Guidance middellange en lange termijn

30-10-2016 03:40
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zondag 30 oktober 2016 om 03.10 uur

Geldig van dinsdag 01 november tot zondag 13 november

Synoptische ontwikkeling:
Aanvankelijk hebben we nog te maken met een hoogterug waarbij we ons aan
de grond in de zachte lucht bevinden. Dit hoog wordt op dinsdag
afgebroken en dan komen we onder invloed van een hoogtelaag dat vanaf
IJsland richting Scandinavie beweegt. Aan de grond maakt het omvangrijke
hoog plaats voor lage druk boven West- en Noord-Europa. In de loop van
dinsdag 1 november komt een inactief koufront door en komen we in de
frissere polaire lucht. Vervolgens treedt er een overwegend
(noord)westelijke stroming in met een opeenvolging van (zwakke) troggen
en ruggen. Dit geeft aanvankelijk een licht wisselvallig beeld, vanaf
het weekeinde van 5/6 november en de week erop neemt de wisselvalligheid
toe. De opbouw van een Atlantische rug zorgt er dan voor dat
(hoogte)lagen naar onze omgeving afzakken en daar blijven rondtollen. De
stroming is dan overwegend noordwestelijk met aanvoer van tamelijk
frisse polaire lucht.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met dinsdag 2 november is de onzekerheid in het EPS niet
bijzonder groot, al zien we a.g.v. de onzekerheid in de bewolkingsgraad
en het oplossen van eventuele mist wel wat kleine spreiding in de
temperatuur. In alle members is de daling in dauwpunt corresponderend
met het doorkomen van het koufront zichtbaar. Daarna neemt de
onzekerheid wel toe, waarschijnlijk heeft dit te maken met
faseverschillen in de doorkomst van ruggen en troggen. Dit zou enkele
stralingsnachten kunnen opleveren waarbij de kansen op nachtvorst
toenemen naar ongeveer 30-40% landinwaarts (staafdiagrammen). We weten
echter dat in de staven deze kansen over het algemeen onderschat worden.
In een stralingsnacht is het heel reëel dat het dan tot nachtvorst
komt. Dit levert een kleine kans op (condensatie/bevriezings)gladheid op
stalen bruggen op vanaf woensdag 3 november. Op de wat langere termijn
zijn de clusters met een Atlantische rug veruit in de meerderheid. Een
goed doorstroomde zonale stroming lijkt er dus niet te komen. De positie
van deze rug is wel erg onzeker en de spreiding in de pluim voor bijna
parameters neemt dan ook sterk toe. De kans is echter wel groot dat de
temperatuur naar normale waarden terugvalt, later waarschijnlijk naar
iets onder gemiddeld. De neerslagkans bedraagt ongeveer 50-60%. Aan het
einde van de periode neemt de kans op een zonale stroming toe (4 van de
6 clusters, circa 70% van de members).

Samenvatting meerdaagse-periode:
Licht wisselvallig najaarsweer met temperaturen die dalen naar de
normale waarden voor de tijd van het jaar. In de tweede helft van de
week waarschijnlijk toenemende kans op regen.

Samenvatting EPS-periode:
Wisselvallig met temperaturen rond of iets onder de
langjariggemiddelden. De kans op nachtvorst neemt daarbij toe.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI