIR boven de Noordzee,
daarbij ook frequent onweer. Vanmiddag neemt de schering van het westen
uit toe, naar 30-40 kn (effectieve schering in het westen niet vanaf de
grond, maar vanaf 1-2 km). CAPE is hoog, 1500-2000 J/kg, in het oosten
boven de 2000 J/kg. Er valt dan ook goede organisatie te verwachten,
multicell, plaatselijk met squalline karakteristieken en ook supercells
kunnen niet worden uitgesloten. Grote hagel is dan ook lokaal mogelijk,
tot circa 4 cm. Plaatselijk valt 20-50 mm en kan er meer dan 30 mm/uur
vallen, maar de treksnelheid is relatief groot. De trigger voor de buien
komt van convergentie in de grenslaag, deze is qua timing en locatie
gezien de zwakke luchtdrukgradiënt nogal onzeker. Bovendien zal bij
deze zwakke gradient de interactie tussen outflow boundaries een rol
spelen en de voorspelbaarheid niet ten goede komen. Ook voor het
koufront uit nog steeds kans een bui, mogelijk met onweer, de
CAPE-waarden liggen dan nog veelal tussen 500-1000 J/kg.

ZICHT:
In zware buien zichtverslechtering. Ten westen van het koufront nevel,
kans op mist lijkt klein.

TEMPERATUUR:
Vandaag in het westen vanwege de aanlandige stroming in de grenslaag
geen tropische temperaturen meer, nog wel zomers. In de oostelijke helft
nog wel tropisch met in het oosten en zuidoosten plaatselijk misschien
nog 34°C. Maandag duidelijk lagere temperaturen, in het zuidoosten met
26°C nog wel zomers.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI